Operation Manual
92
3
Opnamen maken
De opnamestanden instellen
De flitsinstelling selecteren
,
Auto
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de
flitser automatisch af.
a
Flitser uit
De flitser gaat niet af, ongeacht de
lichtomstandigheden. Deze functie is bedoeld
voor het maken van opnamen op plaatsen waar
flitsfotografie verboden is.
b
Flitser aan
De flitser gaat altijd af, ongeacht de
lichtomstandigheden.
d
Flitser+AntiRodeOgen
Deze instelling zorgt voor vermindering van het rode-
ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt
weerkaatst in de ogen van het onderwerp. De flitser
gaat altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden.
• De flitser gaat niet af (a) in de stand C (Video), of wanneer
de transportstand is ingesteld op j (Continue opname),
K (Continue opname snel) of I (16-beelds opname), of wanneer de
scherpstelstand is ingesteld op s (Oneindig).
• Bij de functie rode-ogenreductie geeft de flitser eerst een voorflits.
• In de stand 9 (Snelinstelling) kunt u alleen , of a selecteren.
• In de stand A (Nachtopname) kunt u , niet selecteren.
• In de stand B (Portret bij nacht) of als Gezichtsdetectie nog is
geactiveerd en de flitser is ingesteld op ,, wordt de flitsinstelling
automatisch veranderd in d als een gezicht wordt gedetecteerd.
• Gebruik van de flitser bij het maken van opnamen van dichtbij kan
onregelmatigheden opleveren in de opname als gevolg van de
spreiding van het licht.










