Operation Manual
49
4
Opnamen maken
Opnamen maken
Opnamen maken
De opnamestand dient voor het maken van opnamen en de weergavestand voor
het weergeven of wissen van opnamen.
• Als u van de opnamestand naar de weergavestand wilt overschakelen,
drukt u op de Q Weergaveknop.
• Als u van de weergavestand naar de opnamestand wilt overschakelen,
drukt u op de Q Weergaveknop of drukt u de ontspanknop tot halverwege in.
Selecteer de opnamefunctie in het functiepalet. (1blz.46)
U kunt bij het maken van opnamen opnamegegevens weergeven op de
LCD-monitor. U kunt de weergavefunctie wijzigen met de OK/Weergaveknop.
Normale weergave
Bij het aanzetten van de camera verschijnen
de opnamegegevens.
1 Opnamefunctie 2 Flitsfunctie
3 Transportstand 4 Scherpstelinstelling
5 Scherpstelkader 6 Zoom
7 Kaart/intern geheugen 8 Batterij-indicatie
9 Resterend aantal opnamen
10 Datum en tijd 11 Instelling wereldtijd
12 Bewegingsreductie (aan)* 13 Diafragma
14 Sluitertijd
* Wanneer [Bewegingsreductie] is ingesteld op Uit, wordt
(Bewegingsreductie uit) weergegeven. Bij een
langere sluitertijd verschijnt echter (antibewegingswaarschuwing).
De functie wijzigen
Schakelen tussen de opnamestand en weergavestand
De opnamefunctie selecteren
Opnamegegevens weergeven in de opnamestand
36
36
12:00
12:00
36
12:00
01/24/2006
01/24/2006
01/24/2006
F2.6
F2.6
F2.6
1/160
1/160
1/160
10111314 12
51 2 3 4 76 98
36
36
36










