Operation Manual
96
3
Opnamen maken
6
Druk op de 3-knop.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Voor foto’s kunt u kiezen uit 5 instellingen voor opnamepixels.
Hoe groter het aantal opnamepixels, des te scherper de details overkomen
wanneer u de opname afdrukt. Omdat de kwaliteit van de afgedrukte
opname ook afhangt van de opnamekwaliteit, de belichtingsregeling, de
resolutie van de printer en andere factoren, hoeft u niet meer dan het
benodigde aantal opnamepixels te selecteren.
6 (3072×2304)
is
afdoende
voor het maken van afdrukken op ansichtkaartformaat. Hoe
groter het aantal pixels, hoe groter de opname en daarmee de
bestandsgrootte wordt.
In de tabel hierna kunt u zien welke instelling voor een bepaalde situatie
de beste is.
De standaardinstelling is W (4288×3216).
• In de standen C (Video) en N (Beeld inkadering) kan het AF-veld
niet worden ingesteld op W.
• In de stand 9 (Snelinstelling) en b (Autom. opname) is het AF-veld
vast ingesteld op J.
De opnamepixels selecteren
Opnamepixels Toepassing
W 4288×3216
Voor het afdrukken van foto’s met hoge kwaliteit of
opnamen op A4-formaat of groter, of voor het bewerken
van opnamen op een computer.
B 4224×2376
6 3072×2304
A 1920×1080
(16 : 9)
Voor het maken van afdrukken op ansichtkaartformaat.
m 640× 480
Voor plaatsing op een website of meezenden met
een e-mail.
Scherper










