Operation Manual

149
5
Functiereferentie
Ingebouwde flitser gebruiken
U kunt de flits instellen in een bereik van –2.0 tot +1.0. De flitscorrectiewaarden zijn als volgt
bij 1/2 LW en 1/3 LW.
* Stel de trapinterval in bij [Bel.inst.stappen] in het menu [A Pers. inst.]. (p.143)
Instellen bij [Belichtingscomp.] in het menu [A Opname]. (p.100)
corrigeren van de flitsintensiteit
Trapinterval Flitscorrectie
1/2LW ––2.0, –1.5, –1.0, –0.5, 0.0, +0.5, +1.0
1/3LW ––2.0, –1.7, –1.3, –1.0, –0.7, –0.3, 0.0, +0.3, +0.7, +1.0
m knippert in de zoeker wanneer de flitser uitklapt tijdens de flitsercorrectie. (p.20)
Wanneer de maximale flitsopbrengst wordt overschreden indien deze is gecorrigeerd
in de plusrichting (+), wordt er geen correctie toegepast.
Corrigeren in de minrichting (–) heeft mogelijk geen effect wanneer het onderwerp
te dichtbij is, het diafragma klein is of de gevoeligheid hoog is.
Flitscorrectie werkt ook bij gebruik van een externe flitsers die Automatisch
P-DDL-flitsen ondersteunen.
OK
OKCancel
1.0
0.5
0.5
0.0
Opname
Auto Bracket
Autobelicht.
AF-veld
Autofocus
Belichtingscomp.
e
_
kb411
.
book
Page
149
Monday
,
February
5
,
2007
2:21
PM