Operation Manual

66
4
Opnamen maken
De opnamefuncties instellen
De opnamefunctie dient voor het maken van opnamen en de weergavefunctie
voor het weergeven of wissen van opnamen.
Als u van de opnamefunctie naar de weergavefunctie wilt gaan, drukt
u op de Q Weergaveknop.
Als u van de weergavefunctie naar de opnamefunctie wilt gaan, drukt u
op de Q Weergaveknop of drukt u de ontspanknop tot halverwege in.
Druk op de QUICK-knop om de Groene functie te activeren. De overige
opnamefuncties worden geselecteerd op het scherm van de opnamefunctie.
Opnamefuncties
De functie wijzigen
Schakelen tussen de opnamefunctie en weergavefunctie
De opnamefunctie selecteren
Q
Green mode
(Groen)
Hiermee maakt u snel en makkelijk opnamen. blz.40
R
Program mode
(Programma)
De basisfunctie voor het maken van opnamen. blz.41
B
Night-Scene mode
(Nachtopname)
Hiermee kunt u in het donker, bijvoorbeeld ’s nachts, opnamen
maken.
blz.43
C
Moving Picture mode
(Filmopname)
Hiermee kunt u filmopnamen met geluid maken. blz.44
F
Panorama Assist mode
(Panorama Assist)
Hiermee kunt u een reeks opnamen maken die worden
samengevoegd tot een panorama met de software die
bij de camera is geleverd.
blz.46
G
3D I mage mode
(3D-opname)
Hiermee kunt u 3D -opnamen maken. blz. 55
H
Picture-functie
Landscape mode
(Landschap)
Voor het vastleggen van de natuurlijke kleuren in landschappen.
blz.42
I
Flower mode
(Bloemen)
Voor het fotograferen van bloemen met levendige kleuren.
J
Portrait mode
(Portret)
Voor het maken van portretopnamen met een ruimtelijk effect,
door accentuering van de persoon.
S
Self-Portrait mode
(Zelfportret)
Voor het maken van een zelfportret of foto’s waarop u zelf ook
voorkomt.
L
Surf & Snow mode
(Strand & sneeuw)
Voor het maken van opnamen tegen verblindende achtergronden,
zoals stranden of besneeuwde berge n.