Operation Manual
60
4
Foto’s maken
b
Bij deze functie stelt u de sluitertijd handmatig in. De camera stelt automatisch
het diafragma in voor een optimale belichting met de gekozen sluitertijd. Met deze
functie kunt u beweging accentueren door een lange sluitertijd in te stellen bij het
fotograferen van een bewegend onderwerp. Bij weinig licht kunt u een korte
sluitertijd instellen om camerabeweging te voorkomen.
1 Zet de functiekiezer op b.
2 Wijzig de sluitertijd met de
vierwegbesturing (23).
Druk op 2 voor een kortere sluitertijd of op 3
voor een langere sluitertijd.
3 Druk de ontspanknop tot halverwege
in.
De camera past de diafragmawaarde dienovereenkomstig aan.
Als een correcte belichting niet mogelijk is, wordt de diafragmawaarde op
de LCD-monitor oranje.
Het scherpstelkader licht groen op wanneer de camera heeft scherpgesteld
op het onderwerp.
4 Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Opnamen maken met sluitertijdvoorkeuze
Bij het maken van opnamen met een lange sluitertijd wordt de totale opnametijd
langer, omdat de ruisreductiefunctie wordt geactiveerd ter vermindering van ruis.
2
3, 4
1
aa
#
1/30
1 / 3 0
38
3 8
25
2 5
:14
1 4
#
1/30
38
25:14
bb
48
4 8
02
0 2
00
0 0
: : 480200 : :
07/25/2004
0 7 / 2 5 / 2 0 0 4
07/25/2004
F2.9
F 2 . 9
F2.9










