Operating Instructions

2.4 Tijdens een gesprek
Bediening
57
2.4.3 Een gesprek doorverbinden
Doorverbinden met een toestel
Doorverbinden met een externe beller
Op sommige toestellen is deze functie geblokkeerd.
— Doorverbinden naar een toestel — Doorverbinden met een externe beller
Geef het toestelnummer
in of druk op DSS.
Hoorn op de haak .
Spreken.
toestel nr.
OF
De bestemmeling wordt voor het
doorverbinden verwittigd. Dit kan
worden genegeerd.
C.Toon
Tijdens een gesprek
(DSS)
Druk op
DOORVERBINDEN.
Alseen DSS toets kiest hoeft u niet
eerst op de DOORVERBINDEN
toets te drukken.
Systeemtelefoon
Geef het
toestelnummer in.
Hoorn op
de haak.
Spreken.
toestel nr.
De bestemmeling wordt voor het doorverbinden
verwittigd. Dit kan worden genegeerd.
SLT
C.Toon
Druk op
de Flashtoets.
Tijdens een gesprek
(Flashtoets)
Druk op netlijn of geef
lijn toegangscode in
(0 of 81-88).
Hoorn op
de haak.
Geef het
telefoonnummer in.
Druk op
DOORVERBINDEN
.
Spreken.
telefoon nr.
OF
lijn
toegangscode
C.Toon
Tijdens een gesprek
(CO)
Systeemtelefoon