Operation Manual

74
Opnamefuncties
4
A1
Autom. lichtmeting
*1
Selecteert het gedeelte van de
sensor dat moet worden gebruikt
voor lichtmeting en het bepalen
van de belichting.
p.94
AF/MF-instellingen
Autofocusstand
*1
Selecteert de autofocusmethode
in stand =.
p.99
AF-autozoom
Vergroot automatisch het
beeldscherm en centreert op het
gebied dat is scherpgesteld nadat de
scherpstelling vergrendeld is.
p.101
AF-hulplicht
Stelt in of het AF-hulplicht moet
worden gebruikt tijdens automatische
scherpstelling op donkere locaties.
p.98
Scherpe contouren
Benadrukt de omtrek van het
onderwerp waarop u scherpstelt
en maakt het gemakkelijker om
de scherpstelling te controleren.
p.104
Objectiefcorrectie
*1
Correctie van vervormingen en
laterale chromatische aberratie die
het gevolg zijn van eigenschappen
van het objectief.
p.147
A2
Dubbelopnamen
Creƫert een opname door meerdere
opnames te nemen en deze tot een
enkele opname samen te voegen.
p.116
Intervalopname
Maakt opnamen met een ingesteld
interval vanaf een vastgesteld tijdstip.
p.113
Instelling D-range
*1
Breid het dynamisch bereik uit en
voorkomt over- en onderbelichte
gebieden.
p.142
p.143
Ruisond. hoge ISO-wrd
Stelt in of de
ruisonderdrukkingsinstelling in bij
ISO-gevoeligheid.
p.95
Ruisond. lange sltrtijd
Stelt the ruisonderdrukking in
wanneer u opnamen maakt met een
lage sluitersnelheid.
p.97
Shake Reduction
*1
Activeert de functie Shake Reduction. p.106
Inv brandp afstand
Stelt de brandpuntsafstand in bij het
gebruik van een objectief dat niet
automatisch objectiefinformatie kan
doorgeven.
p.250
Menu Onderdeel Functie Pagina
K-01_DUT.book Page 74 Wednesday, February 22, 2012 10:19 AM