Operation Manual

Veel voorkomende handelingen

De knopfuncties gebruiken

DISPLAY-knop

Hiermee wijzigt u de informatie die op de LCD-monitor verschijnt. (1blz.45)

Q Weergaveknop

Hiermee activeert u de weergavestand. Houd deze knop ingedrukt om het objectief in

te schuiven. (1blz.32)

Zoomknop

U kunt het opnamegebied wijzigen door op de zoomknop te drukken.(1blz.56)

0 knop

Roept het Help-scherm op in de functie -. (1blz.48)

Stelt de functie in die is toegewezen via [Fn Setting] (Functie-instelling) in het menu

[BSet-up] (Instellen) in alle functies, behalve -, C of O. (1blz.128)

Vierwegbesturing

[Gebruikt voor alle functies]

(4) Hiermee wijzigt u de flitsfunctie (uitgezonderd in de videostand). (1blz.67)

(5) Hiermee wijzigt u de scherpstelinstelling. (1blz.65)

(2) Hiermee selecteert u de functies voor zelfontspanner, afstandbediening en

serieopnamen (1blz.58 - blz.60)

[Bij gebruik van PICT of de digitale-filterfunctie]

(3) Hiermee selecteert u het opname-effect. (1blz.50, 61 - 63)

[Bij gebruik van MF-functie]

(23) Hiermee past u de scherpstelling aan. (1blz.66)

OK-knop

Hiermee stelt u een menuonderdeel in. (1blz.37)

MENU-knop

Hiermee roept u de menu’s [A Rec. Mode] (Opnemen), [Q Playback] (Weergeven)

en [B Set-up] (Instellen) op. (1blz.37)

Opnamestand (Capture Mode)