Operation Manual
69
4
Opnamen maken
De opnamefuncties instellen
De opnamefunctie dient voor het maken van opnamen en de weergavefunctie
voor het weergeven of verwijderen van opnamen.
• Als u van de opnamefunctie naar de weergavefunctie wilt gaan, drukt u op
de Q Weergaveknop.
• Als u van de weergavefunctie naar de opnamefunctie wilt gaan, drukt u op
de Q Weergaveknop of drukt u de ontspanknop tot halverwege in.
Druk op de QUICK-knop om de Groene functie te activeren. De overige
opnamefuncties worden geselecteerd in het functiepalet.
Opnamefuncties (Capture Modes)
De functie wijzigen
Schakelen tussen de opnamefunctie en weergavefunctie
De opnamefunctie selecteren
(Capture Mode)
Q
Groen (Green mode) Hiermee maakt u snel en makkelijk opnamen. blz.42
R
Programma
(Program mode)
De basisfunctie voor het maken van opnamen. blz.43
B
Nachtopname
(Night Scene mode)
Hiermee kunt u in het donker, bijvoorbeeld ’s nachts, opnamen
maken.
blz.46
C
Filmopnamen
(Movie mode)
Hiermee kunt u filmopnamen met geluid maken. blz.47
F
Panorama Assist
(Panorama Assist mode)
Hiermee kunt u een reeks opnamen maken die worden
samengevoegd tot een panorama met de software die bij
de camera is geleverd.
blz.49
G
3D-opname
(3D Image mode)
Hiermee kunt u 3D-opnamen maken. blz.57
H
Picture-functie
Landschap
(Landscape mode)
Voor het vastleggen van de natuurlijke kleuren in
landschappen.
blz.44
I
Bloemen
(Flower mode)
Voor het fotograferen van bloemen met levendige kleuren.
J
Portret
(Portrait mode)
Voor het maken van portretopnamen met een ruimtelijk effect,
door accentuering van de persoon.
S
Zelfportret
(Self-portrait mode)
Voor het maken van een zelfportret of foto’s waarop u zelf ook
voorkomt.
L
Strand & sneeuw
(Surf & Snow mode)
Voor het maken van opnamen tegen verblindende
achtergronden, zoals stranden of besneeuwde bergen.










