Operation Manual
104
3
Opnamen maken
1
Selecteer [Resolutie] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Wijzig de resolutie met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Selecteer de kwaliteit (datacompressiefactor) voor foto’s aan de hand van het
doel waarvoor de foto’s worden gebruikt.
Hoe meer sterren (
E
), des te hoger de kwaliteit van de opname, maar ook des te
groter het opnamebestand. De instelling voor de resolutie is ook van invloed op de
grootte van het opnamebestand (
1
p.103
).
Kwaliteitsniveau
1
Selecteer [Kwaliteitsniveau] in het menu [A Opnemen] met
de vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Wijzig het kwaliteitsniveau met de vierwegbesturing (23).
Wanneer u een kwaliteitsniveau selecteert, wordt het aantal foto’s dat u kunt
maken, boven in het scherm weergegeven.
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Welke resolutie u kunt selecteren, hangt af van de opnamestand. Zie
“Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228) voor details.
Het kwaliteitsniveau voor foto’s selecteren
C
Best Laagste compressiefactor. Geschikt voor fotoafdrukken.
D
Beter
Standaard compressiefactor. Geschikt voor de weergave van
opnamen op een computerscherm. (Standaardinstelling)
E
Goed
Hoogste compressiefactor. Geschikt om als bijlage bij
e-mailberichten te gebruiken of voor het maken van websites.










