Operation Manual

39
3
Veel voorkomende handelingen
4 knop
Hiermee wijzigt u de informatie die op de LCD-monitor verschijnt. (1
blz.81
)
) knop
Hiermee kiest u de scherpstelfunctie. (1
blz.84
)
Geen pictogram (Autofocus) ´ q (Macro) ´ r (Super Macro)´
s (Oneindig) ´ z (Handmatig scherpstellen) ´ 1 (Scherpstelveld)
( knop
Hiermee kiest u de transportfunctie. (1blz.
60
-
73
)
Geen pictogram (enkelbeeld-opnamen) ´ j (continu-opnamen) ´
g (Zelfontspanner) ´ a (Auto Bracket) ´ k (Intervalopnamen) ´
R (dubbelopname) ´ < (afstandsbediening)
b
knop
Hiermee wijzigt u de flitsfunctie. (1
blz.87
)
Geen pictogram (automatisch flitsen) ´ a (flitser uit) ´ b (flitser aan) ´
c (automatisch + rode-ogenreductie) ´ d (flitser aan + rode-ogenreductie)
Q knop
Activeert de weergavefunctie. (
1
blz.35)
{ knop
Hiermee toont u het Fn-informatiescherm. Gebruik deze knop en de vierwegbesturing
(2345) om dit scherm te bedienen. Stel de functies voor de vierwegbesturing
vooraf in. (1blz.164)
3 knop
Hiermee toont u het menu [A Rec. Mode].
(
1
blz.42)
5
6
7
8
9
10
11