Operation Manual
41
NL
4
Plak de afdichtingsstrip onder de kookplaat. Leg de kookplaat op het aanrecht.
De rand van het aanrecht dient glad en vlak te zijn, zo dat de kookplaat er goed op past, en de
afsluitstrip de ruimte tussen de kookplaat en het aanrecht goed opvult.
Opmerking:
Als het aanrecht niet glad is, bijvoorbeeld betegeld, vul dan de gaten of de voegen op onder de
rand van de kookplaat. Plaats de kookplaat in het midden van het uitgezaagde gat in het aanrecht.
WAARSCHUWING! Let erop dat het stroomsnoer niet geknikt of afgeklemd is, of over scherpe
randen hangt. De kabel dient zo naar de aansluiting geleid te worden, dat geen hete onderdelen
van de kookplaat of oven geraakt worden.
5
Maak van onderen de vier beugels vast met de schroeven (4 beugels en 4 schroeven meegeleverd).
De beugels dienen in de juiste stand gedraaid te worden, afhankelijk van de dikte van het aanrecht.
TIPS VOOR DE KEUZE VAN POTTEN / PANNEN
6
Gebruik alleen potten/pannen met vlakke bodems, zodat de kookplaat niet beschadigd wordt.
7
Gebruik alleen potten/pannen van dezelfde of gelijkwaardige grootte als de kookplaats om
warmteverlies te voorkomen.
BEDIENING
8
Put de pan met voedsel op het gewenste warmte element.
Opmerking: De pan moet aan de buitenkant schoon en droog zijn. Schakel het apparaat niet in als
er geen pot/pan op de kookplaat staat.
Stel met de temperatuurbediening de gewenste temperatuur in. Het indicatielampje gaat aan.
Instelling Doel
0 UIT
Warmhouden
Sudderen
Bakken, koken en braden
Bakken en roosteren
Opmerking: Let op de symbolen die de plaats van de elementen aangeven
/ / / om het
juiste element in te stellen.
9
Als u klaar bent met koken, doe dan de betreende elementen uit door de thermostaat op O in te
stellen.
IM_OBH16311_140925_V03_HR.indb 41 25/9/14 5:57 PM