Operation Manual

75
Opnamen maken
4
Flitsfuncties
1 Druk in de opnamefunctie op de b knop.
Bij elke druk op de knop verandert de flitsfunctie en verschijnt het betreffende
pictogram op de LCD-monitor.
De camera is gereed om opnamen te maken met de geselecteerde flitsfunctie.
De flitsfunctie selecteren
(Flash Mode)
(geen
picto-
gram)
Auto Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af.
a
Flitser uit (Flash off)
De flitser gaat niet af, ongeacht de lichtomstandigheden. Deze functie
is geschikt voor het maken van opnamen in de schemering of in musea
enz. waar flitsfotografie verbonden is.
b
Flitser aan (Flash on) De flitser gaat altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden.
c
Automatisch +
rode-ogenreductie
(Auto + red-eye
reduction)
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-ogeneffect dat optreedt
doordat het flitslicht wordt weerkaatst door de ogen van het onderwerp.
De flitser gaat automatisch af.
d
Flitser aan +
rode-ogenreductie
(Flash On + red-eye
reduction)
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-ogeneffect dat optreedt
doordat het flitslicht wordt weerkaatst door de ogen van het onderwerp.
De flitser gaat automatisch af, ongeacht de lichtomstandigheden.
De flitser is uitgeschakeld als de opnamefunctie is ingesteld op C
(filmopname), N (onderwaterfilmopname), serieopname, oneindig-
landschap of Super Macro.
De flitser flitst in totaal drie keer: twee voorflitsen en de derde keer bij
de opname. (Bij de rode-ogenreductiefunctie is de tijd tussen de voorflitsen
en de hoofdflits langer.)
Status van de LED’s voor de scherpstelling en de flitser 1blz.29
De flitsfunctie opslaan
1blz.89
Als u de flitser in de macrofunctie gebruikt, wordt de opname mogelijk
overbelicht.
1