Operating Instructions

27
Nederlands
De instellingen
uitvoeren
Projector
Netwerk
Wi-Fi
Druk op de <OK>-knop om wifi AAN of UIT te
zetten. Als u wifi op [Aan] instelt, worden de
volgende opties weergegeven om in te stellen.
Beschikbare netwerken:
Selecteer het te gebruiken netwerk met de
-knoppen en stel deze in door op de
<OK>-knop te drukken.
WPS (Push-knop):
Zoek naar de routers die via de WPS
verbinding kunnen maken door op de <OK>-
knop te drukken. Druk tijdens het zoeken op
de WPS-knop van de router.
WPS (PIN):
Wanneer u op de <OK>-knop drukt, wordt
een pincode weergegeven op de projector.
Voer de getoonde pincode in bij de router om
verbinding te maken tussen de projector en de
router.
Nieuw netwerk toevoegen:
Stel handmatig de netwerknaam (SSID) of
beveiliging enz. van de router in om verbinding
te maken.
Bluetooth stand-by
Druk op de <OK>knop om de Bluetooth-functie
op de projector AAN of UIT te zetten. Als u de
Bluetooth-functie op [Aan] instelt, worden de
volgende opties weergegeven om in te stellen.
Bluetooth koppelen:
Koppel (registreer) de projector aan een
Bluetooth-toestel (zoals een smartphone)
en voer de instellingen in om verbinding te
maken (te communiceren) met de projector.
Breng het Bluetooth-toestel binnen een straal
van 50 cm van de projector wanneer u de
projector aan een Bluetooth-toestel koppelt,
en zoek naar de projector op het Bluetooth-
toestel. De projectornaam wordt weergegeven
als “100FP1”. Selecteer “100FP1” in het
zoekscherm van het Bluetooth-toestel en
koppel het. Wanneer u de projector heeft
gekoppeld, maakt deze de volgende keer
automatisch verbinding.
Beeld
Beeld Instelling
Stel de juiste beeldmodus in voor de
kijkomgeving en de beelden die u wilt zien.
[Lichte kamer]
In deze modus worden afbeeldingen
geprojecteerd die geschikt zijn voor een
kijkomgeving met veel licht.
[Dynamisch]
Deze modus is om de helderheid van de
afbeelding te maximaliseren.
[Gebruiker]
In deze modus kunt u de beeldkwaliteit in
[Geavanceerde instellingen] tot in detail naar
wens instellen.
P. 28
[Presentatie]
Deze modus projecteert helder beeld dat
geschikt is voor een presentatie.
[Donkere kamer]
In deze modus worden afbeeldingen
geprojecteerd die geschikt zijn voor een
donkere weergaveomgeving.
Beeldverhouding wijzigen
Wordt gebruikt om de beeldverhouding van
het beeld te veranderen. De beeldverhouding
kan alleen voor beeld met HDMI-invoer worden
aangepast.
[Volledig]
Het beeld wordt over alle paneelpixels
(scherm) vertoond.
[Auto]
Als het identificatiesignaal voor de
beeldverhouding bij het invoersignaal zit,
wordt het beeld automatisch naar de optimale
instellingen veranderd en weergegeven.
[4:3]
Het beeld wordt weergegeven door de
beeldverhouding om te zetten naar 4:3.
[16:9]
Het beeld wordt weergegeven door de
beeldverhouding om te zetten naar 16:9.
Helderheid
Wordt gebruikt om de donkere delen van het
beeld te aan te passen.
Kontrast
De lichte of donkere tint en de helderheid van
het beeld kunnen worden aangepast aan de
helderheid van de ruimte.
Scherpte
De contouren van het beeld kunnen worden
aangepast zodat ze beter zichtbaar zijn.