Operation Manual

198
8
Bijlage
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak Oplossing
De camera gaat
niet aan
De batterij is niet
geplaatst
Controleer of een batterij is
geplaatst.Indien niet, plaats dan een
batterij.
De batterij is niet
correct geïnstalleerd.
Controleer de ligging van de
batterij.Plaats de batterij opnieuw met het
label in de richting van het scherm.
(p.30).
De batterij is uitgeput De batterij is opgeladen
Geen beeld op het
scherm
De camera is
aangesloten op een
computer
Wanneer de camera is aangesloten op
een computer, is het scherm uitgeschakeld.
De camera is
aangesloten op
een TV
Als de camera is aangesloten op een tv,
is het scherm uitgeschakeld.
Het beeld op het
scherm is slecht
zichtbaar
De helderheid van het
scherm is te donker
ingesteld
Stel de helderheid in met de optie
[Helderheid] in het menu [W Instelling]
(p.170).
De functie Batterijbe-
sparing is geactiveerd.
Als Batterijbesparing is geactiveerd,
wordt het beeldscherm automatisch
uitgeschakeld na een bepaalde tijd.
Druk op een knop om de normale
helderheid te herstellen.
Selecteer [Uit] bij [Batt besparing] in het
menu [W Instelling] om de batterijbespar-
ingsfunctie uit te schakelen (p.171).
De sluiter
ontspant niet
De flitser wordt
opgeladen
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt
terwijl de flitser wordt opgeladen. Wacht
tot het opladen gereed is.
Er is geen vrije ruimte
op de SD-
geheugenkaart of in
het interne geheugen
Plaats een SD-geheugenkaart met
voldoende vrije ruimte of verwijder
overbodige opnamen (p.35, 127).
Opnemen Wacht tot opslaan gereed is.
De opname is
donker bij gebruik
van de flitser
Het onderwerp is te ver
weg in een donkere
omgeving, zoals bij
een nachtopname
De opname wordt donker als het
onderwerp te ver weg is. Maak opnamen
binnen het aangegeven flitsbereik.