Operation Manual

14
3 Bediening
Instellen
3.1.1 Inschakelen en vermogen instellen
Het vermogen is in te stellen in 9 standen. Daarnaast is er nog een ‘boost’ stand, te
herkennen aan een ‘P’ in de display (zie pagina 16; ‘Boost’).
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Druk op de aan-/uittoets
van de kookplaat.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en in de display
van elke kookzone verschijnt ‘0.’. Het rode lampje
rechtsboven de aan-/uittoets
brandt constant.
Wanneer u geen verdere actie onderneemt, schakelt de
kookzone na 10 seconden vanzelf uit.
3. Stel met de
of
toets van de gewenste kookzone
de gewenste stand in. De kookplaat start automatisch in
de ingestelde stand (als er een pan gedetecteerd wordt).
º Drukt u de eerste keer op de
toets, dan verschijnt
stand ‘4.’.
º Drukt u de eerste keer op de
toets, dan verschijnt
stand ‘9.’.
Tip
U kunt de
of
toets ingedrukt houden om sneller het gewenste vermogen in te stellen.
Pandetectie
º Indien de kookplaat na het instellen van een kook-
vermogen geen (ijzerhoudende) pan detecteert, zal
in het display het pandetectiesymbool om en om
met de gekozen vermogensstand blijven knipperen
en de kookzone blijft koud. Indien er binnen 1 minuut
geen (ijzerhoudende) pan geplaatst wordt, schakelt
de kookzone automatisch uit (zie ook pagina. 12 en 13; “Pannen”).
Restwarmte-indicatie
º Na intensief gebruik van een kookzone kan de
gebruikte zone nog enkele minuten warm blijven.
Zolang de kookzone heet is, blijft er een ‘H.’ in de
display staan.