Operation Manual
69
Opnamen maken
4
Scherpstelfunctie
1 Druk op de qsz knop in de opnamefunctie.
Bij elke druk op de knop verandert de scherpstelfunctie en verschijnt
het bijbehorende pictogram op de LCD-monitor.
De camera is gereed om de opname te maken met de geselecteerde
opnamefunctie.
De scherpstelfunctie selecteren
(geen
pictogram)
Autofocusfunctie
De camera stelt scherp op het onderwerp in het autofocusveld wanneer
de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. Gebruik deze functie
wanneer de afstand tot het onderwerp meer dan 40 cm bedraagt.
q
Macrofuncti e
Deze functie wordt gebruikt wanneer de afstand tot het onderwerp ca.
18 – 50 cm is. De camera stelt scherp op het onderwerp in het
autofocusveld wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt
ingedrukt.
r
Super Macro-functie
Deze functie wordt gebruikt wanneer de afstand tot het onderwerp ca.
6 – 20 cm is. De camera stelt scherp op het onderwerp in het
autofocusveld wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt
ingedrukt.
s
Oneindig-
landschapfunctie
Deze functie wordt gebruikt voor het fotograferen van objecten in de
verte.
z
Handmatige
scherpstelfunctie
De scherpstelling wordt handmatig aangepast met de vierwegbesturing.
u
Scherpstelveld-functie De positie van het autofocusveld wordt gewijzigd.
De scherpstelfunctie opslaan 1blz.84
• De standaardinstelling is Autofocus.
• In de Super Macro-functie wordt de zoom vastgezet op de middenpositie
en kan alleen de digitale zoom worden gebruikt.
•
Alleen de functies autofocus, oneindig-landschap en handmatige scherpstelling
kunnen worden geselecteerd in de filmopnamefunctie (
1
blz.44).
• De flitser gaat niet af in de Super Macro-functie.
1










