Operation Manual

73
4
Opnamen maken
Controleer voor het maken van onderwateropnamen of zich geen vuil of zand bevindt
op de waterdichte pakking van de klep voor de batterij/kaart en controleer of de klep
goed vastzit. (p.23)
Als u de camera onder water hebt gebruikt, controleer dan of er geen water,
vuil of zand op de klep voor de batterij/kaart of elders op de camera is gekomen.
Veeg de camera af alvorens de klep te openen.
Bij de functie B is de lichtmeting voor automatische belichting ingesteld
op meervlaksmeting.
Waterdichtheid en stofdichtheid 1p.5
Bij de functie Q gaat de flitser niet af.
Bij de functie Q is de standaardinstelling voor de scherpstelinstelling 3. (p.85)
De scherpstelinstelling kan worden gewijzigd voordat de opname start.
Wanneer de scherpstelinstelling is ingesteld op \, kunt u de scherpstelinstelling
aanpassen voordat de opname start en tijdens het maken van de opname.
U kunt de optische zoom en de digitale zoom gebruiken vóór en tijdens het opnemen.
Als u de weergavestand van de LCD-monitor wijzigt door op de knop 4/W
te drukken terwijl u een video-opname maakt, wordt het histogram niet weergegeven.
De optische zoom instellen 1p.113
Hoewel de camera waterdicht en stofdicht is, moet u toch de volgende situaties
vermijden. Hij kan dan tijdelijk worden blootgesteld aan een hogere waterdruk
dan wordt gegarandeerd en er kan dan water in de camera komen.
In het water springen met de camera in de hand
Zwemmen met de camera in de hand
De camera gebruiken op plaatsen waar water onder druk staat, zoals krachtig
stromende rivieren en watervallen