Operation Manual
101
4
Opnamen maken
E a b c R d F G D C
U kunt de gevoeligheid selecteren op basis van het omgevingslicht.
Sensitivity
1 Druk op de knop 3 in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Sensitivity] met de vierwegbesturing (23).
3 Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4 Wijzig de gevoeligheid met
de vierwegbesturing (23).
5 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De instelling voor Sensitivity wordt bewaard en
het scherm keert terug naar de opnamestatus. Zie
Stap 6 van “Hoe de menu’s te gebruiken” (blz.43)
voor andere bedieningsmogelijkheden nadat de instelling is vastgelegd.
De gevoeligheid instellen
(Sensitivity)
Auto De camera stelt de gevoeligheid automatisch in.
80 • Bij een lagere gevoeligheid wordt de opname scherper en bevat deze minder
ruis (vlekken). Bij weinig licht neemt de sluitertijd toe.
• Bij een hogere gevoeligheid is er een relatief korte sluitertijd bij slechte
lichtomstandigheden, zodat bewegingen van de camera slechts een
beperkte invloed op de opnamekwaliteit hebben. Opnamen kunnen echter
wel ruis (vlekken) bevatten.
100
200
400
De Sensitivity-instelling (gevoeligheid) in het [A Rec. Mode] menu heeft geen
invloed op de functie digitale belichtingsmeting. Stel de gevoeligheid van de
digitale belichtingsmeting (1blz.169) in met behulp van het [7 Digital Exp.
Metering] menu.
De gevoeligheid opslaan 1blz.107
Recorded Pixels
Quality Level
White Balance
Wide
AF Setting
AE Metering
Sensitivity Auto
Rec. Mode
MENU
Exit
3056x2296
2, 3, 4
5
1
MENU
Auto
MENU
3056x2296
400
200
100
80
OK
Recorded Pixels
Quality Level
White Balance
AF Setting
AE Metering
Sensitivity
Rec. Mode
OKCancel










