Operating Instructions
140
Voordat u assistentie aanvraagt
Controle 1
Er kan geen video worden
opgenomen
Er kan alleen video worden opgenomen op een DVD-
RAM of DVD-R disc.
Controleer het volgende:
• Is het juiste type disc in de camera geplaatst?
• Staat de aan/uit knop op “ ”?
• Zit er een DVD-RAM disc met wisbeveiliging in de
DVD videocamera? Annuleer de wisbeveiliging.
• Is bij gebruik van een DVD-R de disc afgesloten
(gefinaliseerd)?
• Is er nog ruimte op de disc?
Als er nog geen video kan worden opgenomen nadat
u het bovenstaande heeft gecontroleerd, is het
mogelijk dat de disc beschadigd is: Neem dan een
andere disc.
Controle 2
Er kunnen geen foto’s worden
opgenomen
Foto's kunnen alleen worden opgenomen op een
DVD-RAM-disc of een SD-geheugenkaart.
Controleer het volgende:
• Is het juiste type disc of kaart in de camera
geplaatst?
• Staat de aan/uit knop op de juiste instelling?
− Wanneer u een DVD-RAM disc gebruik:
Zet op “ ”.
− Wan u een SD geheugenkaart gebruikt:
Zet op “ ”.
• Is de DVD-RAM disc beveiligd tegen schrijven?
• Wanneer u een SD geheugenkaart gebruikt: Is de
kaart beveiligd?
• Is er nog ruimte op de disc of kaart?
Als er nog geen foto’s kunnen worden opgenomen
nadat u het bovenstaande heeft gecontroleerd, is het
mogelijk dat de disc of kaart beschadigd is: Neem dan
een andere disc of kaart.
Controle 3
Overslaan of opzoeken bij
weergave werkt niet goed
Als de DVD videocamera binnenin te heet wordt, kan
deze niet meer naar behoren functioneren. Zet de
DVD videocamera uit, wacht even en zet het toestel
vervolgens weer aan.
Controle 4
• Er gebeurt niets omdat de
ACCESS/PC of CARD ACCESS
indicator van de DVD
videocamera nog brandt of
knippert.
• Nadat u een disc of kaart in het
toestel gedaan heeft kan het
even duren tot u kunt
opnemen.
In de volgende gevallen zal het langer duren dan
normaal voor u met het toestel aan de slag kunt:
• Wanneer u zojuist een disc in de camera hebt
geplaatst.
• Wanneer de laatste handeling het uitschakelen van
de stroomtoevoer was en er sindsdien veel tijd is
verstreken.
• Wanneer de temperatuur erg verschilt met die
tijdens de laatste opname.
• Wanneer er een disc met krassen, vuil of
vingerafdrukken in het toestel zit.
• Wanneer de disc blootstaat aan hevige trillingen.
• Wanneer de accu of het gelijkstroomsnoer werd
losgemaakt in plaats van de correcte procedure
waarbij de DVD videocamera uit gezet wordt met de
hoofdschakelaar.
VDR-M75M55EG_DUT.book Page 140 Monday, May 16, 2005 7:21 PM










