Operating instructions
Functies en bedieningsprocedures 2-9
2.2 Basisinstellingen
99
Kies 99. Voer het nummer
van de gewenste
beltoon in (1 tot 8).
Druk 2 maal op de
gewenste toets.
Nummer beltoon
99
Kies 99.
2
Kies 2.Druk op de
gewenste toets.
Druk op de
PROGRAM-toets.
PROGRAM
Druk op de
OPSLAG-toets.
...
Druk op de
PROGRAM-toets.
PROGRAM
Druk op de
PROGRAM-
toets.
PROGRAM
Druk op de
OPSLAG-toets.
...
Druk op de
PROGRAM-
toets.
PROGRAM
Voor elke CO-toets een verschillend belsignaal instellen
U kunt het belsignaal voor elke flexibele netlijntoets veranderen. Er zijn 8 beltonen
(standaard: beltoon 2). Raadpleeg deel 3 “Toon/Belsignalen”.
Gegevens van flexibele toetsen wissen
U kunt de opgeslagen gegevens wissen als volgt:
CO
CO










