Operation Manual

15
3 Bediening
3.1.2 Kookautomaat
Met de kookautomaat functie wordt het vermogen tijdelijk opgehoogd (stand ‘9.’) om
de inhoud van de pan sneller op temperatuur te brengen. Deze functie werkt bij alle
vermogensstanden behalve de ‘boost’ stand en stand ‘9.’.
De kookautomaat inschakelen
De kookplaat is ingeschakeld en er staat een pan op een
kookzone.
1. Stel met de
toets van de gewenste kookzone stand
‘A.’ in (deze volgt na stand ‘9.’).
In de display knippert ‘A.’ om en om met stand ‘9.’.
Tip
Een snelle manier om stand ‘A.’ te bereiken is door met de
toets stand ‘9.’ in te
stellen en dan eenmaal op de
toets te drukken voor stand ‘A.’.
2. Stel met de
of
toets de gewenste vermogensstand in.
Wanneer u bijvoorbeeld vermogensstand 4 kiest, ziet u om en om stand ‘4.’ en ‘A.’
in de display. (Let op: na 10 seconden werkt de
toets als uitschakel toets).
3. Wanneer de pan op temperatuur is schakelt de kookautomaat uit en gaat de
kookzone verder op de ingestelde vermogenstand.
In onderstaande tabel ziet u de duur van de kookautomaat per vermogensstand:
Stand 1 2 3 4 5 6 7 8
Seconden 40 72 120 176 256 432 120 192
De kookautomaat uitschakelen
De kookplaat is ingeschakeld. In de display knippert ‘A.’ om en om met een
vermogensstand.
1. Druk op de
toets van de kookzone.
In de display verschijnt een andere vermogensstand, ‘A.’ knippert niet meer. Óf:
2. Stel stand ‘9.’ in. Óf:
3. Druk gelijktijdig op de
en
toets van de kookzone.
In de display verschijnt stand ‘0.’, ‘A.’ knippert niet meer en de kookzone is
uitgeschakeld.