Operation Manual
24
NL BE
Maakt u zich met alle delen van het
toestel en met de juiste bediening van
het toestel bekend, alvorens u met de
werkzaamheden begint. Waarborg,
dat het toestel in geval van nood
meteen kan worden stopgezet. Het
onreglementair gebruik kan tot zware
verwondingen leiden.
Opgepast: zo vermdt u ongevallen
en verwondingen:
De persoonlke schermingsuitrustin gen
beschermen uw eigen gezondheid en de
gezondheid van andere personen en waar-
borgen de foutloze werking van het appa-
raat.
• Draag geschikte werkkled, zoals vast
schoeisel met slipvre zool, een stevige,
lange broek, beschermende handschoe-
nen, beschermen de bril en een gehoor-
bescherming. Gebruik het apparaat niet
wanneer u op blote voeten bent of open
sandalen draagt. Draag een stofmas ker
indien u in een stofge omgeving werkt.
• Bevochtig b zeer droge omstandighe-
den het oppervlak lichtjes om de stofbe-
lasting te verminderen.
• Draag geen kleding of sierrade die aan
de luchtingang kunnen worden aange-
zogen. Draag b lang haar een bescher-
mende hoofdbekleding.
• Controleer regelmatig de functionaliteit
en de ongeschonden toestand van het
apparaat om gevaren voor de operators
te vermden.
• Laat andere personen het apparaat of
het verlengsnoer niet aanraken. Houd
het apparaat op een veilige afstand van
mensen, meer bepaald van kinderen en
huisdieren.
• Let op open vensters, kinderen, huisdie-
ren, enz. Onderbreek het werk wanneer
kinderen en huisdieren in de nabheid
vertoeven. Het geblazen materiaal kan
in uw richting geslingerd worden. Neem
een veiligheidsafstand van 5 m rond u in
acht.
• Schakel het apparaat niet in indien
het omgekeerd vastgehouden wordt of
indien het zich niet in de werkstand be-
vindt.
• Richt het apparaat tdens de werking
niet op personen en richt meer bepaald
de luchtstraal niet op ogen en oren.
• Maak uzelf met uw omgeving vertrouwd
en let op mogelke gevaren, die b de
werkzaamheden soms aan uw aandacht
kunnen ontgaan.
• Let b de werkzaamheden op een veilige
stand, vooral aan hellingen. Houd het
apparaat steeds met beide handen vast
en werk uitsluitend met een correct inge-
stelde draagriem.
• Inspecteer het te reinigen oppervlak
zorgvuldig en ruim alle (prikkel- of me-
taal) draden, stenen, conservenblikjes en
andere vreemde voor werpen uit de weg.
• Houd vingers en voeten op een veilige
afstand van de opening van de aanzuig-
buis en de waaier. Er bestaat gevaar
voor verwondingen.
• Werk niet met apparaat indien u moe of
on ge con centreerd bent of na het nuttigen
van alcohol of tabletten. Las steeds tdig
een werkpau ze in. Ga op een verstan-
dige manier aan het werk. Beweeg lang-
zaam, ren niet.
• Gebruik het apparaat niet in geval van
regen, slechte weersomstandigheden of
in een vochtige omgeving. Werk uitslui-
tend b daglicht of b goede kunstmatige
verlichting.
• Werk niet met een beschadigd, onvol-