Operation Manual
87
4
Opnamen maken
De opnamefuncties instellen
Scherpstelling
De Scherpstelling selecteren
=
Standaard
(Autofocus)
De camera stelt scherp op het onderwerp in het AF-veld wanneer
de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. Gebruik deze
functie wanneer de afstand tot het onderwerp meer dan 35 cm
bedraagt.
q
Macro
Deze functie wordt gebruikt wanneer de afstand tot het onderwerp
ca. 12 – 40 cm is. De camera stelt scherp op het onderwerp in
het AF-veld wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt
ingedrukt.
r
Super Macro
Deze functie wordt gebruikt wanneer de afstand tot het onderwerp
ca. 6 – 15 cm is. De camera stelt scherp op het onderwerp in het
AF-veld wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
Pan Focus
Deze functie wordt gebruikt voor het maken van opnamen waarop
de onderwerpen zowel dichtbij als ver weg zijn, of wanneer
moeilijk kan worden scherpgesteld op het onderwerp.
U kunt de scherpstelling van een onderwerp binnen de volgende
bereiken aanpassen.
Bij het maken van foto’s:
ca. 2,3 m –
∞ (volledige groothoekstand), ca. 9,3 m – ∞
(volledige telestand)
Bij het maken van video-opnamen:
ca. 0,9 m –
∞ (volledige groothoekstand), ca. 3,7 m – ∞
(volledige telestand)
s
Oneindig
Deze functie wordt gebruikt voor het fotograferen van objecten
in de verte.
z
Handmatig Focus
De scherpstelling wordt handmatig aangepast met
de vierwegbesturing.
Focusinst. opslaan 1p.116
Vierwegbesturing
Knop OK
e
_
kb448
.
book
Page
87
Thursday
,
August
2
,
2007
11:40
AM










