Operating Instructions
Table Of Contents
- INHOUD
- Belangrijke veiligheidsinformatie
- Veiligheidsmaatregelen
- Accessories
- Aansluitingen
- In / uitschakelen
- Kiezen van het ingangssignaal
- Basisbediening
- ASPECT regeling
- Digitale zoom
- Beeldschermmenu’s bij gebruik
- Pos. /Size aanpassen
- Beeldinstellingen
- Geluidsinstelling
- PRESENT TIME Setup / Set up TIMER
- Screensaver (Ter voorkoming van ingebrande nabeelden)
- Wobbling
- Verminderen van het stroomverbruik
- De ingangsaanduidingen aanpassen
- Kiezen van de taal voor de beeldschermmenu’s
- Beeldschermmenu’s aanpassen
- Instellingen voor multischerm-weergave
- Setup-instellingen voor de ingangssignalen
- Aanpassingen opties
- Storingzoeken
- Toepasselijke ingangssignalen
- Fabrieksinstelling
- Specificaties

25
Geavanceerde instellingen (Advanced settings)
Beeldinstellingen
Opmerkingen:
• “Colour” instelling kan voor het Video-
ingangssignaal worden aangepast.
• U kunt het niveau van iedere functie
(Backlight, Contrast, Brightness,
Colour, Tint en Sharpness) voor ieder
“Beeldfunctie” instellen.
• De instellingen voor “Normal”, “Dynamic”
en “Cinema” worden voor iedere
ingangssignaalfunctie afzonderlijk in het
geheugen vastgelegd.
• De instelling “Tint” kan alleen voor het
NTSC-signaal worden aangepast tijdens
het video-ingangssignaal (S Video).
• Er is weinig verandering als de helderheid
van een helder beeld wordt verhoogd of
de helderheid van een donker beeld wordt
verzwakt.
Menu-
onderdeel
Effect Instelling
Backlight
Donkerder Lichter
Voor het instellen van de
helderheid van het backlight.
Contrast
Minder Meer
Voor het instellen van het
contrast overeenkomstig de
lichtomstandigheden in de kamer.
Brightness
Donkerder
Lichter
Voor een meer duidelijke
weergave van donkere beelden
zoals avond- of nachtscènes.
Colour
Minder Meer
Voor het versterken of
verzwakken van de kleuren.
Tint
Roodachtig Groenachtig
Voor het instellen van een
mooie huidskleur.
Sharpness
Minder Meer
Voor het instellen van de
beeldscherpte.
Menu-onderdeel Effect Bijzonderheden
Input level
(ingangsniveau)
Minder Meer
Voor het instellen van de gebieden die erg helder zijn en moeilijk te zien.
Gamma
Minder Meer
S Curve 2.0 2.2 2.6
AGC
Off On
Voor het automatisch verhogen van de helderheid van een donker
signaal.
W/B High R
Minder Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de lichtrode gebieden.
W/B High G
Minder Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de lichtgroene gebieden.
W/B High B
Minder Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de lichtblauwe gebieden.
W/B Low R
Minder Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de donkerrode gebieden.
W/B Low G
Minder Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de donkergroene gebieden.
W/B Low B
Minder Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de donkerblauwe gebieden.
Opmerkingen:
• Voer de “W/B” instelling als volgt uit.
1. Stel de witbalans voor de heldere gebieden af met de
“W/B High R”, “W/B High G”
en “W/B High B” functies.
2. Stel de witbalans voor de donkere gebieden af met de
“W/B Low R”, “W/B Low G”
en “W/B Low B” functies.
3. Herhaal de stappen 1 en 2.
De instellingen in de stappen 1 en 2 beïnvloeden elkaar wederzijds. Herhaal de stappen beurtelings om de juiste
instellingen te maken.
• De instellingen worden voor iedere ingangssignaalfunctie afzonderlijk in het geheugen vastgelegd.
• Gebruik de waarden van het instelbereik als referentie.
Als u tijdens weergave van het “Advanced settings” menu op de N toets van de afstandsbediening drukt of tijdens “Normalise”
op de ACTION ( ) toets, zullen alle afstellingen op de standaardinstellingen worden teruggesteld.
Handige tip ( /
Normalise
Normaliseren)










