Operation Manual

141
6
Opnamen bewerken en afdrukken
Met deze functie kunt u kleurtinten aanpassen en speciale bewerkingen uitvoeren
op een geselecteerde opname.
Digitale filters
1 Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname die u wilt bewerken.
2 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavestandpalet verschijnt.
3 Selecteer D (Digitaal filter) met de
vierwegbesturing (2345).
4 Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van een digitaal filter
verschijnt.
1 Zwart-wit/sepiafilter
2 Kleurfilter
3 Kleurextractiefilter
4 Soft-filter
5 Helderheidsfilter
De digitale filters gebruiken
Zwart-wit/
sepiafilter
De opname wordt bewerkt met het geselecteerde filter. U kunt kiezen uit twee
filters: zwart-wit en sepia.
Kleurfilter
De opname wordt bewerkt met het geselecteerde kleurfilter. U kunt kiezen uit
zes filters: rood, roze, paars, blauw, groen en geel.
Kleurextractiefilter
De opname wordt bewerkt met het geselecteerde kleurextractiefilter.
U kunt kiezen uit drie filters: rood, groen en blauw.
Soft-filter
De opname wordt bewerkt tot een zachte opname waarbij de hele opname lichtjes
wordt vervaagd.
Helderheidsfilter
De helderheid van de opname aanpassen.
Vierwegbesturing
Knop 4
Knop Q
Digitaal filter
Digitaal filter
OK
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
Digitaal filter
Stop
Vierwegbesturing
OK
OK
OK
OK
MENU
Stop
Stop
Stop
1234
5
e
_
kb456
.
book
Page
141
Monday
,
February
4
,
2008
3:54
PM