Operation Manual
189
9
Bijlage
Soms kan statische elektriciteit ervoor zorgen dat de camera niet naar behoren werkt.
Neem in dat geval de batterij uit en plaats hem opnieuw. Als de camera wordt ingeschakeld
en weer normaal werkt, is er geen sprake van een storing en kunt u de camera weer gewoon gebruiken.
Niet scherpgesteld
op onderwerp
Er kan moeilijk op
het onderwerp worden
scherpgesteld met
de autofocus
Stel scherp op een ander object op dezelfde
afstand (houd de ontspanknop tot halverwege
ingedrukt), richt opnieuw op het onderwerp
en druk de ontspanknop helemaal in (blz.41).
U kunt ook de handmatige scherpstelfunctie
gebruiken. (blz.86)
Onderwerp bevindt zich
niet in scherpstelveld
Plaats onderwerp in scherpstelkader in midden
van LCD-monitor. Als het onderwerp buiten
het scherpstelveld valt, richt u de camera op
het onderwerp en vergrendelt u de scherp-
stelling (houd de ontspanknop tot halverwege
ingedrukt). Kader het beeld vervolgens opnieuw
uit en druk de ontspanknop helemaal in.
Onderwerp is te dichtbij Stel scherpstelinstelling in op q. (blz.85)
Scherpstelinstelling
is ingesteld op q
Normale opnamen worden niet scherp
weergegeven als de scherpstelinstelling
is ingesteld op q.
Flitser gaat niet af
Flitsfunctie is ingesteld
op a (flitser uit)
Zet op Auto of b (Flitser aan). (blz.87)
Transportstand is
ingesteld op 1 of c
Scherpstelinstelling is
ingesteld op s
Opnamefunctie is
ingesteld op C, y of Q
Bij deze functies werkt de flitser niet.
USB-aansluiting
met computer werkt
niet correct
USB-aansluitfunctie
is ingesteld op [PictBridge]
Wijzig de USB-aansluitfunctie in [PC]. (blz.169)
USB-aansluiting
met printer werkt
niet correct
USB-aansluitfunctie
is ingesteld op [PC]
Wijzig de USB-aansluitfunctie in [PictBridge].
(blz.148)
Probleem Oorzaak Oplossing










