Operation Manual

59
3
Veel voorkomende handelingen
4 Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
5 Kies een functie en druk
op de knop 4.
6 Herhaal stap 3 tot en met 5 om
de gewenste functies vast te leggen.
7 Druk twee keer op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand met de huidige instelling.
1 Druk in de stand A op de knop
voor Snelinstelling.
De functie die is toegewezen aan [1] in
[Snelinstelling] in het menu [u Instelling],
wordt opgeroepen.
2 Druk nogmaals op
de knop Snelinstelling.
De functie die is toegewezen aan [2],
wordt opgeroepen.
Terwijl het scherm rechts wordt weergegeven,
roept u met de knop Snelinstelling de functies
op die zijn toegewezen aan [3] en [4].
3 Wijzig de instellingen en druk
op de knop 4.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
De knop Snelinstelling gebruiken
Als de functie Snelinstelling is toegewezen aan de knop Snelinstelling, wordt de functie
Snelinstelling geactiveerd één seconde nadat op de knop Snelinstelling is gedrukt
(blz.64).
Als er een andere functie dan Snelinstelling is toegewezen aan de knop Snelinstelling,
verschijnt het oorspronkelijke scherm weer wanneer er binnen vijf seconden nadat
op de knop Snelinstelling is gedrukt, geen handeling wordt verricht.
Snelinstelling
Gr. Inst.
1
MENU
Stop
OK
OK
2 Opnamepixels
3 Kwaliteitsniveau
4 Witbalans
AF-veld
Focus limiet
Gr. Inst.
Gr. Inst.
Gr. Inst.
Belicht. corr.
Belicht. corr.
Belicht. corr.
Volgende functie toegewezen
aan knop Snelinstelling
Belicht. corr.
Belicht. corr.
Opnamepixels
Opnamepixels
Belicht. corr.
0.0
0 . 0
0.0
Opnamepixels