Operation Manual
99
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de
vierwegbesturing (5).
Het scherm [Focusinst.] verschijnt.
Bij elke druk op de knop verandert de
scherpstelinstelling. U kunt de instelling
ook wijzigen met de vierwegbesturing
(23).
2
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen en de camera keert terug naar de opnamestand.
Hierna wordt de procedure voor handmatig scherpstellen (\) beschreven.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Focusinst.] verschijnt.
2
Selecteer \ met de vierwegbesturing (5).
3
Druk op de knop 4.
Het centrale deel van de opname wordt tijdens het scherp stellen op het
volledige scherm getoond.
s
Oneindig
Met deze functie kunt u opnamen maken van voorwerpen in de
verte. De flitser staat ingesteld op a (Flitser uit).
\
Handmatig
scherpstellen
Met deze instelling past u de scherpstelling handmatig aan.
• Welke functie u kunt selecteren, hangt af van de opnamestand. Zie
“Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.228) voor details.
• Het geluid van het scherpstellen wordt opgenomen, als u een andere
scherpstelstand kiest dan 3 of s in de standen C (Video) en
(Onderwatervideo).
• Als [Automacro] is ingeschakeld en u q selecteert en opnamen maakt
terwijl het onderwerp verder weg is dan 60 cm, stelt de camera automatisch
scherp op (Oneindig).
De instelling van de scherpstelstand opslaan 1p.127
Handmatig scherpstellen
MENU
MENU
OK
OK
MENU OK
Stop
Stop
Stop OK
OK
OK
Focusinst.
Focusinst.
Standaard
Standaard
Focusinst.
Standaard










