Operating instructions

2-52 Functies en bedieningsprocedures
2.6 Overige functies
Systeemtelefoon
7230 / 7235 / 7533 / 7536
• Na een gesprek moet u de kostencode invoeren terwijl de herkiestoon klinkt en binnen de
15 seconden.
• Als u op “ ” drukt terwijl u een kostencode invoert, kunt u het nummer wissen en een
andere code invoeren.
• Nadat de kostencode is ingevoerd, kan ook “99” in plaats van “#” worden ingevoerd.
• U kunt een kostencode ook in het kiesgeheugen (van het systeem of van het toestel)
vastleggen.
• Als een ingevoerde kostencode niet met een opgeslagen kostencode overeenkomt (in de
mode “Gecontroleerd - alle gesprekken” of “Gecontroleerd - modus “Inbreken op
kiesrestrictie”), hoort u een herkiestoon.
• De gebruiker van een Systeemtelefoon kan de kostentoets toewijzen aan een flexibele
toets.
• Basisinstellingen (Deel 2.2)
De toetsen van uw toestel instellen
• Referentie voor erkende installateur
[101], [505]
!
!
☞
Druk op TIJD (S3).
TIJD
S1
S2
S3
KOSTENCODE
KOSTENCODE
Voer de kostencode in
(max. 5 cijfers, van 0 tot 9).
Voer de kostencode in
(max. 5 cijfers, van 0 tot 9).
Druk op KOSTENCODE.
Voer # in.
Voer # in.
#
#
Kostencode invoeren tijdens of na een gesprek