Operation Manual
43
ULG 3.8 B1
NL
BE
sulterende gevaren hebben begre-
pen. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Kinderen mogen
zonder toezicht geen reiniging en
gebruikersonderhoud uitvoeren.
■ Gebruik de lader niet voor het opla-
den van niet-oplaadbare accu's.
■ Gebruik de lader niet voor het opla-
den van lithium-ionaccu's.
■ Plaats de uit het voertuig genomen
accu tijdens het opladen op een
goed geventileerd oppervlak.
■ De automatische werking en
beperkingen in het gebruik wor-
den verderop in deze handleiding
beschreven.
GEVAAR VOOR EEN ELEKTRI-
SCHE SCHOK!
■ Gebruik het apparaat niet wanneer
de kabels, het netsnoer of de stek-
ker beschadigd zijn.
Beschadigde netsnoeren betekenen
levensgevaar door een elektrische
schok.
■ Wanneer het netsnoer van dit
apparaat beschadigd raakt, moet
het worden vervangen door de
fabrikant of de klantendienst van de
fabrikant of een persoon met verge-
lijkbare kwalificaties, om risico's te
vermijden.
■ Controleer voordat u de lader
aansluit op het lichtnet of de
netstroom volgens de voorschriften
is voorzien van een 230V ∼ 50Hz,
geaarde nulfase, een 16A zeke-
ring en een FI-schakelaar (aardlek-
schakelaar).
■ Koppel de lader los van het lichtnet
voordat u verbindingen met de
accu sluit of opent.
■ Sluit altijd eerst de aansluitklem
pluspool (rood) aan.
■ De aansluitklem minpool (zwart)
moet op minstens 10 cm afstand
van de batterij en de benzinelei-
ding op de carrosserie worden
aangesloten.
■ Sluit nu de lader aan op het lichtnet.
■ Koppel het apparaat na het opla-
den los van het lichtnet. Verwijder
pas daarna de aansluitklem van de
carrosserie. Verwijder vervolgens
de aansluitklem van de accu.
EXPLOSIE- EN BRANDGE-
VAAR!
Pas op voor een uiterst explosieve
knalgasreactie!
■ Zorg dat bij het opladen en drup-
pelladen geen open licht of vuur
(vlammen, gloed of vonken) aanwe-
zig is!
■ Zorg dat de aansluitkabel van de
pluspool geen contact maakt met
een brandstofleiding (bijv. een ben-
zineleiding)!