Operation Manual

59
BENL
daarvoor bestemde elektrische
gereedschap. Met het passende
elektrische gereedschap werkt u beter
en veiliger in het aangegeven vermo-
gensgebied.
b) Gebruik geen elektrisch gereed-
schap, waarvan de schakelaar
defect is. Elektrisch gereedschap, dat
niet meer in- of uitgeschakeld kan wor-
den, is gevaarlk en moet gerepareerd
worden.
c) Trek de stekker uit het stopcon-
tact en/of verwder de accu
voordat u apparaatinstellingen
doorvoert. Toebehoren wisselen
of het apparaat wegleggen.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt
een onopzettelke start van het elektri-
sche gereedschap.
d) Bewaar ongebruikt elektrisch
gereedschap buiten het bereik
van kinderen. Laat personen het
apparaat niet gebruiken, die
daarmee niet vertrouwd zn of
deze aanwzingen niet gelezen
hebben. Elektrisch gereedschap is
gevaarlk als het door onervaren perso-
nen gebruikt wordt.
e) Verzorg elektrisch gereedschap
met zorg. Controleer, of be-
weegbare onderdelen foutloos
functioneren en niet klemmen,
of er onderdelen gebroken of
zodanig beschadigd zn, dat
de werking van het elektrische
gereedschap in negatieve zin
beïnvloed wordt. Laat beschadigde
onderdelen vóór het gebruik van het
apparaat repareren. Tal van ongevallen
hebben hun oorzaak in slecht onder-
houden elektrisch gereedschap.
f) Houd snd-/snoeigereedschap
scherp en netjes. Zorgvuldig onder-
houden snd-/snoeigereedschap met
scherpe sndkanten geraken minder ge-
kneld en is gemakkelker te bedienen.
g) Gebruik elektrisch gereedschap,
toebehoren, gebruiksgereed-
schap enz. in overeenstemming
met deze aanwzingen. Houd
daarb rekening met de ar-
beidsomstandigheden en de uit
te voeren activiteit. Het gebruik van
elektrisch gereedschap voor andere
dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlke situaties leiden.
h) Houd het apparaat vast aan de
geïsoleerde grijpvlakken als u
werkzaamheden uitvoert waar-
bij het gebruikte werktuig ver-
borgen elektrische leidingen of
het eigen elektrische snoer kan
raken. Het contact met een leiding die
onder spanning staat, kan ook metalen
onderdelen van het apparaat onder
spanning zetten en leiden tot elektrocu-
tie.
5) ZORGVULDIG OMGAAN MET EN
GEBRUIKEN VAN ACCUTOESTEL-
LEN
a) Laad de accu’s alleen op in ac-
culaders, die door de producent
aanbevolen worden. Voor een ac-
culader die geschikt is voor een bepaal-
de soort accu’s bestaat brandgevaar als
h met andere accu’s gebruikt wordt.
b) Gebruik alleen de daarvoor
voorziene accu’s in de elektro-
werktuigen. Het gebruik van andere
accu’s kan tot verwondingen en brand-
gevaar leiden.
c) Houd de niet-gebruikte accu uit
de buurt van paperclips, mun-
ten, sleutels, nagels, schroeven