Operating Instructions
Bedieningshandleiding 9
1.7.5 Voorkomen dat uw nummer wordt weergegeven op de telefoon van de beller (Connected
Line Identification Restriction [COLR]) ........................................................................... 102
1.7.6 Voorkomen dat uw nummer wordt weergegeven op de telefoon van de gebelde partij
(Calling Line Identification Restriction [CLIR])................................................................ 103
1.7.7 Voorkomen dat andere personen deelnemen aan uw gesprek (Inbreken op een gesprek-
Negeren) ........................................................................................................................104
1.7.8 De achtergrond muziek aanzetten (AGM) ...................................................................... 105
1.7.9 Uw lijn beveiligen tegen indicatietonen (Datalijn-beveiliging) ......................................... 106
1.7.10 De status van de Tijd service controleren ...................................................................... 107
1.7.11 Het belsignaal instellen van het parallel aangesloten toestel (Parallel toestel) .............. 108
1.7.12 Uw draagbare handset (HS) parallel gebruiken met een bedraad telefoontoestel (Parallelle
modus van draadloze XDP)............................................................................................ 109
1.7.13 Funktie-instellingen op uw toestel wissen (Toestelfunktie wissen)................................. 110
1.8 Gebruik maken van het Call Centre............................................................................ 111
1.8.1
Een Inkomende gespreksverdelinggroep verlaten (Inloggen/Uitloggen, Afwikkeltijd)
.................. 111
1.8.2 Opvragen en controleren van de gesprekstatus van een Inkomende
gespreksverdelinggroep (Inkomende gespreksverdelinggroep opvragen)..................... 114
1.8.3 Een wachtend gesprek doorschakelen (Handmatig doorschakelen van
wachtstandgesprekken).................................................................................................. 117
1.9 Het gebruik van optionele apparatuur........................................................................ 118
1.9.1 Als een Deurintercom/Deuropener is aangesloten......................................................... 118
1.9.2 Indien een extern relais is aangesloten .......................................................................... 120
1.9.3 Indien een externe sensor is aangesloten...................................................................... 121
1.9.4 Als een Hoofd-PBX is aangesloten ................................................................................ 122
1.9.5 Als een Voice Processing systeem is aangesloten ........................................................ 123
1.10 Op een andere werkplek in het kantoor ..................................................................... 129
1.10.1 Dezelfde instellingen gebruiken van uw vorige toestel (Meegaand Toestel) .................. 129
1.11 Het gebruik van een Display-systeemtoestel ............................................................ 130
1.11.1 Het gesprekslog gebruiken............................................................................................. 130
1.11.2 Het gebruik van de directories........................................................................................ 134
1.11.3 Toegang Systeemfunkties (Systeemfunktie-toegang) .................................................... 141
2 Bediening door de systeembeheerder..............................................143
2.1 Instelfunkties ................................................................................................................ 144
2.1.1 Instellen van een toestel................................................................................................. 144
2.1.2 Tijd service modus instellen ........................................................................................... 145
2.1.3 Restrictieniveau instellen (Kiestoon doorverbinden) ...................................................... 147
2.1.4 De externe achtergrondmuziek aanzetten (AGM) .......................................................... 148
2.1.5 Uitgaande boodschappen opnemen (UGB) ................................................................... 149
2.1.6
Toestaan dat gebruikers een niet beschikbare netlijn kiezen (CO lijnen-niet beschikbaar)
.......... 152
2.1.7 Het gebruik van de telefoons in de hotelsector (Hotelservice-funkties).......................... 153
2.1.8 Deblokkeren van controle van Directe Station Selectie via Netwerk (DSSN)................. 159
3 Uw toestel en het systeem aanpassen .............................................161
3.1 Aanpassen van uw toestel (Persoonlijke programmering) ...................................... 162
3.1.1 Aanpassen van uw toestel (Persoonlijke programmering) ............................................. 162
3.1.2 Instellen via de Programmeermodus.............................................................................. 164
3.1.3 Aanpassen van de toetsen............................................................................................. 174
3.2 Programmering door de beheerder ............................................................................ 179
3.2.1 Programmeerinformatie.................................................................................................. 179
3.2.2 Programmering door de beheerder ................................................................................ 180










