Operation Manual

136
5
Opnamen bewerken en afdrukken
Opnamen bewerken
Door de grootte van een geselecteerde opname te wijzigen kunt u het
bestand verkleinen. U kunt deze functie gebruiken om opnamen te
blijven maken wanneer de SD-geheugenkaart of het interne geheugen
vol is, door de opnamen te verkleinen en de oorspronkelijke opnamen te
overschrijven. Zo maakt u ruimte vrij op de kaart of in het geheugen.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing
(45) de opname waarvan u het formaat wilt wijzigen.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Selecteer n (Formaat wijzigen)
met de vierwegbesturing
(2345).
4
Druk op de 4-knop.
Het scherm voor keuze van de grootte verschijnt.
5
Selecteer [Resolutie].
Kies de grootte met de vierwegbesturing
(45).
De opnamegrootte wijzigen (Formaat wijzigen)
U kunt de grootte van foto's met een opnameresolutie van A,
foto's gemaakt met I (16-beelds opname), panoramafoto's en films
niet wijzigen.
Het is niet mogelijk een hogere resolutie te selecteren dan die van de
oorspronkelijke opname.
OK
OK
MENU
S t o p
Stop
Wijzigt opgenomen pixels
en kwaliteitsniveau om het
bestand te verkleinen
F o r m a a t w i j z i g e n
Formaat wijzigen
1 / 2
1/2
OK
OK
O K
OK
Resolutie
Stop
S t o p
Stop
MENU
7
M