Operation Manual

7
1 Uw inductiekookplaat
1.4 Veiligheidsvoorschriften
1.4.1 Waar u op moet letten
Inductiekoken is uiterst veilig. De kookplaat is uitgerust met diverse beveiligingen zoals
restwarmte-signalering en kookduurbegrenzing. Toch is er net als bij elk toestel een
aantal zaken waar u op moet letten.
1.4.2 Aansluiten en reparatie
Alleen een erkend installateur mag dit toestel aansluiten.
Open nooit de behuizing van het toestel. Alleen een service technicus mag het
toestel openen.
Maak het toestel spanningsloos voordat met de reparatie wordt gestart. Bij voorkeur
door de stekker uit het stopcontact te nemen, de (automatische) zekering(en) uit te
schakelen of de schakelaar in de meterkast op nul te zetten bij een vaste aansluiting.
1.4.3 Tijdens gebruik
Gebruik het toestel niet beneden 5 °C.
Dit kooktoestel is ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het alleen voor het
bereiden van gerechten.
Als de kookplaat voor de eerste keer gebruikt wordt, zult u een ‘nieuwigheidsluchtje’
ruiken. Dit is normaal. Door te ventileren verdwijnt de geur vanzelf.
Houd rekening met de zeer snelle opwarmtijd op de hogere standen. Blijf er altijd bij
staan als u een kookzone op een hoge stand heeft ingesteld.
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik. Houd natuurlijke
ventilatieopeningen open.
Let op dat pannen niet droog koken. De kookplaat zelf is beveiligd tegen
oververhitting, de pan wordt echter zeer heet en kan beschadigd raken. Schade door
droogkoken valt buiten de garantie.
Gebruik het kookvlak niet als opslagplaats.
Zorg voor enkele centimeters afstand tussen de onderkant van de kookplaat en de
inhoud van een lade.
Leg geen brandbare voorwerpen in een lade onder de kookplaat.
Zorg ervoor dat snoeren van elektrische apparaten, zoals van een mixer, niet in
aanraking komen met de hete kookzone.
De kookzones worden warm tijdens gebruik en blijven na gebruik ook een tijd warm.
Laat geen kleine kinderen in de buurt tijdens en vlak na het koken.