Operation Manual

165
8
Instellingen
1 Druk op de knop { in de opname-
functie.
Het Fn-infoscherm verschijnt.
Het Fn-infoscherm geeft aan welke functies aan
de knoppen, aan de knop aan de voorzijde en aan
de vierwegbesturing zijn toegewezen.
2 Druk op de vierwegbesturing (5).
De huidige gevoeligheidsinstelling verschijnt in
het midden van het scherm.
3 Selecteer de gevoeligheid met de
vierwegbesturing (45).
4 Druk op de 4 knop.
De instelling voor gevoeligheid wordt opgeslagen
en het scherm keert terug naar de opnamestatus.
U kunt uit de volgende 17 functies en Off (geen instelling) kiezen: Recorded
Pixels (opnamepixels), Quality Level (kwaliteitsniveau), White Balance
(witbalans), Focusing Area (scherpstelveld), AF Mode (autofocus), Focus
Limiter (scherpstelbegrenzer), Aux. AF Light (AF-hulplicht), AE Metering
(lichtmeetmethode), Sensitivity (gevoeligheid), Flash Exp. Comp. (flitssterkte),
Digital Zoom (digitale zoom), Image Tone (beeldtint), Sharpness (scherpte),
Saturation (kleurverzadiging), Contrast, Format en MF.
Onderdelen met beperkte mogelijkheden hebben dezelfde beperkingen als
ze worden opgeroepen met de { knop. (De gevoeligheid kan bijvoorbeeld
niet op automatisch worden gezet bij handmatige belichting.)
De Fn-schakelfunctie gebruiken
Set-up
MENU
Exit
Format
Sound
Date Adjust
World Time
Folder Name
English
StandardStandard
09/01/2004
Recorded Pixels
Quality Level
White Balance
Wide
AF Setting
AE Metering
Sensitivity Auto
Rec. Mode
MENU
Exit
3056x2296
Format
Contrast
MF
Sensitivity
Fn
OK
OK
O K
OK
Sensitivity Auto