Operation Manual
80
Opnamefuncties
4
De geselecteerde opnamestand wordt
op het beeldscherm weergegeven
(guide display).
Wanneer de camera ingesteld is op de n (Auto Picture) stand,
selecteert hij automatisch de optimale opnamestand voor het onderwerp.
• U kunt de camera zo instellen, dat de gidsen in [LCD-display] van het
[R Instellen 1] menu niet worden weergegeven. (p.206)
• Het selectiescherm voor scènestand wordt getoond als de functiekiezer
is ingesteld op H (p.83).
Auto Picture standen
Stand Kenmerken
U
Standaard
Deze opnamestand wordt geselecteerd wanneer geen
van de volgende standen van toepassing is.
c Portret
Voor portretopnamen. Geeft de huidtint gezond en helder
weer.
s Landschap
Voor landschapsopnamen. Verhoogt kleurverzadiging
en levert levendige kleuren.
b Macro
Opnamen van kleine onderw. op dichte focusafst. zoals
bloemen, muntstukken, juwelen enz.
\
Beweg.
onderwerp
Opnamen maken van snel bewegende onderwerpen, zoals
bij sportevenementen.
.
Portret bij
nacht
Opnamen maken van mensen bij weinig licht zoals
in schemering of 's nachts.
Ook al wordt de flitser gebruikt, zal de camera lage
sluitersnelheden toepassen, zodat de achtergrond buiten
het bereik van de flitser ook correct belicht op de opname
komt (Slow-speed Sync (p.230)). Om te voorkomen dat de
camera beweegt kunt u ofwel [Shake Reduction] (p.106)
instellen op Q (On) of de camera op een statief plaatsen.
Programma
Programma
Automatische belichting
Automatische belichting
K-01_DUT.book Page 80 Wednesday, February 22, 2012 10:19 AM










