Operation Manual

77
4
Opnamen maken
R q < B i \ E x Q P D N J R
Bij deze functie worden opnamen gemaakt zolang u de ontspanknop
ingedrukt houdt.
1 Druk in de stand A op de vierwegbesturing (2).
2 Selecteer 1 (Continuopname)
of c (Continuopname snel)
met de vierwegbesturing (453)
en druk op de knop 4.
De camera is klaar om een serie opnamen
te maken.
3 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op de LCD-monitor wordt
groen als het onderwerp is scherpgesteld.
4 Druk de ontspanknop helemaal in.
Er worden continu opnamen gemaakt zolang u de ontspanknop
ingedrukt houdt.
Een fotoserie maken (Continuopname/Continuopname snel)
1
Continuopname
Elke keer dat er een opname wordt gemaakt, wordt de opname
opgeslagen in het geheugen voordat de volgende opname wordt
gemaakt. Hoe hoger de opnamekwaliteit, des te langer de tussenpozen
tussen de opnamen.
c
Continuopname
snel
Er worden continu opnamen gemaakt met een snelheid van 3 opnamen
per seconde tot het buffergeheugen vol is.
Bij de functies Continuopname en Continuopname snel werkt de flitser niet.
De functie Continuopname is niet beschikbaar voor A,
C, O, Y, I, Q, C, X,
>, y, z en A.
U kunt continu opnamen blijven maken totdat de SD-geheugenkaart of het interne
geheugen vol is.
Het interval voor continuopnamen hangt af van de instelling van de opnamepixels
en het kwaliteitsniveau.
Het aantal opnamepixels is vast ingesteld op h bij snelle continuopnamen.
Wanneer de opnamefunctie is ingesteld op R, is het aantal opnamepixels ingesteld
op V (1280×960).
Bij het maken van de eerste opname worden de scherpstelling, belichting en witbalans
vastgehouden in het geheugen.
3, 4
1, 2
2
Transportstand
Tr a ns p or t st a n d
Continue opname
C o n t i nu e o p na m e
Transportstand
Continue opname
OK
O K
OK
OK
HS