Operation Manual

65
Basisbediening
3
U kunt de flitsintensiteit wijzigen binnen een bereik van -2.0 tot +1.0.
Op basis van het stappeninterval dat ingesteld is bij [1. LW-stappen] (p.77)
in het menu [A Pers. instelling 1] kunt u de volgende flitscorrectiewaarden
instellen.
1
Druk in de stap 2 bij p.64 op de vierwegbesturing (3).
2
Draai aan de e-knop.
De flitscorrectiewaarde wordt ingesteld.
Druk op de knop d (G) om de waarde te
resetten naar 0.0.
Een rood lichtje E knippert tijdens het opladen van de ingebouwde flitser.
De flitsintensiteit corrigeren
LW-stappen Te selecteren flitscorrectiewaarde
1/3LW -2.0, -1.7, -1.3, -1.0, -0.7, -0.3, 0.0, +0.3, +0.7, +1.0
1/2LW -2.0, -1.5, -1.0, -0.5, 0.0, +0.5, +1.0
Als de flitsintensiteit het maximum overschrijdt, zal de correctie geen effect
hebben, zelfs als de correctiewaarde wordt ingesteld naar de pluszijde (+).
Corrigeren naar de minrichting (–) heeft mogelijk geen effect wanneer het
onderwerp te dichtbij is, het diafragma ingesteld is op een brede opening
of de ingestelde gevoeligheid hoog is.
De correctie van de flitsintensiteit werkt ook bij gebruik van externe flitsers
die automatisch P-DDL-flitsen ondersteunen.
MENU
OK
+0.7
+0.7
Annul.
Annul.
Auto ontladen flitser
Auto ontladen flitser
OK
OK
K-01_DUT.book Page 65 Wednesday, February 22, 2012 10:19 AM