Operation Manual

89
6
Weergeven, wissen en bewerken
Weergeven, wissen en bewerken
Opnamen weergeven
Als er een SD-geheugenkaart in de camera is geplaatst, kunt u de opnamen op
de kaart weergeven. Als er geen kaart is geplaatst, kunt u de opnamen in het interne
geheugen weergeven.
Druk op de Q Weergaveknop.
Zie “Een opname weergeven” (blz.28) of “De vorige of volgende opname weergeven”
(blz.28) voor aanwijzingen aangaande het weergeven van opnamen.
U kunt opnamen maximaal vier keer vergroot weergeven. Tijdens de vergroting
verschijnt op de LCD-monitor een bedieningsaanwijzing. Welk vergrotingsniveau
u kunt instellen, is afhankelijk van de grootte van de opname.
1 Activeer de weergavefunctie en kies met de vierwegbesturing
(
45) de opname die u wilt uitvergroten.
2 Druk op x/y op de Zoom /f/y knop.
De opname wordt uitvergroot ( tot ). Als u de
knop ingedrukt houdt, verandert de vergroting
doorlopend.
Bij weergave van een vergrote opname
kunnen de volgende handelingen worden
verricht.
Vierwegbesturing (2345) Wijzigt het gebied dat moet worden vergroot
Zoom/
f/y knop (x)
Maakt de opname groter
Zoom/f/y knop (w) Maakt de opname kleiner.
DISPLAY-knop Schakelt de richttekens in/uit
Foto’s weergeven
Zoomweergave
1
2
3