Operation Manual

56
4
Foto’s maken
R b c a
Automatische belichtingstrapjes kunnen worden gebruikt voor het automatisch
variëren van instellingen zoals de belichting en witbalans voor een reeks van drie
opnamen wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. Met deze eenvoudige
methode bent u verzekerd van de beste opnamen.
Instellingen voor automatisch belichtingstrapje
1 Zet de functiekiezer op een andere stand dan d en O.
2 Druk op de knop m om a op te roepen.
3 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het scherm met opties voor automatische
belichtingstrapjes verschijnt.
4 Kies een functie met de
vierwegbesturing (23).
De instellingen automatisch variëren
(Auto Bracketing - Belichtingstrapje)
a
Ex.
Bracketing
Opnamen worden gemaakt in de volgende volgorde: normaal,
onderbelicht (donker), overbelicht (helder). Kies de stappen voor
het belichtingstrapje: 0.25, 0.5, 0.75, 1.0, 1.25, 1.50, 1.75, 2.00.
blz.81
b
White
Balance
Opnamen worden gemaakt in de volgende volgorde: normaal,
rode zweem (lage kleurtemperatuur), blauwe zweem (hoge
kleurtemperatuur). Kies de stappen voor het belichtingstrapje: 1, 2,
3, 4, 5.
blz.72
c Saturation
Opnamen worden gemaakt in de volgende volgorde: normaal, laag
(–), hoog (+).
blz.79
d Sharpness
Opnamen worden gemaakt in de volgende volgorde: normaal,
zacht (–), hard (+).
blz.78
e Contrast
Opnamen worden gemaakt in de volgende volgorde: normaal, laag
(–), hoog (+).
blz.80
3, 4, 5
6
7, 8
1
2
Auto Bracket
A u t o B r a c k e t
Auto Bracket
Ex. Bracketing
E x . B r a c k e t i n g
Ex. Bracketing
OK
OK
OK
OK
0.50
0 . 5 0
0.50