Operation Manual
66
3
Opnamen maken
U kunt het opnamegebied wijzigen door op de zoomknop te drukken (p.68).
Rechts (T) Vergroot het onderwerp.
Links (W) Verbreedt het opnamegebied dat de camera vastlegt.
3
Druk de ontspanknop tot
halverwege in.
Onder donkere opname-omstandigheden
activeert de camera het AF-hulplicht.
Het scherpstelkader (of
gezichtsherkenningskader) wordt groen
wanneer de camera het onderwerp op de
juiste afstand scherp stelt.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af.
De opname verschijnt tijdelijk op het scherm (Momentcontrole: p.68) en wordt
vervolgens opgeslagen op de SD-geheugenkaart of in het interne geheugen.
• Druk op de knop Snelinstelling om de stand 9 (Groene modus) te
activeren en de camera automatisch alle opnamestanden te laten instellen
(p.78).
• f wordt weergegeven wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt
ingedrukt als het risico van camerabeweging aanwezig is.
F4.6
F 4 . 6
F4.6
1/250
1 / 2 5 0
1/250
38
3 8
38










