Operation Manual
71
Opnamen maken
4
Flitsfuncties
1 Druk in de opnamefunctie op de b knop.
Bij elke druk op de knop verandert de flitsfunctie en verschijnt het betreffende
pictogram op de LCD-monitor.
De camera is gereed om opnamen te maken met de geselecteerde flitsfunctie.
De flitsfunctie selecteren
(geen
pictogram)
Auto Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af.
a
Flitser uit
De flitser gaat niet af, ongeacht de lichtomstandigheden. Deze functie
is
geschikt voor het maken van opnamen in de schemering of in musea
enz.
waar flitsfotografie verbonden is.
b
Flitser aan De flitser gaat altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden.
c
Automatisch +
rode-
ogenreductie
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-ogeneffect dat
optreedt doordat het flitslicht wordt weerkaatst door de ogen van het
onderwerp. De flitser gaat automatisch af.
d
Flitser aan +
rode-
ogenreductie
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-ogeneffect dat
optreedt doordat het flitslicht wordt weerkaatst door de ogen van het
onderwerp.
De flitser gaat automatisch af, ongeacht de lichtomstandigheden.
• De flitser is uitgeschakeld als de opnamefunctie is ingesteld op C
(filmopname), N (onderwaterfilmopname), continuopname of oneindig-
landschap.
• De flitser flitst in totaal drie keer: twee voorflitsen en de derde keer bij de
opname. (Bij de rode-ogenreductiefunctie is de tijd tussen de voorflitsen
en de hoofdflits langer.)
Status van de LED’s voor de scherpstelling en de flitser 1blz.27
De flitsfunctie opslaan
1blz.84
Als u de flitser in de macrofunctie gebruikt, wordt de opname mogelijk overbelicht.
1










