Operation Manual

98
3
Opnamen maken
U kunt foto’s met natuurlijke kleuren maken door de witbalans aan te
passen aan de lichtomstandigheden.
1
Druk op 3 in de stand A.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (23) om [Witbalans] te
selecteren.
Het aantal opnamepixels voor de stand 9 (Snelinstelling) is vast
ingesteld op W.
Het aantal opnamepixels voor de standen C (Portret vanaf middel)
en N (Beeld inkadering) is vast ingesteld op h.
Als u de modus F (Digitaal panorama) sluit na het eerste beeld,
wordt de resolutie voor de foto vastgesteld op i (1600x1200).
Het aantal opgenomen pixels voor foto’s die met I (16-beelds
opname) worden gemaakt, is vast ingesteld op m voor één beeld
en f (2560×1920) voor één foto.
Als u de instelling [Resolutie] regelmatig wijzigt, kunt u tijd sparen door
de functie toe te kennen aan de Snelinstelling-knop (p.105).
De witbalans aanpassen
F
Auto De camera past de witbalans automatisch aan.
G
Daglicht Gebruik deze modus voor foto's buitenshuis in zonlicht.
Schaduw Gebruik deze modus voor foto's buitenshuis in de schaduw.
I
Lamplicht
Gebruik deze modus om foto’s te maken bij tl-licht of van een
gloeilamp.
J
Neonlicht Gebruik deze modus voor foto’s bij neonlicht.
K
Handmatig
Gebruik deze modus om de witbalans handmatig aan te
passen.
Stel een andere witbalans in als u niet tevreden bent met de
kleurbalans van foto’s die gemaakt zijn met F.
Afhankelijk van de geselecteerde opnamestand kan de
witbalansinstelling wellicht niet worden aangepast. Zie “Beschikbare
functies voor elke opnamefunctie” (p.194) voor meer details.