Operation Manual
209
Andere instellingen wijzigen
7
Pixeluitlijning is een functie voor het in kaart brengen en compenseren
van CMOS-sensorpixels die defect zijn.
Sluit een passend objectief aan op de camera vóór de pixeluitlijning.
1
Selecteer [Pixeluitlijning] in het menu [R Instellen 3]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Pixeluitlijning] wordt weergegeven.
2
Druk op de vierwegbesturing (2) om [Pixeluitlijning]
te selecteren en druk op de knop 4.
Pixels die defect zijn, worden geregistreerd en gecompenseerd. Het
scherm dat werd weergegeven voordat u het menu-item selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
U kunt opgeven welke functie-instellingen moeten worden opgeslagen
als de camera wordt uitgezet. U kunt de volgende functie-instellingen
opslaan.
Corrigeren van defecte pixels in de CMOS-sensor
(Pixeluitlijning)
• Het uitlijnen en corrigeren van defecte pixels duurt ongeveer 30 seconden.
• Als de batterij bijna leeg is, verschijnt het bericht [Onvoldoende
batterijvermogen voor het activeren van pixeluitlijning] op de monitor.
Gebruik netvoedingsadapterset K-AC1202 (optioneel) of breng een volledig
opgeladen batterij aan.
Instellingen selecteren om op te slaan
in de camera (Geheugen)
Functie
Standaard-
instelling
Functie
Standaard-
instelling
Flitsinstelling
O
Belichtingscompensatie
O
Transportstand
O
Digitaal filter
P
Witbalans
O
HDR-opname
P
K-01_DUT.book Page 209 Wednesday, February 22, 2012 10:19 AM










