Operation Manual

82
4
Opnamen maken
R A C Y q < I B Q i C \ E 4 Q X > D N J
z R
U kunt de algehele helderheid van de opname aanpassen.
Met deze functie kunt u opzettelijk over- of onderbelichte opnamen maken.
1
Druk in de stand
A
op de knop
3
.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2 Selecteer [Belicht. corr.] met de
vierwegbesturing (23).
3 Selecteer de LW-waarde met
de vierwegbesturing (45).
De geselecteerde LW-waarde wordt opgeslagen.
Kies een positieve (+) waarde voor lichte opnamen.
Kies een negatieve (–) waarde voor donkere opnamen.
U kunt een belichtingscorrectiewaarde kiezen tussen –2,0 en +2,0 LW
in stappen van 1/3 LW.
4 Druk op de knop 3.
De instelling is gereed en de camera keert terug naar de opnamestand.
De belichting (Belicht. corr.) instellen
Als u de belichtingscorrectiefunctie vaak gebruikt, kunt u tijd besparen door de functie
toe te wijzen aan de knop Snelinstelling. (p.58)
Door middel van het histogram worden lichte en donkere gedeelten weergegeven
op de LCD-monitor, waardoor u de belichting kunt controleren. (p.84)
De belichtingscorrectiefunctie is niet beschikbaar in de functie 5, y of 9.
De belichtingscorrectiewaarde opslaan 1p.104
Opnemen
MENU
Einde
E i n d e
Einde
1/3
7
M
Opnamepixels
Kwaliteitsniveau
Witbalans
Autom. belicht.
Gevoeligheid
AWB
ISO
AUTO
2, 3
1, 4
MENU
MENU
2/3
AF
0.0
0.0
Opnemen
Belicht. corr.
Video
Digitale zoom
AF-instelling
Intervalopname
Einde