Digitaal Super Hybridesysteem BEDIENINGSHANDLEIDING Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het Digitaal Super Hybridesysteem gebruikt D1232 DIGITAL SUPER HYBRID SYSTE M D816 DIGITAL SUPER HYBRID SYSTE M Model KX-TD816NE/KX-TD1232NE Panaso nic KX-TD816 Panaso nic KX-TD1232
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Panasonic Telefoonsysteem.
Aandacht • Als er storingen optreden, trek dan de stekker van het toestel uit en sluit een telefoontoestel aan waarvan u weet dat het goed functioneert. Indien het nieuw aangesloten toestel geen problemen oplevert, laat het defecte toestel dan herstellen bij een Panasonic dealer. Blijft het probleem echter ook met het nieuw aangesloten toestel bestaan, controleer dan de bekabeling van het Digitaal Super Hybridesysteem en van de binnentoestellen.
Inleiding Voor wie is deze handleiding bedoeld Deze handleiding is geschreven voor gebruikers van het Digitaal Super Hybridesysteem KXTD816 en KX-TD1232. Zij kan worden geraadpleegd nadat het systeem werd geïnstalleerd en geprogrammeerd. De bedieningsinstructies en de functies betreffen de Digitale Systeemtoestellen (DPT’s): KX-T7230/KX-T7235/KX-T7250 digitale DSS-Console; KXT7240, 2-draadstelefoontoestellen, ISDN-telefoontoestellen (enkel voor gebruikers van het KXTD1232 systeem) en hun functies.
Inleiding Functies en mogelijkheden KX-TD816 en KX-TD1232 zijn geavanceerde systemen met vele mogelijkheden, die beantwoorden aan de huidige eisen voor bedrijfscommunicatie. Hierna vindt u enkele van de bijzondere systeemfuncties. De functies met een asterisk “*” zijn enkel beschikbaar op de KX-T7235. ■ Automatisch terugbellen (Camp-on) laat u weten wanneer een eerder gebeld toestel niet meer in gesprek is.
Inleiding Gebruikte termen Functienummers Een functienummer is een toegangscode voor verschillende functies wanneer u programmeert of functies gebruikt op systeem-, 2-draads- of ISDN-telefoontoestellen die op het systeem zijn aangesloten. U kunt gebruik maken van een beschikbare functie door het bijhorende functienummer (en zo nodig het toegevoegde nummer) te kiezen.
Deel 1 Overzicht DST Inhoud 1.1 Configuratie .................................................................... 1-2 Plaats van de bedieningstoetsen ...................................... 1-3 Functietoetsen ................................................................. 1-9 Basisinstellingen ............................................................ 1-15 Indicaties .......................................................................
1.1 Configuratie Met de Digitale Systeemtoestellen van Panasonic (DST) kunt u de verschillende functies van het KX-TD816 en het KX-TD1232 systeem evenals de basisfuncties van een telefoontoestel (een gesprek beginnen en beantwoorden) gebruiken.
1.1 Configuratie Plaats van de bedieningstoetsen ■ KX-T7230 (Systeemtoestel met display) Display (LCD) met 2 regels van 16 tekens: toont datum, tijd, gekozen nummer of naam, gespreksduur, enz. In de programmeermodus kunt u hierop programmeerinformatie aflezen.
1.1 Configuratie ■ KX-T7230 (Systeemtoestel met display) (Achterzijde) — Zie onderstaande afbeelding.
1.1 Configuratie ■ KX-T7235 (Systeemtoestel met display) Functietoetsen (F1 tot F5) Display (LCD) met 6 regels van 24 tekens: toont datum, tijd, gekozen nummer of naam, gespreksduur, enz. In de programmeermodus kunt u hierop programmeerinformatie aflezen.
1.1 Configuratie ■ KX-T7235 (Systeemtoestel met display) (Achterzijde) — Zie afbeelding op p.1-7.
1.1 Configuratie ZUR ZENTRALE ZUM TELEFON Aansluitbus voor uitbreidingspoort* of parallelaansluiting met een 2-draadstelefoon, een antwoordapparaat of een fax. Aansluitbus voor aansluiting op het KX-TD816 en KX-TD1232 systeem. * De uitbreidingspoort (XDP — eXtra Device Port) maakt het mogelijk het systeem met een extra intern toestel uit te breiden. Raadpleeg hiervoor de Installatiehandleiding.
1.1 Configuratie ■ KX-T7250 Geheugenregister Verwijder het register om namen of de automatische snelkiesnummers te noteren. Flexibele CO-toetsen (buitenlijn-toetsen) (CO 01 t/m CO 06) (Achterzijde) — Zie onderstaande afbeelding. INTERCOM-toets CO DE NA ME CO DE 1 NA ME IN R E 2 T CO C DE M O NA 3 ME 4 1 5 4 2 R E 6 7 R A R G O R M 6 9 H IG P 3 8 0 G IN 5 •H •• F W F O O L BELVOLUME-schakelaar Voor de volume-instelling van het belsignaal.
1.1 Configuratie Functietoetsen De systeemtoestellen hebben de volgende functietoetsen: • Vaste toetsen • Flexibele toetsen Vaste toetsen Vaste functietoetsen zijn toetsen waaraan een permanente functie werd toegewezen. De functie van de vaste toets kan niet worden gewijzigd. De onderstaande lijst geeft een overzicht van de vaste toetsen op de verschillende systeemtoestellen.
1.1 Configuratie Gebruik AUTO ANSWER/MUTE-toets Voor het automatisch beantwoorden van een intern toestel. Schakelt tijdens het gesprek de microfoon uit. AUTO DIAL/OPSLAG-toets Voor snelkiezen via het systeemgeheugen en voor het opslaan van wijzigingen in de toestelprogrammering. CONF (Conferentie)-toets Voor een conferentiegesprek met drie partijen. FLASH-toets Stuurt een extern toegangssignaal naar het centrale bureau of naar het leidend PBXsysteem om gebruik te maken van de functies.
1.1 Configuratie SHIFT-toets Kiest de tweede geheugenplaats voor de “Soft”-toetsen. Soft-toets (S1 tot S3) Worden gebruikt om de functie of de procedure te activeren die op de onderste regel van het display wordt getoond. HANDENVRIJ-toets Voor het handenvrij telefoneren. DVB-toets Schakelt een oproep door naar een ander toestel of naar een buitenlijn. VOLUME-toets Regelt het volume van het belsignaal en de luidspreker. Regelt ook de contrastinstelling van het display.
1.1 Configuratie Flexibele toetsen Flexibele toetsen zijn toetsen zonder vaste functietoewijzing. U kunt door systeem- of toestelprogrammering zelf een functie onder een toets toewijzen. U vindt de instructies voor “Toewijzing Flexibele Toetsen” in Deel 2 (Toestelprogrammering).
1.1 Configuratie Buitenlijn-toetsen Er zijn drie soorten buitenlijn (CO)-toetsen die kunnen worden gebruikt om een buitenlijngesprek te kiezen of te beantwoorden: • Groep-CO-toets (G-CO) • Lus-CO-toets (L-CO) • Enkele CO-toets (E-CO) Voorwaarden • Een flexibele CO-toets kan door systeem- of toestelprogrammering als buitenlijntoets (GCO, L-CO of E-CO) dienst doen. De indicator van de flexibele toets zal de lijnstatus dan met een lichtje en verschillende kleuren weergeven.
1.1 Configuratie Lus-CO (L-CO)-toets Alle buitenlijnen kunnen aan een flexibele CO-toets op een systeemtoestel worden toegewezen. De flexibele toets heet dan L-CO-toets. Ongeacht op welke buitenlijn een gesprek binnenkomt, loopt dit gesprek via de L-CO-toets, tenzij E-CO- of G-CO-toetsen aan de buitenlijn werden toegewezen of tenzij de L-CO-toets al in gebruik is. Om een CO-lijn te kiezen drukt u op de betreffende L-CO-toets.
1.1 Configuratie Basisinstellingen Contrastinstelling van het display (alleen voor KX-T7230 en KX-T7235) Voor het instellen van het contrast gebruikt u een “Soft”-toets en de VOLUME-toets. De sterkte van het contrast wordt op het display getoond. U kunt het contrast instellen: 1) als de hoorn ingehaakt is 2) tijdens een buitenlijn- of intern gesprek 1. Druk op de CONT-toets (S1). 1 CONT S1 2 S2 S3 2. Druk op de VOLUME-toets (HOOG /LAAG ). • Op het display verschijnt: Contrast: 3 (— d.w.z.
1.1 Configuratie Volumeregeling — Belsignaal/Luidspreker Stelt u in staat om het volume als volgt in te stellen: — Volume belsignaal (niveau 0 t/m 3) — Volume luidspreker (niveau 1 t/m 12) Als uw systeemtoestel een display heeft, wordt het volumeniveau op het display getoond. Voor het belsignaal op de KX-T7250 kunt u kiezen uit drie niveaus: OFF/LOW/HIGH (UIT/ LAAG/HOOG). Instellen volume van het belsignaal — KX-T7230 en KX-T7235 Wanneer het belsignaal klinkt: 1. Druk op de VOLUME-toets (HOOG /LAAG ).
1.1 Configuratie Indicaties Op de systeemtoestellen en de DSS-Console wordt de status van een lijn aangegeven aan de hand van een lijn met een LED-indicator. Een groen licht wijst erop dat uw toestel actief is. Een rood licht wijst erop dat andere toestellen actief zijn. U ziet de volgende indicaties: • AAN Een constant brandende LED geeft aan dat de lijn bezet is. Wanneer een LED groen brandt, dan heeft u zelf een lijn gekozen. Brand het licht rood, dan heeft iemand anders de lijn gekozen.
1-18 Overzicht DST
Deel 2 Toestelprogrammering Inhoud 2.1 2.2 Programmeringsinstructies ............................................ 2-2 Programmeren ................................................................ 2-6 Voor de voorbeelden in deze bedieningsinstructies is gebruik gemaakt van de KX-T7235.
2.1 Programmeringsinstructies Toestelprogrammering stelt u in staat om functies op uw systeemtoestel te programmeren, die bestemd zijn voor eigen gebruik. Om te kunnen programmeren moet u het toestel in de programmeermodus zetten. Wanneer het toestel in deze modus staat, kunt u niet worden gebeld. Als u zelf wilt telefoneren, dan moet u eerst de programmeermodus beëindigen.
2.1 Programmeringsinstructies Bevestigen programmering van een functie 1 2 — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Voer het toegangsnummer* in (0 t/m 9, 01, 02, 03, 1 en #).
2.1 Programmeringsinstructies Bevestigen programmering van een Flexibele toets 1 — Controleer of u in de programmeermodus bent: Druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk op de gewenste Flexibele (CO, DSS, PF) toets. • Het display toont de huidige status. 2 2. Druk op de HOLD (END)-toets. • Het display toont basis-programmeermodus. — Indien u de modus toestelprogrammering wilt verlaten: druk op [PROGRAM] of neem de hoorn op.
2.
2.2 Programmeren Toewijzing signaal “Wachtend Gesprek” Deze mogelijkheid stelt u in staat om het signaal voor “Wachtend Gesprek” te kiezen (Toon 1 of Toon 2). — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Kies 5. • Het display toont het huidige signaaltype. 5 1 2 1 of 2 2. Kies 1 of 2. — 1: Toonsignaal 1 — 2: Toonsignaal 2 3 ... 3. Druk op de OPSLAG-toets. • De OPSLAG-indicator brandt. • Het display toont de basis-programmeermodus.
2.2 Programmeren Gesprekskosten - overzicht Met deze functie kunt u de gesprekskosten bekijken, uitprinten en wissen. De gesprekskosten worden getoond per toestel, buitenlijn, gespreksduurcode, afdelingscode. U kunt ook het totaal van elke code afzonderlijk tonen.
2.2 Programmeren Toestel — Kostenoverzicht Hiermee kunt u de tariefkosten per buitenlijn weergeven (telefoontarief). — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk 9. 1 9 2. Voer het geheime codenummer in (4 cijfers). • Op het display verschijnt: KOSTENTELLER 2 geheime codenummer 3 1 • Om een verkeerd ingegeven cijfer te wissen, drukt u op de WIS (S2)-toets. 3. Druk 1. 4 4.
2.2 Programmeren Wissen gesprekskosten toestel De gesprekskosten van elk toestel (telefoonkosten) kunnen worden gewist. — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk 9. 1 9 2. Voer het geheime codenummer in (4 cijfers). • Op het display verschijnt: KOSTENTELLER 2 geheime codenummer 3 1 3. Druk 1. 4. Druk het toestelnummer of druk op de VOLG (S3)-toets tot het toestelnummer verschijnt. • Op het display verschijnt de kostenteller.
2.2 Programmeren Buitenlijn (CO) — Kostenoverzicht Hiermee kunt u per buitenlijn de tariefkosten bekijken (telefoontarief). — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk 9. 1 9 2. Voer het geheime codenummer in (4 cijfers). • Op het display verschijnt: KOSTENTELLER 2 geheime codenummer 3 2 4 buitenlijn nummer 5 4. Druk het nummer van de buitenlijn (01 t/m 08) of (01 t/m 24) of druk op de VOLG (S3)-toets tot het nummer van de buitenlijn verschijnt.
2.2 Programmeren Gesprekskosten totaal Hiermee kunt u de totale gesprekskosten van een toestel weergeven. — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk 9. 1 9 2. Voer het geheime codenummer in (4 cijfers). • Op het display verschijnt: KOSTENTELLER 2 geheime codenummer • Om een verkeerd ingegeven cijfer te wissen, drukt u op de WIS (S2)-toets. 3 3 3. Druk 3. • Op het display verschijnt de totaalstand van de gesprekskosten.
2.2 Programmeren Gesprekskosten volgens gespreksduurcode Hiermee kunt u de ingestelde gespreksduurcodes weergeven (telefoontarief). — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk 9. 1 9 2. Voer het geheime codenummer in (4 cijfers). • Op het display verschijnt: KOSTENTELLER 2 geheime codenummer • Om een verkeerd ingegeven cijfer te wissen, drukt u op de WIS (S2)-toets. 3 3. Druk 4. 4 4 5 4.
2.2 Programmeren Wissen gesprekskosten volgens gespreksduurcode De gesprekskosten van elke gespreksduurcode (telefoonkosten) kunnen worden gewist. — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk 9. 1 9 2. Voer het geheime codenummer in (4 cijfers). • Op het display verschijnt: KOSTENTELLER 2 geheime codenummer 3 4 3. Druk 4. 4 geheugennummer 5 S2 6 ... 4.
2.2 Programmeren Instellen nieuw tarief Hiermee kunt u het tarief per eenheid instellen. 1 — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk 9. 9 2 geheime codenummer 3 5 4 nieuw tarief 5 ... 6 of 2. Voer het geheime codenummer in (4 cijfers). • Op het display verschijnt: KOSTENTELLER • Om een verkeerd ingegeven cijfer te wissen, drukt u op de WIS (S2)-toets. 3. Druk 5. • Op het display verschijnt de kostenteller. Tarief: 0.1 (— xx: knippert) 4.
2.2 Programmeren Alles wissen Hiermee kunt u alle kosten in het geheugen wissen en een nieuwe starttijd voor het bijhouden van de gesprekskosten instellen. — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk 9. 1 9 2. Voer het geheime codenummer in (4 cijfers). • Op het display verschijnt: KOSTENTELLER 2 geheime codenummer • Om een verkeerd ingegeven cijfer te wissen, drukt u op de WIS (S2)-toets. 3 6 4 VOLG S1 S2 S3 of WIS S1 S2 5 ... 6 S3 3.
2.2 Programmeren Afdrukken gesprekskosten Hiermee kunt het totaal van de gesprekskosten (totaal van alle buitenlijnen, gespreksduurcodes of afdelingscodes), het totaal voor alle toestellen of voor elk toestel apart afdrukken. — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk 9. 1 9 2. Voer het geheime codenummer in (4 cijfers). • Op het display verschijnt: KOSTENTELLER 2 geheime codenummer 3 7 3. Druk 7.
2.2 Programmeren Instellen gespreksduurcode Hiermee kunt u de gespreksduurcode instellen. — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk 9. 1 9 2. Voer het geheime codenummer in (4 cijfers). • Op het display verschijnt: 2 KOSTENTELLER geheime codenummer 3 8 • Om een verkeerd ingegeven cijfer te wissen, drukt u op de WIS (S2)-toets. 3. Druk 8. 4 geheugennummer 5 4.
2.2 Programmeren Gesprekskosten afdelingscode Hiermee kunt u het display met de gesprekskosten van elke afdelingscode zien (telefoonkosten). — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk 9. 1 9 2. Voer het geheime codenummer in (4 cijfers). • Op het display verschijnt: KOSTENTELLER 2 geheime codenummer 3 9 • Om een verkeerd ingegeven cijfer te wissen, drukt u op de WIS (S2)-toets. 3. Druk 9. 4 5 4.
2.2 Programmeren Wissen gesprekskosten afdelingscode De gesprekskosten van elke afdelingscode (telefoonkosten) kunnen worden gewist. — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk 9. 1 9 2. Voer het geheime codenummer in (4 cijfers). • Op het display verschijnt: KOSTENTELLER 2 geheime codenummer • Om een verkeerd ingegeven cijfer te wissen, drukt u op de WIS (S2)-toets. 3 9 3. Druk 9. 4 4.
2.2 Programmeren Toewijzing flexibele toetsen Alle flexibele toetsen (CO, DSS, PF)-toetsen op uw toestel of op de console, kunnen worden geprogrammeerd als verschillende functietoetsen, zoals bijvoorbeeld Gesprekkosten-toets, DSS-toets, DSN/NS-toets, enz. De mogelijkheid om een functie toe te wijzen, is afhankelijk van het soort toets (zie Deel 1.1, “Functietoetsen”). In de systeemprogrammering kan “Toewijzing flexibele buitenlijn (CO)-toets” (geheugenplaats [005]) worden gebruikt.
2.2 Programmeren Conferentie (CONF)-toets (Toewijzing) U kunt een Flexibele (CO, DSS, PF)-toets als Conferentie (CONF)-toets programmeren. 1 — Controleer of u in de programmeermodus bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk op de gewenste Flexibele (CO, DSS, PF)-toets, die u als Conferentie (CONF)-toets wilt gaan gebruiken. 2 7 3 ... 2. Kies 7. • Het display toont: Conferentie 3. Druk op de OPSLAG-toets. • De OPSLAG-indicator brandt. • Het display toont de basis-programmeermodus.
2.2 Programmeren DSS (Direct Station Selectie)-toets (Toewijzing) U kunt een Flexibele (CO of DSS)-toets als DSS-toets programmeren. 1 — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk op de gewenste Flexibele (CO of DSS)-toets, die u als DSStoets wilt gaan gebruiken. 2 1 3 intern toestelnummer 2. Kies 1. • Het display toont: TSTWIS 3. Kies het intern toestelnummer. • Het display toont: TST-xxxx WIS 4 ...
2.2 Programmeren DSN/NS (Doorschakelen/Niet Storen)-toets (Toewijzing) U kunt een Flexibele (CO, DSS, PF)-toets als DSN/NS-toets programmeren. 1 — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk op de gewenste Flexibele (CO, DSS, PF)-toets, die u als DSS/ NS-toets wilt gaan gebruiken. 2 4 2. Kies 4. • Het display toont: DSN/NS 3 ... 3. Druk op de OPSLAG-toets. • De OPSLAG-indicator brandt. • Het display toont de basis-programmeermodus.
2.2 Programmeren Spoed-toets (Toewijzing) U kunt een Flexibele (CO)-toets als Spoed-toets programmeren. — Controleer of u in de programmeermodus bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk op de gewenste Flexibele (CO)-toets, die u als Spoed-toets wilt gaan gebruiken. 1 2 8 1 3 toestelnummer 4 ... 2. Druk 81. • Op het display verschijnt: Spoed naar WIS 3. Voer het toestelnummer in (2 t/m 4 cijfers). • Op het display verschijnt: Spoed naar -xxxx (— xxxx: toestelnummer) 4. Druk op de OPSLAG-toets.
2.2 Programmeren Log-in/Log-out-toets (Toewijzing) U kunt een Flexibele (CO)-toets als Log-In/Log-out-toets programmeren. — Controleer of u in de programmeermodus bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk op de gewenste Flexibele (CO)-toets, die u als Log-In/Logout-toets wilt gaan gebruiken. 1 2 8 0 2. Druk 80. • Op het display verschijnt: Log-In/Log-out 3 ... 3. Druk op de OPSLAG-toets. • De OPSLAG-indicator brandt. • Op het display verschijnt de basis-programmeermodus.
2.2 Programmeren Lus-CO (L-CO)-toets (Toewijzing) U kunt een Flexibele (CO)-toets als Lus-CO toets programmeren. 1 — Controleer of u in de programmeermodus bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk op de gewenste Flexibele (CO)-toets, die u als Lus-CO toets wilt gaan gebruiken. 2 2. Druk op . • Het display toont: Lus-CO 3 ... 3. Druk op de OPSLAG-toets. • De OPSLAG-indicator brandt. • Het display toont de basis-programmeermodus.
2.2 Programmeren ÉÉN-DRUK-toets nummerkiezen (Toewijzing) U kunt een Flexibele (CO, DSS, PF)-toets als ÉÉN-DRUK-toets voor nummerkiezen programmeren. 1 2 — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk op de gewenste Flexibele (CO, DSS, PF)-toets, die u als ÉÉN-DRUK-toets wilt gaan gebruiken. 2. Kies 2. • Het display toont: 2 WIS 3 3. Kies het gewenste nummer (toestelnummer, telefoonnummer, e.d.). • U kunt per nummer maximaal 16 cijfers invoeren.
2.2 Programmeren SAVE-toets (Toewijzing) 1 2 U kunt een Flexibele (CO, DSS, PF)-toets als SAVE-toets programmeren. — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk op de gewenste Flexibele (CO, DSS, PF)-toets, die u als SAVE-toets wilt gaan gebruiken. 2. Druk op 5. • Het display toont: 5 Opslaan 3 ... 3. Druk op de OPSLAG-toets. • De OPSLAG-indicator brandt. • Het display toont de basis-programmeermodus.
2.2 Programmeren Voorwaarden • Op een systeemtoestel is het niet mogelijk om een CO-lijn aan meer dan één Enkele-COtoets toe te wijzen. • Het is mogelijk om een CO-lijn zowel aan een Enkele-CO toets als aan een Groep-CO-toets toe te wijzen. Verbrekings-toets (Toewijzing) U kunt een Flexibele (CO, DSS, PF)-toets als Verbrekings-toets programmeren. 1 — Controleer of u in de programmeermodus bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1.
2.2 Programmeren Voice Mail (VM) Transfer-toets (Toewijzing) † U kunt een Flexibele (CO, DSS, PF)-toets als VM Transfer-toets programmeren. — Controleer of u in de programmeermodus bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk op de gewenste Flexibele (CO, DSS, PF)-toets, die u als VM Transfer-toets wilt gaan gebruiken. 1 2 8 2 3 VM intern toestelnummer 4 ... 2. Kies 82. • Het display toont: VTRWIS 3. Kies het intern toestelnummer van de Voice Mail.
2.2 Programmeren Toewijzing volledig ÉÉN-DRUK-toets nummerkiezen 1 2 Deze toewijzing stelt u in staat om deze functie aan of uit te zetten. De “Handenvrij” modus wordt automatisch geactiveerd wanneer u op een ÉÉN-DRUK-toets, een DSS-toets, de REDIAL-toets of op de SAVE-toets drukt. — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Kies 3. • De OPSLAG-indicator gaat uit. 3 • Op het display verschijnt de huidige status.
2.2 Programmeren Toewijzing signaal intern gesprek Deze toewijzing stelt u in staat, om het signaal (toon/spraak) voor een inkomend intern gesprek te kiezen. — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Kies 4. • Op het display verschijnt de huidige status. 4 Toon oproep (— De belsignaal-modus is ingesteld.) 1 2 1 of 2 Stem Oproep (— De spraak-modus is ingesteld.) 3 ... 2. Kies 1 of 2. — 1: belsignaal — 2: spraak 3. Druk op de OPSLAG-toets.
2.2 Programmeren Toewijzen toonhoogte aan toetsen aan/uit (enkel voor KX-T7230 en KX-T7235) U kunt aan de toetsen een toonhoogte toekennen als erop gedrukt wordt (aan/uit). — Controleer of u in de programmeermodus bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk 7. • De licht van de OPSLAG-indicator gaat uit. 7 • Op het display verschijnt de huidige status. Toonhoogte aan 1 2 1 of 3 ... 2 2. Druk 1 of 2. — 1: u zet de toonhoogte-modus AAN — 2: u zet de toonhoogte-modus UIT 3. Druk op de OPSLAG-toets.
2.2 Programmeren Toewijzing Voorkeur Lijn — Inkomend U kunt uit de onderstaande drie mogelijkheden kiezen welke voorkeur u geeft bij het beantwoorden van een inkomend gesprek. 1) Geen voorkeur voor een lijn 2) Voorkeur voor alle bellende lijnen (— basisinstelling) 3) Voorkeur voor de “Prime”-lijn (buitenlijn met voorrang) Volg de juiste programmeer procedure voor uw selectie. Geen voorkeur voor lijn — Inkomend (Toewijzing) 1 Wanneer u de hoorn opneemt wordt niet automatisch een lijn gekozen.
2.2 Programmeren Voorkeur voor “Prime”-buitenlijn — Inkomend (Toewijzing) Wanneer u de hoorn opneemt, beantwoordt u een gesprek op een buitenlijn dat als “Prime”lijn (met urgentie) is toegewezen. 1 — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Kies 2. • Op het display verschijnt de huidige status. 2 2. Kies 3. 2 3 3 nummer CO-lijn 3. Voer het nummer van de CO-lijn in (01–08) of (01–24) in.
2.2 Programmeren Toewijzing Voorkeur Lijn — Uitgaand U kunt uit de onderstaande vier mogelijkheden kiezen welke voorkeur u geeft bij het kiezen van een lijn. 1) Geen voorkeur voor een lijn 2) Voorkeur voor een vrije lijn 3) Voorkeur voor de Voorrang (Prime)-buitenlijn 4) Voorkeur voor de interne Voorrang “Prime”-lijn (— basisinstelling) Volg de programmeringsprocedure voor uw selectie.
2.2 Programmeren 3 ... 3. Druk op de OPSLAG-toets. • De OPSLAG-indicator brandt. • Het display toont de basis-programmeermodus. — Indien u de modus toestelprogrammering wilt verlaten: druk op [PROGRAM] of neem de hoorn op. Voorkeur Voorrang (Prime)-buitenlijn — Uitgaand (Toewijzing) 1 2 Wanneer u de hoorn opneemt bent u verbonden met een buitenlijn die als Voorrang-buitenlijn is toegewezen. — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Kies 1.
2.2 Programmeren Keuze belsignaal voor buitenlijntoetsen Voor de buitenlijn (CO)-toetsen kunt u het gewenste belsignaal kiezen. 1 2 — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk op de buitenlijntoets waarvan u het belsignaal wilt wijzigen. CO 2. Druk nogmaals op de eerder gekozen buitenlijntoets. • Op het display verschijnt de huidige status. CO 3 nummer type belsignaal 4 ... 3. Voer het nummer (1–8) van het type belsignaal in.
2.2 Programmeren Bevestiging eigen toestelnummer (alleen voor KX-T7230 en 7235) U kunt op uw toestel de display-weergave van uw eigen toestelnummer programmeren. 1 2 — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Kies 6. • Het display toont uw eigen aansluitings- en toestelnummer. 6 Plug01<=>TST101 2. Druk op de HOLD (END)-toets. • Het display toont de basis-programmeermodus.
2.2 Programmeren Toewijzing Snelkiezen nummers/naam (alleen op KX-T7235) U kunt nummers en namen die u vaak belt onder elke Functietoets programmeren. Een nummer opslaan — Controleer of u in de modus toestelprogrammering bent: druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1. Druk op een Functietoets (F1–F10). • De OPSLAG-indicator gaat uit. F6 • Het display toont de huidige status.
2.2 Programmeren 3. Voer de gewenste naam in. • Raadpleeg hierbij de onderstaande karaktertabel. 3 4. Druk op de OPSLAG-toets. • De OPSLAG-indicator brandt. • Het display toont de basis-programmeermodus. naam 4 ... — Indien u de modus toestelprogrammering wilt verlaten: druk op [PROGRAM] of neem de hoorn op. Karaktertabel U kunt een naam invoeren met behulp van de cijfertoetsen, en enkele speciaal daarvoor bestemde toetsen. Elke cijfertoets heeft in totaal zeven karakters.
2.2 Programmeren — Invoeren van de naam “Mike” met behulp van de SELECT (KEUZE)-toets: 1. Voor de “M” drukt u op 6 en daarna eenmaal op de SELECT (KEUZE)-toets. 2. Voor de “i” drukt u op 4 en daarna zesmaal op de SELECT (KEUZE)-toets. 3. Voor de “k” drukt u op 5 en daarna viermaal op de SELECT (KEUZE)-toets. 4. Voor de “e” drukt u op 3 en daarna viermaal op de SELECT (KEUZE)-toets. — Invoeren van de naam “Mike” met behulp van de SHIFT- en Soft-toets: 1. Voor de “M” drukt u op 6 en daarna op S1.
Deel 3 Programmering voor de gebruiker (Programmering voor de systeembeheerder) Inhoud 3.1 3.2 Algemene programmeerinstructies ................................ 3-2 3.1.1 Bediening van de Systeemtelefoon ....................... 3-3 3.1.2 Programmering..................................................... 3-5 Programmering voor de gebruiker (Programmering voor de systeembeheerder) .................
3.1 Algemene programmeerinstructies De gebruiker (systeembeheerder) van de systeemtelefoon kan de volgende systeemfuncties vanaf het eigen telefoontoestel programmeren.
3.1.1 Bediening van de Systeemtelefoon Gebruik van het masker Een programeermasker wordt samen met de hoofdeenheid geleverd. Vermits de functies van de telefoontoetsen de programmeer-modus veranderen, is het aan te raden dat u dit masker steeds gebruikt tijdens het programmeren. Plaats bedieningstoetsen op masker Op de volgende tekeningen ziet u de functies van de toetsen in de programmeermodus op de KX-T7235 en de KX-T7230.
3.1.1 Bediening van de Systeemtelefoon Aandachtspunten vóór het programmeren Controleer voordat u de programmeermodus activeert dat: • uw hoorn ingelegd is. • er geen oproepen in wachtstand op uw telefoontoestel staan.
3.1.2 Programmering Naar de volgende stap Als “MNG-PGM NO? ->” op het display staat, kunt u één van de volgende stappen kiezen: • Druk op de VOLG-toets om naar programma [000] te gaan. • Voer een geheugenplaats met 3 cijfers in om naar een ander programma te gaan. Rotatie plugnummer Elke plug op het Digitaal Super Hybridesysteem ondersteunt de verbinding met een systeemtelefoon en een analoog toestel met verschillende toestelnummers (eXtra Device Port: XDP-functie).
3.1.2 Programmering Naar een andere geheugenplaats gaan Druk op OPSLAG. U kunt op de volgende 2 manieren naar een ander programma gaan: (1) • Naar de volgende grotere geheugenplaats: (1) • Druk Soft 1 (SKP+) of VOLUME (lager). (1) • Naar de volgende kleinere geheugenplaats: (1) • Druk SHIFT + Soft 1 (SKP+) of VOLUME (hoger). (2) • Naar een specifieke geheugenplaats: (1) • Druk op END en voer dan de geheugenplaats in.
000 3.2 Programmering voor de gebruiker (Programmering voor de systeembeheerder) Instellen datum en uur OPMERKING Er wordt van uitgegaan dat u Deel 3.1 “Algemene Programmeerinstructies” gelezen heeft. Het gebruik van Soft-toetsen is in dat deel besproken. In de volgende instructies zal er niet naar verwezen worden. In plaats van de maskertoetsen kunt u evenwel steeds gebruik maken van de Soft-toetsen. Beschrijving Instellen datum en uur.
000 3.2 Programmering voor de gebruiker (Programmering voor de systeembeheerder) Instellen datum en uur (vervolg) 12. Voer het uur in. Druk op CLEAR en voer het nieuwe uur in om de actuele instelling te veranderen. 13. Druk op -->. 14. Voer de minuut in. Druk op CLEAR en voer de nieuwe minuut in om de actuele instelling te veranderen. 15. Druk op OPSLAG. 16. Druk op END. Voorwaarden • Na elke invoer kunt u ook op OPSLAG drukken. U hoeft de andere stappen dan niet uit te voeren.
001 3.2 Programmering voor de gebruiker (Programmering voor de systeembeheerder) Instellen nummers voor Snelkiezen via Systeemgeheugen Beschrijving U kunt Snelkiesnummers voor het Systeemgeheugen programmeren. Alle toestelgebruikers kunnen over deze nummers beschikken. De geprogrammeerde nummers worden tevens gebruikt in de functies Naam Gesprekspartner en Gesprekslog, Inkomende Functies.
001 3.2 Programmering voor de gebruiker (Programmering voor de systeembeheerder) Instellen nummers voor Snelkiezen via Systeemgeheugen (vervolg) • Voer vóór het nummer ook de lijntoegangscode in als u een extern nummer wilt bewaren (standaard = 0, 81–88). Naam Gesprekspartner en Gesprekslog, Inkomende functie; Als - (liggend streepje) voor het telefoonnummer staat, begint Verifiren Naam Gesprekspartner bij het telefoonnummer.
002 3.2 Programmering voor de gebruiker (Programmering voor de systeembeheerder) Instellen namen voor Snelkiezen via Systeemgeheugen Beschrijving Via Programma [001] “Instellen namen voor Snelkiezen via Systeemgeheugen” wijst u een naam toe aan een snelkiesnummer. De bewaarde naam verschijnt op het display van de KX-T7235 tijdens de functie Snelkiezen via Systeemgeheugen. De bewaarde namen worden gebruikt in de functies Naam Gesprekspartner en Gesprekslog bij inkomende gesprekken.
003 3.2 Programmering voor de gebruiker (Programmering voor de systeembeheerder) Instellen toestelnummer Beschrijving Elk intern toestel krijgt een toestelnummer.
003 3.2 Programmering voor de gebruiker (Programmering voor de systeembeheerder) Instellen Toestelnummer (vervolg) • Een toestelnummer is niet geldig als het eerste of tweede cijfer niet overeenstemt met de instelling van het programma [100] “Flexible numbering, 1st through 16th hundred extension blocks”. Als u één cijfer als eerste cijfer toewijst, dan bestaan sommige toestelnummers uit twee en andere uit drie cijfers.
004 3.2 Programmering voor de gebruiker (Programmering voor de systeembeheerder) Instellen Toestelnaam Beschrijving In Programma [003] “Instellen Toestelnaam” krijgt elk toestelnummer een toestelnaam. Selectie • Plugnummer: KX-TD816 — 01 tot 16 (-1 / -2) KX-TD1232 — 01 tot 64 (-1 / -2) (-1 = eerste toewijzing, -2 = tweede toewijzing) • Toestelnaam: maximaal 10 cijfers Standaardinstelling Alle pluggen — niet bewaard Programmeren 1. Voer 004 in. Display EXT Name Set 2. Druk op VOLG.
004 3.
3.
Deel 4 Functies Systeemtoestellen 4.1 4.2 4.3 4.4 Inhoud Basisbediening .......................................................... 4-2 Opbellen .................................................................... 4-2 Een gesprek beantwoorden ....................................... 4-3 Functies Systeemtoestellen (A-Z) ............................. 4-4 Servicefuncties voor de Telefonist(e) (— alleen voor de Telefonist(e)) .......................... 4-130 Speciale Displayfuncties (— voor de KX-T7235) ......
4.1 Basisbediening Opbellen Een intern nummer kiezen U kunt als volgt een intern toestelnummer kiezen: 1 1. Neem de hoorn van de haak of druk op de HANDENVRIJ/ MONITOR-toets. 2 2. Kies het intern toestelnummer of druk op de DSS-toets.
4.1 Basisbediening Programmeerverwijzing • Toestelprogrammering (Deel 2) Toewijzing voorkeur Lijn — Uitgaand Functieverwijzing Intern telefoneren (4.4/Speciale Displayfuncties) Handenvrij kiezen Intern toestel kiezen Toegang tot buitenlijn (CO) Een gesprek beantwoorden 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 of of 1 CO of INTERCOM 1. Druk op een knipperende CO- of INTERCOM-toets. • De CO- of INTERCOM-indicator blijft groen branden.
4.2 Functies Systeemtoestellen Boodschapfunctie “Afwezig”op display Wanneer deze functie is ingesteld, verschijnt op het display van het toestel dat belt, de reden van uw afwezigheid. Voor elk toestel met display zijn negen boodschappen beschikbaar. Zes boodschappen zijn reeds voorgeprogrammeerd. Instellen of opheffen van de boodschapfunctie geschiedt individueel, dus per toestel, maar enkel gebruikers met een display op hun toestel kunnen een boodschap ontvangen.
4.2 Functies Systeemtoestellen Boodschap 2. “Afwezig” 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Kies het functienummer (750) en 2. • U hoort de hevestigingstoon en daarna de kiestoon. 7 5 0 2 3. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ/ MONITOR-toets. 3 Boodschap 3. “Op TST %%%” 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Kies het functienummer (750) en 3. 7 5 0 3. Kies het intern toestelnummer waarop u te bereiken bent.
4.2 Functies Systeemtoestellen Boodschap 5. “Weg tot %%/%%” (maand/dag) of (dag/maand) 1 1. Neem de hoorn op of de druk de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Kies het functienummer (750) en 5. 7 5 0 3. Voer de dag (01–31) en daarna de maand in (01–12). • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 5 3 4. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDEN-VRIJ/ MONITOR-toets. dag en maand 4 Boodschap 6. “In Bespreking” 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2.
4.2 Functies Systeemtoestellen 4. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ/ MONITOR-toets. 4 Opheffen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 7 5 0 0 3 2. Kies het functienummer (750) en 0. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. • Het display toont: Boodschap Gewist 3. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ/ MONITOR-toets. Voorwaarden • Telkens wanneer u de hoorn opneemt verschijnt de boodschap op het display.
4.2 Functies Systeemtoestellen Invoeren Gespreksduurcode Met de Gespreksduur-Code kunt u de gespreksduur van inkomende en uitgaande buitenlijn (CO)-gesprekken controleren. De Gespreksduur-Code is verbonden met het toestel voor gegevensregistratie (SMDR – Station Message Detail Recording). Voor inkomende buitenlijngesprekken zijn geen Gespreksduur-Codes vereist.
4.2 Functies Systeemtoestellen Basisbediening Basisbediening Invoeren Gespreksduurcode 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 4 9 3 gespreksduurcode en # 4 CO 2. Kies het functienummer (49), of druk op de Flexibele toets die als Tijdtoets is toegewezen. • Als u het functienummer intoetst hoort u geen toonsignaal. • Als u op de Tijdtoets drukt hoort u een regelmatig onderbroken toonsignaal*2. • De indicator van de Tijdtoets zal gaan branden, zodra deze toets is ingedrukt. 3.
4.2 Functies Systeemtoestellen Voorwaarden In de modus “Check - All” (controleer alle gesprekken) • In de volgende gevallen dient u altijd een vooraf toegewezen Gespreksduurcode in te voeren, behalve wanneer deze reeds in het geheugen is opgeslagen.
4.2 Functies Systeemtoestellen • Als een ingevoerde Gespreksduurcode niet overeenkomt met een in het geheugen opgeslagen Gespreksduurcode: 1) Hoort u de herkiestoon wanneer u een buitenlijngesprek kiest. 2) Wordt, tijdens een gesprek, de invoer van de code geaccepteerd en het gesprek kan gewoon worden voortgezet (Optie-modus). • De kosten van de Gespreksduur-Code worden opgeteld als de ingevoerde gespreksduur tijdens een gesprek op een buitenlijn overeenkomt met een vooraf opgegeven GespreksduurCode.
4.2 Functies Systeemtoestellen Keuze Bel/Stem U kunt een interne oproep plaatsen met gebruik van uw stem of door middel van een belsignaal. In de modus “Stem” kunt u na de bevestigingstoon beginnen te spreken. Invoeren met Softtoetsen Oproepen met stem 1 Stem S1 S2 S3 Als het toestel dat u belt is ingesteld op “Belsignaal”, hoort u een terugbeltoon. 1. Druk op de Stem (S3)-toets. • Het gebelde toestel schakelt om naar “Stem”, en u hoort de bevestigingstoon.
4.2 Functies Systeemtoestellen Voorwaarden • De standaardinstelling is: Belsignaal. • U kunt alleen tijdens een gesprek naar “Stem” of “Belsignaal” omschakelen. • Als u een 2-draadstelefoon oproept, is alleen “Belsignaal” beschikbaar.
4.2 Functies Systeemtoestellen Automatisch Terugbellen (Camp-On) Wanneer een door u gekozen buitenlijn of interne lijn bezet is, toets dan de code voor Automatisch Terugbellen in (Camp-On), en leg vervolgens de hoorn op de haak. U wordt door een belsignaal gewaarschuwd zodra het andere toestel vrij is. Bediening met Softtoets Instellen 1 B.TRG S1 S2 S3 2 Het toestel is bezet; 1. Druk op de B.TRG (S3)-toets. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de herkiestoon. 2.
4.2 Functies Systeemtoestellen Beantwoorden van Terugbelsignaal — buitenlijn (CO) Belsignaal op uw toestel; • Het display toont: COxx: Vrij 1 2 telefoonnummer buitenlijnnummer 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. • U hoort de kiestoon. 2. Kies het gewenste externe telefoonnummer. Opheffen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Kies het functienummer (46). 2 4 6 3. Haak de hoorn in of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets.
4.2 Functies Systeemtoestellen Achtergrondmuziek (AGM) Uw toestel heeft de mogelijkheid om achtergrondmuziek via de ingebouwde luidspreker te laten horen. Bediening met Softtoets 1 AGM S1 S2 De hoorn ligt op de haak en de HANDENVRIJ-functie is uit; 1. Druk op de AGM (S3)-toets. • Druk nogmaals op de toets om de AGM-functie uit te zetten. S3 Basisbediening Instellen/Opheffen De hoorn ligt op de haak en de HANDENVRIJ/MONITOR-functie is uit; 1. Druk op de HOLD-toets.
4.2 Functies Systeemtoestellen Waarschuwen lijn in gesprek (BSS) Wanneer u een bezet toestel belt, hoort degene die in gesprek is drie pieptonen ter indicatie dat u wacht. Bediening met Softtoets Als u een intern toestel belt en de bezettoon hoort; 1. Druk op de BSS (S1)-toets. • Wacht op beantwoording en begin te spreken. 1 BSS S1 S2 S3 Basisbediening 1 2 Als u een intern toestel belt en de bezettoon hoort; 1. Kies 2. • Wacht op beantwoording en begin te spreken.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gesprek doorschakelen — SAMENVATTING Met deze functie worden inkomende gesprekken automatisch naar een ander intern toestel of naar een externe buitenlijn doorgeschakeld. U kunt op de volgende manieren een gesprek doorschakelen: Omschrijving Manier Doorschakelen — Alle Alle inkomende gesprekken worden naar een ander toestel doorgeschakeld. Doorschakelen — Bezet Alle inkomende gesprekken worden doorgeschakeld naar een ander toestel wanneer uw toestel bezet is.
4.2 Functies Systeemtoestellen • Een Systeemtoestel dat wordt gebeld en over geen overeenkomstige CO-toets beschikt kan geen gesprekken ontvangen. • Bevestigingstoon 2 (2 pieptonen) wordt uitgezonden wanneer de eerder geprogrammeerde gegevens gelijk zijn aan de nieuwe gegevens. Is dit niet het geval, dan wordt bevestigingstoon 1 (1 pieptoon) uitgezonden. Raadpleeg “Overzicht toonsignalen” in de Appendix (Deel 8).
4.2 Functies Systeemtoestellen 4 intern toestelnummer 5 4. Kies het intern toestelnummer waarnaar u het gesprek wilt doorschakelen. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. • Het display toont: DSN(All) Tstxxxx toestelnr. waarnaar wordt doorgeschakeld • De DSN/NS-indicator knippert langzaam (rood). 5. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ-toets. Basisbediening Instellen 1 1. Neem de hoorn op druk op de HANDENVRIJ/MONITOR-toets. 2 2. Druk op de DSN/NS-toets.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gesprek doorschakelen — bezet U kunt alle inkomende gesprekken doorschakelen wanneer uw toestel bezet is. Display (— voor de KX-T7235) Instellen 1. Neem de hoorn op druk op de HANDENVRIJ-toets. 1 2. Druk op de DSN/NS-toets. 2 3. Druk op de DSN-Bezet (F4)-toets. 3 F4 DSN-Bezet (→tst) F5 4 4. Kies het intern toestelnummer waarnaar u wilt doorschakelen. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. • Het display toont: DSN(BZT) Tstxxxx toestelnr.
4.2 Functies Systeemtoestellen 5. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ/ MONITOR-toets. 5 Gesprek doorschakelen — geen antwoord Met deze functie worden de inkomende gesprekken naar een ander intern toestel doorgeschakeld wanneer u niet binnen een bepaalde tijd beantwoordt. Bediening display (— voor de KX-T7235) Instellen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ-toets. 1 2. Druk op de DSN/NS-toets. 2 3. Druk op de toets DSN-Afwezig (F5)-toets. 3 4.
4.2 Functies Systeemtoestellen 4 intern toestenummer 5 4. Kies het intern toestelnummer waar het gesprek naar moet worden doorgeschakeld. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. • Het display toont: DSN (NO) Tstxxxx Intern toestelnr. waarnaar wordt doorgeschakeld • De DSN/NS-indicator knippert langzaam (rood). 5. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ/ MONITOR-toets.
4.2 Functies Systeemtoestellen 5 intern toestelnummer 6 5. Kies het intern toestelnummer waar u het gesprek naar wilt doorschakelen. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. • Het display toont: DSN(B/NO)Tstxxxx Intern toestelnummer waarnaar wordt doorgeschakeld • De DSN/NS-indicator knippert langzaam (rood). 6. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ-toets. Basisbediening Instellen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 2. Druk op de DSN/NS-toets.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gesprek doorschakelen — naar buitenlijn (CO) U kunt een intern gesprek naar een buitenlijn doorschakelen. Het externe telefoonnummer moet hiervoor zijn voorgeprogrammeerd. Bediening display (— voor de KX-T7235) Instellen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ-toets. 1 2. Druk op de DSN/NS-toets. 2 3. Druk op de VOLG (S3)-toets. 3 4. Druk op de DSN-CO-lijn (F2)-toets. VOLG S1 S2 4 F2 5. Kies de toegangscode tot een buitenlijn (0, of tussen 81–88).
4.2 Functies Systeemtoestellen Basisbediening Instellen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Druk op de DSN/NS-toets. • U kunt in plaats daarvan ook het functienummer (710) kiezen. 2 3 6 3. Kies 6. 4. Kies de toegangscode tot een buitenlijn (0, of tussen 81–88). 4 toegangscode buitenlijn 5 telefoonnummer 6 5. Kies het telefoonnummer waar het gesprek naar moet worden doorgeschakeld. 6. Kies #. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gesprek doorschakelen — Follow Me U kunt de functie “Gesprek doorschakelen — Alle Gesprekken” ook instellen op het bestemmingstoestel (toestel waar een gesprek naar moet worden doorgeschakeld). Bediening display (— voor de KX-T7235) Instellen 1 – op het bestemmingstoestel; 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ-toets. 2 2. Druk op de DSN/NS-toets. 3 3. Druk op de VOLG (S3)-toets. 4. Druk op de DSN-Van (F3)-toets. VOLG S1 S2 S3 4 F3 DSN-Van (→tst) F4 F5 5.
4.2 Functies Systeemtoestellen Basisbediening Instellen – op het bestemmingstoestel; 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 2. Druk op de DSN/NS-toets. • U kunt in plaats daarvan ook het functienummer (710) kiezen. 3 3. Kies 7. 7 4 uw intern toestelnr. 5 4. Kies uw eigen intern toestelnummer. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. • Het display toont: DSN(Van)Tstxxxx Uw intern toestelnr. • De DSN/NS-indicator op uw toestel knippert langzaam (rood). 5.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gesprek doorschakelen — OPHEFFEN Het doorschakelen van gesprekken kunt u op twee manieren opheffen. Welke manier u moet toepassen, is afhankelijk van de doorschakelfunctie die aan uw toestel is toegewezen. Bediening display (— voor de KX-T7235) Opheffen gesprek doorschakelen — op uw toestel 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ-toets. 1 2. Druk op de DSN/NS-toets. 2 3. Druk op de DSN/NS Opheffen (F1)-toets. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon.
4.2 Functies Systeemtoestellen 6. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ-toets. 6 Basisbediening Opheffen gesprek doorschakelen — op uw toestel 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Druk op de DSN/NS-toets. • U kunt in plaats daarvan ook het functienummer (710) kiezen of op de Flexibele toets drukken, die als DSN/NS-toets is toegewezen. 2 3 0 4 3. Kies 0. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon.
4.2 Functies Systeemtoestellen Wachtstand Met deze functie kunt u interne (INTERCOM (ICM)) of externe (CO) gesprekken in de wachtstand zetten. Gesprek in wachtstand zetten Tijdens een gesprek; 1. Druk op de HOLD-toets. • De indicator van de betreffende buitenlijn of interne lijn knippert langzaam groen. • Dit gesprek wordt in exclusieve wachtstand geplaatst. 1 2 2. Druk opnieuw op de HOLD-toets. • De buitenlijn- of INTERCOM-indicator knippert langzaam groen.
4.2 Functies Systeemtoestellen Exclusieve Wachtstand Met deze functie voorkomt u dat iemand anders een voor u bestemd gesprek in wachtstand terugneemt. Het gesprek kan alleen worden teruggenomen door het toestel dat het in wachtstand plaatste. Een gesprek in exclusieve wachtstand zetten Tijdens een gesprek; 1. Druk op de HOLD-toets. • De indicator van de buitenlijn of interne lijn knippert langzaam groen. • U hoort de bevestigingstoon. • U kunt de hoorn weer opleggen.
4.2 Functies Systeemtoestellen Overnemen van een gesprek in wachtstand Wanneer een gesprek in de wachtstand is gezet, kunt u dit gesprek ook op een ander toestel overnemen. Overnemen van een buitenlijn (CO) gesprek in wachtstand – op andere toestel; 1 CO 1. Druk op de CO-toets waarvan de indicator langzaam rood knippert. • De CO-indicator blijft groen branden. of of 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Kies het functienummer (53). 2 5 3 3 3.
4.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gesprekslog, inkomend (— enkel voor KX-T7230 en KX-T7235) U kunt op het display telefoonnummer, naam, dag en uur van de externe oproep bevestigen als u de oproep niet beantwoordt. U kunt het geregistreerde nummer ook wijzigen en terugbellen. Elk toestel kan maximaal 15 oproepen registreren. Instellen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ-toets. 1 2 5 4 1 3 2. Vorm het functienummer (54) en 1.
4.2 Functies Systeemtoestellen Bediening display (— voor de KX-T7235) F1 F2 1 Jan 15:00 F3 F4 F5 Toestel STATION SK Functies SYSTEEM SK Gesprekslog Hotel OLD7 NEW5 VOLG S1 F1 F2 F3 F4 F5 F3 F4 F5 F3 F4 F5 S2 S2 F6 F7 F8 F9 F10 S3 A104:CD COMPANY 0011223344 Nancy Home 30 16:00 Seq05 3Call VOLG VORG MENU S1 F1 F2 S3 A112:AB COMPANY 0102030405 BOB HANKS 30 15:00 Seq01 2Call VOLG VORG MENU S1 F1 F2 S2 Er zijn onbeantwoorde oproepen als de LED of de SHIFT-toets rood brandt: 1.
4.2 Functies Systeemtoestellen 01:0111111111 INFO WIS VOLG S2 S1 S3 2. Bevestig de informatie door op de VOLG-toets (S3) te drukken. • Het display toont verdere informatie over de oproeper.
4.2 Functies Systeemtoestellen Blokkeren gesprekslog, inkomend (— enkel voor KX-T7230 en KX-T7235) Hiermee kunt u vermijden dat de functie “Gesprekslog, inkomend” op het display verschijnt als u niet wenst dat anderen deze informatie te zien krijgen. Blokkeren 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ-toets 1 2. Vorm het functienummer (59). 2 5 9 3 blokkeringscode 4 3. Vorm de blokkeringscode (000–999). 4. Vorm nogmaals dezelfde blokkeringscode.
4.2 Functies Systeemtoestellen Voorwaarden • De telefonist(e) kan het display voor gesprekslog van elk toestel deblokkeren als u uw blokkeringscode vergeten bent (inkomend gesprekslog blokkeren - op afstand). • In de blokkeringsstatus kunt u het display van uw toestel geen nieuwe blokkeringscode geven. U moet dus eerst uw toestel deblokkeren alvorens u het met een nieuwe code kunt blokkeren. • “*” en “#” kunt u niet als blokkeringscode gebruiken.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gesprek parkeren U kunt een gesprek in wachtstand naar de “parkeerzone” van het systeem sturen. Dit is vooral handig wanneer u andere functies wilt gaan gebruiken. Gesprekken die geparkeerd zijn, kunnen op elk toestel worden teruggenomen. Het toestel voor Telefonist(e) kan deze functie via bediening van het display uitvoeren. Tijdens een gesprek; 1. Druk op de DVB-toets. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 1 2 5 2 2. Kies het functienummer (52).
4.2 Functies Systeemtoestellen Voorwaarden • Er kunnen maximaal tien gesprekken worden geparkeerd. • Als een geparkeerd gesprek niet binnen de vastgestelde tijd wordt teruggenomen, wordt automatisch omgeschakeld naar de functie “Terugbelsignaal geparkeerd gesprek”. Als het geparkeerd gesprek een buitenlijn is, kunt u programmeren of het “Terugbelsignaal geparkeerd gesprek” naar het eerste toestel of naar de telefonist(e) schakelt.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gesprek overnemen, gericht Deze functie biedt de mogelijkheid om een inkomend gesprek op een willekeurig toestel te beantwoorden. 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Kies het functienummer (41). 2 4 1 3 intern toestelnummer 3. Kies het nummer van het intern toestel waarop het belsignaal gaat. • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). • U kunt beginnen te spreken. of 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gesprek overnemen, groep Deze functie stelt u in staat om een gesprek te beantwoorden op een ander toestel binnen uw groep. 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 4 0 2. Kies het functienummer (40). • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). • U kunt beginnen te spreken. Voorwaarden • U kunt een extern, intern of een deurintercom gesprek beantwoorden.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gesprek overnemen, negeren Met deze functie voorkomt u dat iemand anders de voor u bestemde gesprekken overneemt. Instellen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 7 2 0 1 2. Kies het functienummer (720) en daarna 1. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon • Het display toont: Gspr Ovrn Negrn 3 3. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ/ MONITOR-toets. Opheffen 1 1.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gesprek splitsen Met deze functie kunt u omschakelen tussen twee gesprekspartners. Als u het gesprek dat u voert in de wachtstand plaatst, kunt u een gesprek voeren met een tweede gesprekspartner. Een gesprek voeren terwijl een ander gesprek in wachtstand is geplaatst 1 CO INTERCOM of 1. Druk op de CO- of INTERCOM-toets van het eerste gesprek dat in wachtstand staat. • Druk telkens op deze toets om te wisselen tussen de gesprekspartners.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gesprek doorverbinden — naar buitenlijn (CO) Met deze functie kunt u een intern gesprek naar een buitenlijn doorverbinden, en het gesprek eerst aankondigen. Aankondigen doorverbinden gesprek 1 2 CO Tijdens een gesprek; 1. Druk op de DVB-toets. • Het gesprek is in wachtstand. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 2. Druk op een CO-toets of kies de lijntoegangscode (0 of 81–88). 3 telefoonnummer 4 3.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gesprek doorverbinden — naar intern toestel Deze functie biedt de mogelijkheid om een gesprek, met of zonder aankondiging, naar een intern toestel door te verbinden. U kunt hiervoor ook een DSS-toets gebruiken, mits deze is voorgeprogrammeerd. Met aankondiging Tijdens een gesprek; 1. Druk op de DVB-toets. • Het gesprek is in wachtstand. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 1 2 intern toestelnummer 3 2.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gesprek doorverbinden met een DSS-toets Een gesprek kan met behulp van een DSS-toets, met of zonder aankondiging, worden doorverbonden. Er zijn twee mogelijkheden, afhankelijk van het feit of de functie Doorverbinden met ÉÉN-DRUK-toets* wel of niet is ingesteld. * Doorverbinden met ÉÉN-DRUK-toets stelt u in staat om een buitenlijngesprek in de wachtstand te zetten, en het naar een intern toestel door te verbinden met behulp van één toets.
4.2 Functies Systeemtoestellen Programmeerverwijzing • Toestelprogrammering (Deel 2) Toewijzing flexibele toetsen — DSS-toets (Voor de toewijzing kan systeemprogrammering [005] (Installatiehandleiding) worden gebruikt.
4.2 Functies Systeemtoestellen Toonsignaal “Wachtend Gesprek” Tijdens een gesprek hoort u een toonsignaal ter indicatie dat er een ander gesprek op u wacht. U kunt het wachtende gesprek beantwoorden door het huidige gesprek te beëindigen, of door het huidige gesprek in de wachtstand te zetten. Instellen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 7 3 1 1 2. Kies het functienummer (731) en daarna 1. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon.
4.2 Functies Systeemtoestellen Wachtend gesprek beantwoorden via wachtstand huidig gesprek 1 CO INTERCOM of U hoort het toonsignaal “Wachtend Gesprek” terwijl de CO- of INTERCOM-indicator vlug knippert: 1. Druk op de CO- of INTERCOM-toets die vlug knippert. • U kunt nu met de nieuwe oproeper spreken. — Als zowel de huidige als de nieuwe gesprekken interne lijnen zijn, kunt u ook op de HOLD-toets drukken.
4.2 Functies Systeemtoestellen Vermijden Identificatie bij Bestemmeling (CLIR — Calling Line Identification Restriction) U kunt vermijden dat uw nummer op het andere toestel verschijnt als u het opbelt. U kunt instellen dat uw nummer op het display van het andere toestel één enkele keer of permanent verschijnt. Uw nummer niet tonen aan de bestemmeling 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 5 7 2 2. Kies het functienummer (57) en 2. • Op het display verschijnt: CLIR ON 3 3.
4.2 Functies Systeemtoestellen 4. Kies het telefoonnummer.
4.2 Functies Systeemtoestellen Vermijden Identificatie bij Oproeper (COLR — Connected Line Identification Restriction) U kunt vermijden dat uw nummer bij uw correspondent verschijnt als deze u opbelt. U kunt uw toestel zo instellen dat uw nummer niet op zijn display verschijnt. U kunt instellen dat uw nummer niet op het display van het andere toestel verschijnt. Uw nummer niet tonen aan de oproeper 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 5 8 1 2.
4.2 Functies Systeemtoestellen Conferentie Met deze functie kunt u een derde partij aan een gesprek toevoegen: een conferentieschakeling tussen drie personen. U kunt de drie volgende conferentieschakelingen tot stand brengen: drie interne lijnen, een intern lijn en twee buitenlijnen, of twee interne lijnen en een buitenlijn. Conferentieschakeling U voert een gesprek: 1. Druk op de CONF-toets. • De huidige partij wordt in de wachtstand gezet. • De CONF-indicator knippert langzaam rood. 1 2 2.
4.2 Functies Systeemtoestellen Beide partijen in wachtstand zetten 1. Druk op de HOLD-toets. • Deze functie is alleen mogelijk wanneer minstens een partij een buitenlijn gebruikt. 1 Voorwaarden • Als u een extern telefoonnummer kiest, dan moet u eerst de toegangscode van een buitenlijn (0, of tussen 81–88) kiezen. • Er kunnen maximaal zes conferentieschakelingen gelijktijdig tot stand gebracht worden. • U kunt ook een conferentie-gesprek tot stand brengen door tussen te komen in een gesprek.
4.2 Functies Systeemtoestellen Conferentie, verlaten en weer deelnemen U kunt een conferentiegesprek met drie verlaten terwijl de twee anderen hun gesprek voortzetten. U kunt later weer deelnemen aan het conferentiegesprek. Conferentiegesprek verlaten Tijdens een conferentiegesprek met drie: 1. Met de CONF-toets verlaat u het conferentiegesprek. • Tussen de twee andere gesprekspartners wordt een verbinding tussen buitenlijnen tot stand gebracht. 1 Weer deelnemen aan conferentiegesprek 1.
4.2 Functies Systeemtoestellen Gespreksinformatie op Display (enkel voor KX-T7230 en KX-T7235) Drukt u tijdens een gesprek op een buitenlijn op de CO-toets, dan verschijnt op het display achtereenvolgens het telefoonnummer, de gespreksduur, de teller en de gesprekskosten. U belt met een buitenlijn: • Op het display verschijnt het telefoonnummer dat u opbelt. U ontvangt een buitenlijn: • Op het display verschijnt de gespreksduur. Na een signaal van de gesprekskosten: • Het display toont de teller.
4.2 Functies Systeemtoestellen Niet Storen (NS) Gebruik deze functie als u niet telefonisch gestoord wilt worden. U kunt dan echter geen interne of externe gesprekken ontvangen. Bediening display (— alleen op de KX-T7235) Instellen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ-toets. 1 2. Druk op de DSN/NS-toets. 2 3. Druk op de Niet Storen (F2)-toets. 3 Niet Storen F2 F3 F4 F5 4 4. Vorm uw intern toestelnummer of 0 (naar de telefonist(e)). • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon.
4.2 Functies Systeemtoestellen Basisbediening Instellen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Druk op de DSN/NS-toets. • U kunt in plaats daarvan ook het functienummer (710) kiezen. 2 3. Kies 1. 3 1 4 intern toestelnummer 5 4. Vorm uw intern toestelnummer of 0 (naar de telefonist(e)). • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. • Het display toont: Niet Storen 5. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ-toets. • De DSN/NS-indicator brandt. Opheffen 1.
4.2 Functies Systeemtoestellen Voorwaarden • Als het toestel reeds het toestel van bestemming is van de functies “Doorschakelen”, “Niet storen” (NS) en “Niet storen voor Inkiezen in Gesprekken” kunt u deze functie niet gebruiken. Als u toch deze functie probeert te programmeren, dan hoort u de herkiestoon. • Als u deze functie heeft ingesteld zal een inkomende buitenlijn (gestuurd door Ondervangen Toestel of DIL 1:1 toestel) automatisch naar het vooraf bepaalde toestel doorgeschakeld worden.
4.2 Functies Systeemtoestellen Tussenkomen in niet storen (NS) Als iemand de Niet Storen-functie heeft ingesteld, kunt u met deze functie tussenkomen bij de Niet Storen-functie. Bediening met Softtoets 1 Ngrn S1 S2 S3 U kiest een intern toestel en hoort de Niet Storen-toon; • Het display toont: 123: NS 1. Druk op de Ngrn (S2)-toets. • Wacht op beantwoording. Basisbediening 1 2 U kiest een intern toestel en hoort de Niet Storen-toon; • Het display toont: 123: NS 1. Kies 2.
4.2 Functies Systeemtoestellen Niet Storen bij Inkiezen in Gesprekken U kunt de functie “Niet Storen”(NS) instellen bij “Inkiezen in Gesprekken” (DDI — Direct Dial In). DDI-oproepen worden doorgeschakeld naar de telefonist(e). De telefonist(e) kan deze functie niet instellen. Instellen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 5 6 1 3 2. Kies het functienummer (56) en daarna 1. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon.
4.2 Functies Systeemtoestellen • De overeenkomstige DSS-toets zal rood beginnen te branden als de NS-functie aanstaat op het toestel waarnaar u belt. Dit betekent voor de gebruiker van de systeemtelefoon of de DSS-console dat het toestel van bestemming niet beschikbaar is. • Inkiezen in Gesprekken wordt doorgeschakeld naar de telefonist(e), ook al gebruikt de telefonist(e) in dag- en nachtmodus een ander toestel.
4.2 Functies Systeemtoestellen Deurintercom gesprek Deze functie stelt u in staat om te spreken met iemand bij de (ingangs) deur. U kunt de deur vanaf uw toestel openen. Een intern toestel oproepen via de deurintercom 1. Druk op de DEUR-toets. • U (de bezoeker) hoort een pieptoon. • Wacht op antwoord. 1 Gesprek beantwoorden via de deurintercom U hoort de deurintercom op uw toestel bellen: 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ-toets. 1 Oproepen via de deurintercom 1.
4.2 Functies Systeemtoestellen 3 1 of 2 4 3. Kies het deurintercom nummer (1) of (1–2). — 1: als u bent aangesloten op de KX-TD816. — 1–2: als u bent aangesloten op de KX-TD1232. • U hoort de bevestigingstoon. • De deur blijft 5 seconden lang open. • Het display toont: Deur 1 Open 4. Leg de hoorn op de haak of druk HANDENVRIJ/MONITORtoets. De deur openen tijdens gesprek vanaf willekeurig toestel 1 5 2 1. Kies 5. • U hoort de bevestigingstoon. • De deur blijft 5 seconden lang open.
4.2 Functies Systeemtoestellen Elektronische toestelblokkering Gebruik deze functie als u niet wilt dat anderen uw toestel gebruiken om externe gesprekken te beginnen. Blokkeren 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Kies het functienummer (77). 2 7 7 3. Kies de blokkeercode (tussen 000–999). 3 blokkeercode 4. Kies de zelfde blokkeercode nogmaals. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. • Het display toont: Blokk Nr. : xxx Blokkeercode blokkeercode 5.
4.2 Functies Systeemtoestellen Voorwaarden • Als iemand anders een buitenlijn kiest op een geblokkeerd toestel, hoort deze persoon een herkiestoon en op het display verschijnt “Beperkt”. • Het toestel dat is toegewezen als “Telefonist(e)” kan, indien gewenst, deze functie instellen en opheffen (Toestel blokkeren — op afstand). • Met de functie “Toestel blokkeren — op afstand” kunt u tussenkomen in deze functie.
4.2 Functies Systeemtoestellen Tussenkomen in een gesprek — buitenlijn (CO) Gebruik deze functie als u wilt deelnemen aan een gesprek dat gaande is. 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Druk op de gewenste CO-toets om aan het gesprek deel te nemen. • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). CO De conferentie verlaten 1. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ-toets. • De twee andere partijen kunnen de conferentie voortzetten.
4.2 Functies Systeemtoestellen Tussenkomen in een gesprek — intern toestel Gebruik deze functie als u wilt deelnemen aan een intern gesprek (tussen twee binnenlijnen) of tussen een buitenlijn en een binnenlijn. U vormt dus een conferentiegesprek met drie. Bediening met Softtoets U kiest een intern toestel, maar hoort de bezettoon; 1. Druk op de Ngrn (S2)-toets. • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). • Conferentie tussen drie partijen is nu mogelijk.
4.2 Functies Systeemtoestellen Tussenkomen in een gesprek — negeren Gebruik deze functie als u niet wilt dat anderen uw gesprekken onderbreken. Instellen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 7 3 3 1 2. Kies het functienummer (733) en daarna 1. • U hoort de bevestigingstoon. • Het display toont: Inbreken Negrn 3 3. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ/ MONITOR-toets. Opheffen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 7 3 3 0 2.
4.2 Functies Systeemtoestellen Controle Extern Relais Een vooraf geprogrammeerd toestel kan overschakelen naar het relais dat is verbonden met het systeem. Relais aan 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Kies het functienummer (67). 2 6 7 3 1 of 2 4 3. Kies het relaisnummer (1) of (1–2). — 1: 1 als u bent aangesloten op de KX-TD816. — 1–2 als u bent aangesloten op de KX-TD1232. (1 = hoofdtoestel, 2 = neventoestel) — (x = relaisnummer) Relay Control x 4.
4.2 Functies Systeemtoestellen Extern belsignaal Bij binnenkomende externe of interne oproepen kunt u een extern belsignaal laten klinken. U kunt het belsignaal met elk toestel beantwoorden. Instellen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Druk op het functienummer (730). 2 7 3 0 3 1 of 2 3. Druk op het nummer voor het extern belsignaal (1) of (1–2). — 1: 1 als u bent aangesloten op de KX-TD816. — 1–2 als u bent aangesloten op de KX-TD1232.
4.2 Functies Systeemtoestellen Beantwoorden U hoort het externe alarm: 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 2. Druk op het functienummer (47). 7 4 3 1 of 2 3. Druk op het nummer voor het extern belsignaal (1) of (1–2). — 1: 1 als u bent aangesloten op de KX-TD816. — 1–2 als u bent aangesloten op de KX-TD1232. • U hoort de bevestigingstoon. • U wordt verbonden met de buiten- of binnenlijn en u kunt spreken.
4.2 Functies Systeemtoestellen Volledig EEN-DRUK-toets nummerkiezen De Handenvrij functie wordt automatisch geactiveerd. U kunt een telefoonnummer invoeren of een systeemfunctie gebruiken door een toets in te drukken. 1. Druk op de Flexibele toets die is toegewezen als ÉÉN-DRUK-, DSS-, REDIAL-, of SAVE-toets. • De HANDENVRIJ-indicator brandt rood. • De CO- of INTERCOM-indicator brandt groen. 1 Voorwaarden • U kunt deze functie ook activeren met de DSS-toetsen op een DSS-Console.
4.2 Functies Systeemtoestellen Handenvrij beantwoorden (enkel voor KX-T7230 en KX-T7235) Gebruik deze functie om een intern gesprek te beantwoorden zonder de hoorn op te nemen. Instellen De HANDENVRIJ en de AUTO ANSWER/MUTE indicators zijn uit; 1. Druk u de AUTO ANSWER/MUTE-toets. • De AUTO ANSWER/MUTE indicator gaat branden. 1 Opheffen De AUTO ANSWER/MUTE indicators branden; 1. Druk u op de AUTO ANSWER/MUTE-toets. • De AUTO ANSWER/MUTE indicator gaat uit.
4.2 Functies Systeemtoestellen Handenvrij kiezen Gebruik deze functie als u wilt kiezen zonder de hoorn te gebruiken. 1. Druk op de HANDENVRIJ-toets. • De microfoon en de luidspreker zijn nu geactiveerd en Handenvrij kiezen is nu mogelijk. 1 Overschakelen naar de functie “Handenvrij”; 1 1. Druk op de HANDENVRIJ-toets. 2 2. Leg de hoorn op de haak. • Leg de hoorn niet op de haak zonder op de HANDENVRIJ-toets te drukken. Anders zal de verbinding worden verbroken.
4.2 Functies Systeemtoestellen Hotelfunctie Toestand Kamer U kunt informatie afdrukken over een hotelkamer (bijvoorbeeld: gepoetst JA/NEEN, het verschuldigde bedrag voor de minibar) als elke kamer voorzien is van een telefoon. Berichten 6–9 kunnen worden afgedrukt. Bericht 7: “Gepoetst” 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Kies het functienummer (750) en 7. 7 5 0 7 3. Haak de hoorn in of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets.
4.2 Functies Systeemtoestellen U krijgt ongeveer de volgende afdruk: Datum Uur Toestel Departement Code Lijn Nummer Duur 24.03.95 14:09 221 Gepoetst 24.03.95 10:23 230 Minibar FR 535.5 Bedrag Code CD Voorwaarden • U moet de berichten via systeemprogrammering ingeven. • Deze procedure is dezelfde als die van Afwezigheidsbericht. • U moet van tevoren [990] “Randinformatie systeem, veld (41)” toewijzen via systeemprogrammeren.
4.2 Functies Systeemtoestellen Intern toestel kiezen Stelt u in staat een intern toestelnummer te kiezen. Kiezen met gebruik van de hoorn 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het intern toestelnummer. 2 3. Begin het gesprek. intern toestelnummer 4. Leg de hoorn op de haak nadat u het gesprek heeft beëindigd. 3 4 Handenvrij kiezen 1 INTERCOM 1. Druk op de HANDENVRIJ/MONITOR-toets of op de INTERCOM- toets. of 2. Kies het intern toestelnummer. 2 3. Begin het gesprek.
4.2 Functies Systeemtoestellen Kiezen met DSS (Direct Station Selectie)-toets 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Druk op de flexibele toets die is toegewezen als DSS-toets. 2 3. Begin het gesprek. 3 4. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ-toets nadat u het gesprek heeft beëindigd. 4 Voorwaarden • Tijdens een intern gesprek verschijnt op het display (Systeemtoestel) het interne toestelnummer, en de naam (indien geprogrammeerd).
4.2 Functies Systeemtoestellen Blokkeren Als tijdens een gesprek één van beide partijen de hoorn op de haak legt, dan wordt het gesprekspad automatisch uitgeschakeld. Voordat de modus wordt uitgeschakeld, hoort degene die de hoorn niet heeft neergelegd een herkiestoon. U hoeft in dit geval geen handeling te verrichten. Log-In/Log-Out U kunt de Log-In-modus of de Log-Out-modus toewijzen binnen de UCD-groep of de groep waarnaar de oproepen normaal worden doorgeschakeld.
4.2 Functies Systeemtoestellen Log-Out 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 4 5 0 3 2. Kies het functienummer (45) en daarna 0. • U hoort de bevestigingstoon. • Het display toont: Log-out 3. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ/ MONITOR-toets. Voorwaarden • De Log-In/Log-Out-toets moet worden toegewezen aan een flexibele CO-toets. • De standaardinstelling is de “Log-In”-modus. • Minstens één toestel moet in de Log-In-modus staan.
4.2 Functies Systeemtoestellen Boodschap achterlaten Indien een intern toestel bezet is of niet beantwoordt, kunt u een “boodschap” achterlaten; op het betreffende toestel zal de BOODSCHAP-indicator gaan branden. Instellen 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Kies het functienummer (70) en daarna 1. 7 0 1 3. Kies het intern toestelnummer waarop u een boodschap wilt achterlaten. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon.
4.2 Functies Systeemtoestellen Een boodschap opvragen Als iemand een boodschap heeft achtergelaten, brandt op uw toestel de BOODSCHAP-indicator. Als uw toestel vrij is, en de hoorn op de haak ligt; 1. Druk dan herhaaldelijk op de BOODSCHAP-toets totdat de gewenste boodschap verschijnt. • Het display toont de boodschappen in volgorde van binnenkomst. Als “Tony”, met toestelnummer 123, een boodschap heeft achtergelaten, toont het display: 123:Tony 1 De boodschap beantwoorden 1.
4.2 Functies Systeemtoestellen • Op de KX-T7250 (heeft geen BOODSCHAP-toets) kan een Flexibele toets als BOODSCHAP-toets worden toegewezen. • Als uw toestel geen BOODSCHAP-toets of toegewezen Flexibele toets heeft, neem dan de hoorn op en kies vervolgens kiestoon 4*. U krijgt dan informatie over achtergelaten boodschappen. • Als er meerdere boodschappen op uw toestel zijn achtergelaten, kunt u deze beantwoorden in volgorde van binnenkomst.
4.2 Functies Systeemtoestellen Nacht Service Het systeem ondersteunt zowel de NACHT-stand als de DAG-stand. Er kan verschil zijn in de bediening van de systeemfuncties tijdens de kantooruren (dag) en na de kantooruren (nacht). U kunt gespreksbegrenzing programmeren om te voorkomen dat’s nachts niet toegelaten begrensde gesprekken gevoerd worden. U kunt automatisch overschakelen van DAG-stand naar NACHT-stand op een vooraf bepaald tijdstip. U kunt dit ook manueel uitvoeren op het ogenblik dat u dit wenst.
4.2 Functies Systeemtoestellen Bevestigen van huidige modus (enkel met display op systeemtoestel) Het toestel is vrij: 1. Druk op #. • Het display laat 3 seconden lang de huidige modus zien.
4.2 Functies Systeemtoestellen Notebook U kunt een telefoonnummer in het geheugen noteren terwijl u telefoneert, maar ook als de hoorn ingehaakt is. Het geheugennummer wordt automatisch gebeld. Opslaan ... Tijdens een gesprek of terwijl de hoorn ingehaakt is: 1. Druk op de AUTO DIAL/OPSLAG-toets. • De AUTO DIAL/OPSLAG-indicator begint rood te branden. ... 2. Druk opnieuw op de AUTO DIAL/OPSLAG-toets. • De AUTO DIAL/OPSLAG-indicator blijft rood branden. 1 2 3 3. Kies het gewenste telefoonnummer.
4.2 Functies Systeemtoestellen Meeluisteren met opgenomen hoorn (enkel op KX-T7230 en KX-T7235) Via de ingebouwde luidspreker kunt u laten meeluisteren naar uw gesprek terwijl u door de hoorn spreekt. Instellen U spreekt door de hoorn: 1. Druk op de HANDENVRIJ-toets. • U kunt meeluisteren naar het gesprek. • U kunt het gesprek via de hoorn voortzetten. 1 Opheffen 1. Druk op de HANDENVRIJ-toets. • De luidspreker-functie gaat uit. • U kunt het gesprek via de hoorn voortzetten.
4.2 Functies Systeemtoestellen ÉÉN-DRUK-toets nummerkiezen Deze functie biedt u de mogelijkheid om een (intern) telefoonnummer of systeemfunctie te kiezen met slechts één toets. U dient hiervoor eerst een intern-, extern- of functienummer (van max. 16 cijfers) onder een ÉÉN-DRUK-toets op te slaan. Kiezen 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Druk op de flexibele toets die is toegewezen als ÉÉN-DRUKtoets.
4.2 Functies Systeemtoestellen Telefonist(e) oproepen Voer de onderstaande stappen uit als u met de Telefonist(e) wilt telefoneren. Voor de Telefonist(en) kunnen twee toestellen (“Operator 1” en “Operator 2”) worden toegewezen. Als er slechts één telefonist(e) is of als u de telefonist(e) niet specificeert, gebruik dan “Algemeen”. Als u de telefonist(e) wilt specificeren, gebruik dan “Specifiek” Algemeen 1. Neem de hoorn van de haak of druk op de HANDENVRIJ/ MONITOR-toets. 1 2.
4.2 Functies Systeemtoestellen Toegang tot buitenlijn (CO) — SAMENVATTING U kunt op de volgende manieren toegang tot een buitenlijn krijgen: Kies het functienummer (0) Toegang tot CO-lijn, automatisch of Druk op de Lus-CO (L-CO)-toets. Toegang tot CO-lijn, binnen Co-groep (centrale) Toegang tot CO -lijn, individueel Kies het functienummer (8) en een CO-groepnummer (1–8) of Druk op een Groep-CO (G-CO)-toets. Druk op een Enkele-CO (E-CO)-toets.
4.2 Functies Systeemtoestellen Programmeerverwijzing • Toestelprogrammering (Deel 2) Toewijzing Flexibele toetsen — Lus-CO (L-CO)-toets, Groep-CO (G-CO)-toets, Enkele-CO (E-CO)-toets (Systeemprogrammering — [005] (Installatiehandleiding) kan voor deze toewijzing worden gebruikt.) • Systeemprogrammering — Installatiehandleiding [103] Toewijzing automatische toegang tot CO-groep (centrale) — (Alleen te gebruiken voor “Automatische toegang tot CO-lijn”.
4.2 Functies Systeemtoestellen Toegang tot CO-lijn, binnen CO-groep (centrale) Stelt u in staat om een vrije CO-lijn te kiezen binnen een groep CO-lijnen. De CO-lijnen kunnen verdeeld zijn in acht groepen. 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Kies het functienummer (8). 2 8 3 CO-lijn groepnummer 3. Kies het CO-lijn groepnummer (tussen 1–8). • U hoort de kiestoon. • De indicator van de gekozen CO-toets brandt groen. 4. Kies het telefoonnummer.
4.2 Functies Systeemtoestellen Toegang tot CO-lijn, individueel Stelt u in staat om de gewenste CO-lijn te kiezen zonder de toegangscode tot de CO-lijn in te toetsen. 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 CO 2. Druk op de gewenste CO-toets. • U hoort de kiestoon. • De indicator van de gekozen CO-toets brandt groen. 3 3. Kies het telefoonnummer. • Het display toont het telefoonnummer. telefoonnummer 4. Begin het gesprek. 4 5.
4.2 Functies Systeemtoestellen Oproepen — SAMENVATTING Deze functie stelt u in staat om binnen uw bedrijf een persoon, of meerdere, op te roepen. Uw boodschap wordt omgeroepen door de ingebouwde luidsprekers van de Systeemtoestellen of door een extern oproepsysteem (bijv. luidsprekerboxen). De opgeroepen persoon kan u dan terugbellen. Er zijn drie verschillende typen van oproepen, die hieronder zijn beschreven. Kies hieruit de gewenste oproep.
4.2 Functies Systeemtoestellen Oproepen — alle toestellen Stelt u in staat om alle interne toestellen op te roepen via de ingebouwde luidsprekers van de systeemtoestellen of via het externe oproepsysteem. 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Kies het functienummer (63 of 64) en daarna • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). • Het display toont: Oproep Allen 2 6 3 of 6 . 4 3. U kunt beginnen met oproepen. 3 4. Wacht tot u teruggebeld wordt en begin het gesprek.
4.2 Functies Systeemtoestellen Een specifieke zone oproepen - extern 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Kies het functienummer (64). 2 6 4 3 externe oproepnummer 4 3. Kies het gewenste externe oproepnummer (1–2) of (1–4). — 1–2: als u bent aangesloten op de KX-TD816. — 1–4: als u bent aangesloten op de KX-TD1232. • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). • Het display toont: Extrn Oproep X Extern oproepnummer 4. U kunt beginnen met oproepen. 5.
4.2 Functies Systeemtoestellen Oproepen — groep Stelt u in staat om de toestelgebruikers binnen alle interne groepen, of een specifieke groep, op te roepen. U kunt maximaal 8 groepen gelijktijdig oproepen. De aankondiging is alleen via de ingebouwde luidsprekers van de toestellen te horen. Oproepen — alle groepen 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Kies het functienummer (63) en 0. • U hoort de bevestigingstoon (optioneel).
4.2 Functies Systeemtoestellen Voorwaarden • Er zijn maximaal acht groepen. Verschillende groepen kunnen gelijktijdig worden opgeroepen. Oproepen — BEANTWOORDEN U kunt een oproep beantwoorden op een willekeurig toestel binnen het systeem. Oproep via de ingebouwde luidspreker beantwoorden 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Kies het functienummer (43). • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). • Beantwoord de oproep. 3 4 Oproep beantwoorden voor specifieke zone 1 1.
4.2 Functies Systeemtoestellen Oproepen — NEGEREN Elk toestel binnen het systeem kan een oproep die werd verstuurd naar een ingebouwde luidspreker negeren. Instellen 1 1. Neem de hoorn van de haak of druk op de HANDENVRIJ/ MONITOR-toets. 2 2. Kies het functienummer (721) en daarna 1. • Het display toont: Oproep Ngr. Aan 7 2 1 1 3. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ-toets. 3 Annuleren 1 1. Neem de hoorn van de haak of druk op de HANDENVRIJ/ MONITOR-toets. 2 2.
4.2 Functies Systeemtoestellen Oproepen en doorverbinden U kunt een gesprek doorverbinden en daarbij gebruik maken van de oproepfunctie (Oproepen — alle toestellen, Oproepen — extern, Oproepen — groep). Oproepen — alle toestellen Tijdens een gesprek; 1. Druk op de DVB (DOORVERBINDEN)-toets. • U hoort de kiestoon. • Het gesprek wordt in de wachtstand gezet. 1 2 6 3 2. Kies het functienummer (63 of 64) en . • Dit kan het functienummer voor of een groep of het externe oproepsysteem zijn.
4.2 Functies Systeemtoestellen Een specifieke zone oproepen — extern Tijdens een gesprek; 1. Druk op de DVB (DOORVERBINDEN)-toets. • U hoort de kiestoon. • Het gesprek wordt in de wachtstand gezet. 1 2 6 4 3 2. Kies het functienummer (64). 4 3. Kies het gewenste externe oproepnummer (1–2) of (1–4). — 1–2: als u bent aangesloten op de KX-TD816. — 1–4: als u bent aangesloten op de KX-TD1232. externe oproepnummer 4. Na de bevestigingstoon (optioneel) kunt u beginnen met oproepen. 5.
4.2 Functies Systeemtoestellen Oproepen — specifieke groep Tijdens een gesprek; 1. Druk op de DVB (DOORVERBINDEN)-toets. • U hoort de kiestoon. • Het gesprek wordt in de wachtstand gezet. 1 2 3 6 2. Kies het functienummer (63). 3 3. Kies het oproep-groepnummer (1–8). oproep-groepnummer 4. Na de bevestigingstoon (optioneel) kunt u beginnen met oproepen. 4 5. Wacht op beantwoording. • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). 5 6. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ-toets.
4.2 Functies Systeemtoestellen Parallelle telefoonaansluiting Een Systeemtoestel (hier DPT genoemd) kan parallel worden aangesloten op de lijn van een 2-draadstelefoon (hier SLT genoemd). U kunt dan beide toestellen gebruiken op één lijn. Instellen SLT-belsignaal AAN; 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 6 9 2. Kies het functienummer (69) en 1. • U hoort de bevestigingstoon. • Het display toont: Parallel Aan 1 3 3.
4.2 Functies Systeemtoestellen • Wanneer de SLT gebruikt wordt, funktioneren de indicatielampjes op normale wijze. • Als u de hoorn opneemt terwijl het parallelle aangesloten toestel gebruikt wordt, dan wordt de verbinding naar uw toestel omgeschakeld, en omgekeerd. • De functie XDP* is mogelijk. Raadpleeg hiervoor de Installatiehandleiding. • Met de KX-T7235 kunt u de functie vanuit het display uitvoeren.
4.2 Functies Systeemtoestellen Automatisch kiezen (Hot Line) De “Hot Line”-functie kiest een voorgeprogrammeerd telefoonnummer als u de hoorn opneemt. Het telefoonnummer programmeren 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Kies het functienummer (74) en 2. 7 4 2 3 3. Toets het telefoonnummer in en daarna #. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 4. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ/ MONITOR-toets. telefoonnr. en # 4 Functie activeren 1 1.
4.2 Functies Systeemtoestellen Kiezen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. • Wacht op beantwoording en begin het gesprek. 1 Voorwaarden • Deze functie is niet mogelijk tijdens het beantwoorden van een inkomend gesprek of tijdens het terugnemen van een gesprek in wachtstand. • Voor het te programmeren telefoonnummer (maximaal 16 cijfers) kunt u gebruik maken van de cijfertoetsen “0–9” en “*”. U kunt geen gebruik maken van “#”. • In de wachttijd, d.w.z.
4.2 Functies Systeemtoestellen Voorbereiding kiezen (enkel voor KX-T7230 en KX-T7235) U kunt het telefoonnummer op het display bevestigen voordat de lijn wordt verbonden. 1. Kies het telefoonnummer. • Op het display verschijnt het nummer dat u gevormd heeft. 012345678 1 telefoonnummer 2 U wilt een ander nummer kiezen: * en opnieuw 3 en kies opnieuw. 2. Kies • Door op * te drukken, wist u het rechtse nummer.
4.2 Functies Systeemtoestellen Opnieuw kiezen laatst gekozen nummer, Automatisch (Redial) (enkel voor KX-T7230 en KX-T7235) U kunt het laatst gekozen nummer opnieuw kiezen. U kunt dit ook handenvrij doen met een geheugennummer, “Gesprekslog, uitgaand”, “Gesprekslog, inkomend”, “Notebook functie”. Het nummer wordt een geprogrammeerd aantal keren opnieuw gekozen totdat er wordt geantwoord. 1. Druk op de HANDENVRIJ-toets. 1 2. Druk op de REDIAL-toets.
4.2 Functies Systeemtoestellen Opnieuw kiezen laatst gekozen nummer (Redial) U kunt het laatst gekozen externe nummer automatisch opnieuw kiezen (Redial). 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Druk op de REDIAL-toets. 2 Voorwaarden • Het externe nummer mag uit maximaal 24 cijfers bestaan, de toegangscode van de buitenlijn is hierbij niet inbegrepen. • “*” ,“#” en “PAUZE” tellen als 1 cijfer.
4.2 Functies Systeemtoestellen Opnieuw kiezen geheugennummer Stelt u in staat een telefoonnummer op te slaan terwijl u bent verbonden met een CO-lijn. Dit geheugennummer kunt u herkiezen totdat een nieuw geheugennummer wordt opgeslagen. Opslaan Tijdens een gesprek of de bezettoon; 1. Druk op de AUTO KIEZEN/OPSLAG-toets. 1 ... 2. Druk op de Flexibele toets die als SAVE-toets is toegewezen. 2 Kiezen 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2.
4.2 Functies Systeemtoestellen Geheim nummer kiezen Op het display verschijnt normaliter het te kiezen interne of externe nummer. Geheim kiezen maakt het mogelijk om bepaalde nummers in hun geheel, of gedeeltelijk, niet op het display te laten verschijnen. Dit kan voor nummers die aan een Flexibele toets van een Systeemtoestel of DSS-Console zijn toegewezen als: Snelkiesnummers via systeemgeheugen of ÉÉN-DRUK-toets nummers.
4.
4.2 Functies Systeemtoestellen Snelkiezen via toestelgeheugen U kunt maximaal tien Snelkiesnummers opslaan. Deze nummers zijn alleen beschikbaar op uw toestel. Opslaan van telefoonnummer 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Kies het functienummer (60). 6 0 3 cijfertoets 3. Druk op de cijfertoets (0–9) waaronder u het Snelkiesnummer wilt opslaan. 4. Toets het gewenste nummer in en daarna #. • U hoort de bevestigingstoon. 4 5.
4.2 Functies Systeemtoestellen Voorwaarden • U kunt opslaan: een intern nummer, een extern nummer of een functienummer van maximaal 16 cijfers. • Om een extern nummer op te slaan, moet u eerst de toegangscode van de buitenlijn (0, of 81–88) intoetsen. • Voor de nummers kunt u gebruiken: de cijfertoetsen 0–9, “*” en “PAUZE”. • “Snelkiezen via toestelgeheugen” kan worden vervolgd door handmatig kiezen (als u bijvoorbeeld een onvolledig nummer heeft opgeslagen).
4.2 Functies Systeemtoestellen Snelkiezen via systeemgeheugen Biedt u de mogelijkheid om buitenlijnnummers Snel te Kiezen met behulp van het systeemgeheugen. Het systeem ondersteunt 500 verkorte kiesnummers welke voor elke gebruiker toegankelijk zijn (000 tot 499). 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. • De INTERCOM-indicator brandt groen. 1 2 ... 3 2. Druk op de AUTO KIEZEN/OPSLAG-toets. • De AUTO KIEZEN/OPSLAG-indicator gaat branden. • U hoort geen enkele toon. 3.
4.2 Functies Systeemtoestellen Werkingsverslag Systeem U kunt het in het systeem opgeslagen werkingsverslag afprinten. Enkel toestellen die als programmeertoestel werden toegewezen kunnen van deze functie gebruik maken. 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Vorm het functienummer (794). 7 4 9 3 1 of 2 4 3. Kies 1 of 0. — 1: druk de gegevens af — 0: wis de gegevens • U hoort de bevestigingstoon.
4.2 Functies Systeemtoestellen Verbreken U kunt de huidige CO-oproep verbreken en met een andere oproep beginnen zonder eerst in te haken. Bediening met Soft Button Tijdens een gesprek: 1. Druk op de TRM-toets (S2). • U hoort de interne kiestoon. 1 TRM S1 S2 S3 2. Kies de toegangscode voor de buitenlijn (0 of 81–88), of druk op een CO-toets. 2 of CO 3. Kies het telefoonnummer. toegangscode 3 telefoonnummer Basisbediening U hoort een toon, u kiest of u voert een gesprek: 1.
4.2 Functies Systeemtoestellen Wekker herinneringsignaal Biedt u de mogelijkheid om op een vaste tijd, al of niet dagelijks, een herinneringsignaal in te stellen. Neemt u de hoorn op terwijl het alarm afgaat, hoort u de tijdmelding of kiestoon 3. Instellen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2. Kies het functienummer (76) en 1. 2 7 1 6 3 3. Toets het uur (01–12) in, en daarna de minuten (00–59). 4.
4.2 Functies Systeemtoestellen Controleren van de ingestelde tijd 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ-toets. 1 2 7 6 2 2. Kies het functienummer (76) en 2. Als u heeft ingesteld “10:10”, toont het display: Wekker 10:10 — slechts eenmalig of 3 Wekker 10:10* — Iedere dag 3. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ-toets. Het herinneringsignaal stoppen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. • U hoort de tijdmelding of kiestoon 3.
4.2 Functies Systeemtoestellen Negeren Kiesrestrictie door Invoeren Gespreksduurcode U kunt de kiesrestrictie tijdelijk negeren (ook met een oproep vanuit “SSD”) op een begrensd telefoontoestel. Voor deze functie moet u een geschikte gespreksduurcode invoeren voordat u het telefoonnummer vormt. Voor de uitvoering hiervan verwijzen wij naar “Invoeren Gespreksduurcode”. Voorwaarden • Met deze functie wordt de kiesrestrictie ingesteld op klasse 2.
4.2 Functies Systeemtoestellen CO-lijn beantwoorden op willekeurig toestel Een inkomende buitenlijn (CO), die via het externe oproepsysteem wordt aangekondigd, kan op een willekeurig toestel worden beantwoord. Terwijl het externe oproepsysteem een toon laat horen: 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Kies het functienummer (44). 4 4 3 externe oproepnummer 3. Kies het nummer van het externe oproepsysteem (1–2) of (1–4). — 1–2: als u bent aangesloten op de KX-TD816.
4.
4.2 Functies Systeemtoestellen Uniform Call Distribution (UCD) U kunt inkomende oproepen (binnen- of buitenlijn) gelijkmatig verdelen naar een specifieke groep (UCD-groep). Oproepen naar een UCD-groep wachten chronologisch. De eerste oproep in de rij zoekt een vrij toestel. Voorwaarden • U kunt UCD gebruiken in de volgende gevallen: a) Het zwevend nummer* van de UCD is toegewezen als bestemming van DIL 1:1. b) Het zwevend nummer* van de UCD is toegewezen als bestemming van Ondervang Toestel.
4.2 Functies Systeemtoestellen Voice Mail Integratie Biedt u de mogelijkheid om inkomende gesprekken naar de Voice Mail (VM) postbus door te schakelen. Instellen Doorschakelen naar Voice Mail 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Druk op de DSN/NS-toets. 3 DSN nummer 3. Kies het Doorschakelnummer (2–5).
4.2 Functies Systeemtoestellen Zonder BOODSCHAP-toets ( — handmatig kiezen) 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Kies het intern toestelnummer van de Voice Mail. • U kunt de boodschappen beluisteren volgens de Voice Mail instructies. VM intern toestelnr. Voorwaarden • Externe bellers kunnen hun boodschap inspreken en in uw postbus achterlaten. Bij inkomende buitenlijngesprekken beantwoordt de Telefonist(e) het gesprek en schakelt het door naar uw toestel. En...
4.2 Functies Systeemtoestellen Voice Mail (VM) doorverbinden U kunt inkomende buitenlijngesprekken doorverbinden naar de postbus (Voice Mail) van een gewenst intern toestel, zodat men daar een boodschap kan achterlaten.Verbindt het toestel de oproepen door naar een Voice Mail postbus, dan wordt de inkomende CO-oproep automatisch doorverbonden. Heeft het toestel de doorschakelfunctie niet ingesteld dan wordt de oproep naar u teruggeschakeld.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Maximaal twee Telefonisten(es) kunnen het systeem bedienen. Elk toestel kan aan de Telefonist(e) worden toegewezen. Het toewijzen van een telefonist(e) gebeurt via systeemprogrammering.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Automatisch overschakelen en hurry-up doorverbinden Als het toestel van telefonist(e) 1 bezet is terwijl er een directe externe oproep voor dit toestel binnenkomt, kan de inkomende oproep in de wachtstand geplaatst worden totdat er meer wachtende oproepen zijn dan vooraf werd bepaald *.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Achtergrondmuziek (AGM) — extern U kunt een externe muziekbron, bijvoorbeeld een radio, of een interne muziekbron op het systeem aansluiten. Met het extern oproepsysteem kunt u de muziek als achtergrondmuziek in uw kantoor gebruiken. Bediening display ( — alleen voor de KX-T7235) Instellen/Opheffen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ-toets. 1 2. Druk op de Functies (F4)-toets. 2 F4 Functies F5 3. Druk op de VOLG (S3)-toets. 3 VOLG S1 S2 4.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Basisbediening Instellen/Opheffen 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 6 5 3 2. Kies het functienummer (65). • Het display toont; Externe AGM Aan of Externe AGM Uit — (AGM-extern is ingesteld.) — (AGM-extern is uitgeschakeld.) • U hoort de bevestigingstoon, en de muziek begint of stopt afhankelijk van de gekozen instelling. 3. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ/ MONITOR-toets.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Blokkeren inkomend gesprekslog De telefonist(e) kan de functie “Blokkeren inkomend gesprekslog” op ieder willekeurig toestel opheffen. Programmeren 1. Druk op de PROGRAM-toets. 1 PROGRAM 2 9 9 0 2 3 2. Kies 99. • U bevindt zich nu in de modus Toestelprogrammering. • Op het display verschijnt: ST-Prog Stand 3. Kies 02. 4 ... 4. Kies het toestelnummer of . — toestelnummer: u heft de instelling op één toestel op.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Omschakelen Service Klasse (COS - Class of Service) De telefonist(e) kan een hoofd- of bijstatus toewijzen aan de toestellen door de Service Klasse ervan om te schakelen. Bediening display (alleen voor KX-T7235) Hoofdstatus 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ-toets. 1 2. Druk op de Functie-toets (F4). 2 F4 Functies F5 3. Druk op de VOLG-toets (S3). 3 VOLG S1 S2 4. Druk opnieuw op de VOLG-toets (S3). S3 4 5.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) 2. Druk op de Functie-toets (F4). 2 F4 Functies F5 3. Druk op de VOLG-toets (S3). 3 VOLG S1 S2 4. Druk opnieuw op de VOLG-toets (S3). S3 4 5. Druk op de COS Secondary-toets (F4) (Service Klasse: bijstatus). VOLG S1 S2 S3 5 F4 F5 COS Secondary (→tst) S2 S1 S3 6 6. Kies het toestelnummer. • U hoort de bevestigingstoon. • Het display toont: xxxx: Secondary — (xxx: toestelnummer) 7. Haak de hoorn in of druk op de HANDENVRIJ-toets.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Bijstatus 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 1 2 2. Kies het functienummer (793). 7 9 3 3 toestelnummer 4 3. Kies het toestelnummer. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. • Het display toont: xxxx: Secondary — (xxx: toestelnummer) 4. Haak de hoorn in of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Hotelfunctie Deze functie biedt de mogelijkheid om met de KX-T7235 servicefuncties van de Hoofdtelefonist(e) over te nemen, zoals Aanmelden/Afmelden en instellen van een wektijdsignaal. De “Hotelfunctie” functie kan worden in- of uitgeschakeld via systeemprogrammering van de KX-T7235. Aanmelden/Afmelden De modus “Aanmelden” activeert de omschakeling naar primaire CO-lijnen, en wist tevens automatisch de gesprekstijdmeter.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Check uit 1. Druk op de Hotel (F10)-toets. 1 F9 F10 Hotel S1 S3 S2 2. Druk op de Check uit (F2)-toets. • De DSS-indicator brandt rood (modus “Check uit”). 2 3. Kies het intern toestelnummer of druk op de aan te melden DSStoets. Check in Check uit F2 3 4. Druk op de EIND (S1)-toets. • Het display toont de gesprekskosten. of intern toestelnr.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Voorwaarden • De functie “Hotelfunctie” is alleen beschikbaar indien deze via systeemprogrammering aan uw toestel is toegewezen. • Wanneer een intern toestel in de modus “Check-in” is, kunt u op dat toestel niet nogmaals dezelfde modus activeren. • Op het display verschijnt het interne toestelnummer met de bijbehorende marginale kosten. • De ingevoerde minibar- en overige kosten worden uit het geheugen gewist als de afmelding is voltooid.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Programmeerverwijzing • Toestelprogrammering (Deel 2) Toewijzing flexibele toetsen - Signaal-toets (Voor de toewijzing kan Systeemprogrammering - [005] (Installatiehandleiding) worden gebruikt). Functieverwijzing Hotelfunctie, Wektijd-signaal, Wekker-oproep - op afstand Wektijd-signaal - op afstand (Wekkeroproep) De telefonist(e) kan op afstand het wektijd-signaal van het gewenste toestel instellen of annuleren.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Annuleren 1 1. Druk op de Hotel-toets (F10). F9 Hotel S1 F10 2. Druk op de Wekker-toets (F3) (Wake-up). S3 S2 2 Check in Check uit Wekker F3 3. Kies het toestelnummer of druk op de gewenste DSS-toets. 3 of 4. Druk op de VOLG-toets (S3). toestelnummer 4 Wake up Room: 2345 5. Druk op de WIS-toets (S2). VOLG S1 S2 S3 5 WIS S1 S2 S3 Ingestelde tijd controleren 1 1. Druk op de Hotel-toets (F10). F9 Hotel S1 F10 2.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Basisbediening Instellen 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Kies het functienummer (7*) en 1. 1 7 3. Kies het toestelnummer of druk op de DSS-toets. 3 4. Voer het uur (00-23) en de minuten (00-59) in. of toestelnummer 5. Kies 0 om de wekker één maal te laten afgaan.*1 Kies 1 als u de wekker dagelijks wilt laten afgaan.*2 • U hoort de tijdmelding of de bevestigingstoon. *1 Het weksignaal gaat af op de ingestelde tijd.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Ingestelde tijd controleren (alleen op systeemtoestellen met display) 1 1. Neem de hoorn op of druk op de HANDENVRIJ/MONITORtoets. 2 2. Kies het functienummer (7*) en 2. 2 7 3 of toestelnummer 3. Kies het toestelnummer of druk op de DSS-toets waaraan u het wektijd-signaal heeft toegekend. Als u "10:10" heeft ingesteld, ziet u op het display: Alarm 10:10 — eenmalig of Alarm 10:10* 4 — dagelijks 4.
4.3 Servicefuncties voor de Telefonist(e) Toestelblokkering op afstand Het toestel dat is toegewezen als “Operator” kan de functie “Elektronische toestelblokkering” op elk toestel toepassen. Programmeren 1. Druk op de PROGRAM-toets. 1 PROGRAM 2. Kies 99. • U bent nu in de programmeermodus. • Het display toont: ST-Prog Stand 2 9 9 0 1 3 3. Kies 01. 4 4. Kies het intern toestelnummer of .
4.4 Speciale Displayfuncties (— voor de KX-T7235) Het toestel KX-T7235 is voor het gebruiksgemak voorzien van een extra groot display, waarop hulpinformatie wordt getoond tijdens het uitvoeren van speciale toestelfuncties. Voorbeelden van deze speciale functies zijn: 1.) Gesprekslog 2.) Intern telefoneren 3.) Snelkiezen via telefoneren 4.) Toegangsmenu systeemfuncties* 5.) Snelkiezen via systeemgeheugen * Bij het gebruik van “Toegangsmenu van de systeemfuncties”, verschijnen systeemfuncties op het display.
4.4 Speciale Displayfuncties (— voor de KX-T7235) Voor de “Functies” op het display zijn drie displaymenu’s beschikbaar: Er zijn voor “Gesprek doorschakelen” en “Niet Storen (NS)” nog twee andere displaymenu’s. a) Het eerste displaymenu — Verschijnt door te drukken op de Functies (F4)toets. Indien de KX-T7235 is aangesloten op de KX-TD816 a) Het eerste displaymenu — Verschijnt door te drukken op de DSN/NStoets na opnemen van de hoorn.
4.4 Speciale Displayfuncties (— voor de KX-T7235) Intern telefoneren Gesprekslog Kiest opnieuw het laatst gekozen externe nummer. U kunt een toestel kiezen met behulp van een naam. 1. Druk op de Gesprekslog (F5)-toets. 1. Druk op de Toestel (F3)-toets. F1 F2 1 Jan 15:00 F6 F7 F1 F2 1 Jan 15:00 F6 F7 F3 F4 F5 Toestel STATION SK Functies SYSTEEM SK Gesprekslog Hotel CNTR BEL AGM F8 F9 F3 F4 F5 Toestel STATION SK Functies SYSTEEM SK Gesprekslog Hotel CNTR BEL AGM F8 F9 S1 S2 F10 S3 2.
4.4 Speciale Displayfuncties (— voor de KX-T7235) Snelkiezen via toestelgeheugen Maakt het mogelijk een verkort kiezen nummer te kiezen aan de hand van een geselecteerde naam, welke geprogrammeerd is op dit toestel. 1. Druk op de STATION SK (F8)-toets. Snelkiezen via systeemgeheugen Maakt het mogelijk een extern nummer te kiezen aan de hand van een geselecteerde naam, welke geprogrammeerd is in het systeem.
4.4 Speciale Displayfuncties (— voor de KX-T7235) Toegangsmenu systeemfuncties Boodschapfunctie “Afwezig” op display Met behulp van de displaytoetsen kunt u een boodschap (1-9) op het display achterlaten. Opheffen (Uit) Instellen (Aan) 1. Druk op de Functies (F4)-toets. 1. Druk op de Functies (F4)-toets.
4.4 Speciale Displayfuncties (— voor de KX-T7235) Toegangsmenu systeemfuncties (vervolg) Beantwoorden, Oproepen — extern Beantwoorden, Oproepen — groep Beantwoord een externe oproep als volgt: Beantwoord een voor uw geplaatste oproep als volgt: 1. Druk op de Functies (F4)-toets. 1. Druk op de Functies (F4)-toets.
4.4 Speciale Displayfuncties (— voor de KX-T7235) Toegangsmenu systeemfuncties (vervolg) Gesprek Parkeren (alleen voor “Operator”) U parkeert een gesprek als volgt. 4. Kies het parkeerzone-nummer (0-9). Tijdens een gesprek; 1. Druk op de Functies (F4)-toets.
4.
4.4 Speciale Displayfuncties (— voor de KX-T7235) Toegangsmenu systeemfuncties (vervolg) Opheffen (Uit) 1. 2. 3. 4. 5. Druk op de Functies (F4)-toets. Druk op de VOLG (S3)-toets. Druk op de Boodschap Uit (F3)-toets. Kies het interne toestelnummer. Leg de hoorn op de haak of druk op de HANDENVRIJ-toets. Nacht Service (alleen operator) De operator kan de Nacht Service als volgt instellen: 1. Druk op de functie-toets (F4).
4.4 Speciale Displayfuncties (— voor de KX-T7235) Toegangsmenu systeemfuncties (vervolg) Oproepen — extern Oproepen — groep Een externe oproep voert u als volgt uit: U roept een groep, of meerdere, als volgt op: 1. Druk op de Functies (F4)-toets. 1. Druk op de Functies (F4)-toets.
4.4 Speciale Displayfuncties (— voor de KX-T7235) Toegangsmenu systeemfuncties (vervolg) Parallelle telefoonaansluiting U zet de parallelle aansluiting als volgt aan of uit: 1. Druk op de Functies (F4)-toets. F1 F2 1 Jan 15:00 F6 F7 F3 F4 F5 Toestel STATION SK Functies SYSTEEM SK Gesprekslog Hotel MENU BEL AGM F8 F9 S1 S2 F10 S3 2. Druk op de VOLG (S3)-toets. Indien de KX-T7235 aangesloten is op de KXTD816.
Deel 5 Functies DSS-Console (KX-T7240) Inhoud 5.1 5.2 Configuratie ................................................................... 5-2 Plaats van de bedieningstoetsen ...................................... 5-2 Functies DSS-Console................................................... 5-3 DSS (Direct Station Selectie)-toetsen ............................. 5-3 PF (Programmeerbare Functie)-toetsen ........................
5.1 Configuratie Met de DSS-Console, model KX-T7240, kunt u gesprekken doorverbinden en gebruik maken van systeemfuncties, door te drukken op een toets. De DSS-Console dient te worden aangesloten op het Panasonic Digitaal Hybride Systeem in combinatie met een digitaal directietoestel (combi-toestel). Raadpleeg de systeemprogrammering om de aansluitplug van de DSS-Console en het directietoestel te bepalen. Voorwaarden • Plaats de KX-T7240 en het digitale directietoestel naast elkaar.
5.2 Functies DSS-Console DSS (Direct Station Selectie)-toetsen Met een druk op een toets (max. 32) kiest u direct een intern toestel, en ziet u of het toestel al of niet in gesprek is, of niet gestoord mag worden. Op deze wijze kan ook een buitenlijngesprek worden doorverbonden (Doorverbinden met ÉÉN-DRUK-toets). Intern toestel kiezen Druk op de gewenste toets om een intern toestel op te bellen. De bijbehorende indicator toont of het toestel in gesprek is.
5.
5.2 Functies DSS-Console PF (Programmeerbare Functie)-toetsen Door simpelweg op een PF-toets te drukken, mits geprogrammeerd, wordt een systeemfunctie of kiesnummer geactiveerd. ÉÉN-DRUK-toets nummerkiezen Het opgeslagen nummer wordt automatisch gekozen als u op een geprogrammeerde PF-toets drukt. Op een iedere geheugenplaats kan een nummer van maximaal 16 cijfers worden opgeslagen.
5.2 Functies DSS-Console Toegang tot systeemfuncties met ÉÉN-DRUK-toets U kunt de PF-toetsen ook gebruiken voor systeemfuncties. Programmeren — Controleer of u in de modus Toestelprogrammering bent: Druk op [PROGRAM] [9] [9]. 1 1. Druk op de gewenste PF-toets. 2 2. Kies 2. 2 3. Toets het gewenste functienummer in. Als u “Oproepen-alle toestellen” wilt programmeren, kies dan 630.
5.2 Functies DSS-Console ■ Een geprogrammeerd nummer wissen 1. Druk op de PF-toets die u wilt wissen. 1 2 2 3 ... 2. Druk op 2. 3. Druk op de OPSLAG-toets van het combi- toestel. • Het nummer is gewist. ■ Een opgeslagen nummer controleren 1. Druk op de PF-toets. • Het opgeslagen nummer verschijnt op het display. 1 Voorwaarden • PF-toetsen zijn niet standaard ingesteld op een functie.
5.
Deel 6 Functies Enkelvoudige Toestellen Inhoud 6.1 6.2 6.3 Basisbediening ............................................................... 6-2 Opbellen ......................................................................... 6-2 Een gesprek beantwoorden ............................................ 6-3 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen ................. 6-4 Telefoonuncties voor ISDN .........................................
6.1 Basisbediening Opbellen Een intern nummer kiezen U kunt als volgt een intern toestelnummer kiezen: 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het intern toestelnummer. 2 intern toestelnummer Een extern nummer kiezen Om een extern nummer te kiezen moet eerst een buitenlijn (CO) gekozen worden, dit kan op twee manieren: 1) Toegang tot CO-lijn, automatisch 2) Toegang tot CO-lijn, binnen CO-groep (centrale) 1 1. Neem de hoorn op. 2 2. Kies een buitenlijn-toegangscode (0 of 81-88).
6.1 Basisbediening Een gesprek beantwoorden 1 1. Neem de hoorn op.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Boodschapfunctie “Afwezig” op display Wanneer deze functie is ingesteld, verschijnt op het display van het toestel dat belt, de reden van uw afwezigheid. Voor elk toestel met display zijn negen boodschappen beschikbaar. Zes boodschappen zijn reeds voorgeprogrammeerd. Enkel telefoontoestellen met een display kunnen evenwel de boodschap ontvangen. Wanneer u dit wenst, kunt u boodschap 7, 8 en 9 via systeemprogrammering instellen.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Boodschap 2. “Afwezig” 1 1. Neem de hoorn op. 2 2. Kies het functienummer (750) en 2. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 3. Leg de hoorn op de haak. 3 Boodschap 3. “Op TST %%%” (intern toestelnummer) 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (750) en 3. 2 3. Kies het intern toestelnummer waarop u te bereiken bent. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 3 4. Leg de hoorn op de haak.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen 4. Leg de hoorn op de haak. 4 Boodschap 5. “Weg tot %%/%%” (maand/dag) of (dag/maand) 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (750) en 5. 2 3. Voer de dag (01-31) en daarna de maand in (01-12). • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 3 4. Leg de hoorn op de haak. dag en maand 4 Boodschap 6. “In Bespreking” 1 1. Neem de hoorn op. 2 2. Kies het functienummer (750) en 6. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 3 3.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen 2. Kies het functienummer (750) en het gewenste boodschapnummer (7-9). 2 (X: 7 - 9) 3 3. Voer de gewenste boodschap in. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 4. Leg de hoorn op de haak. boodschap invoeren 4 Opheffen 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (750) en 0. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 2 3. Leg de hoorn op de haak. 3 Voorwaarden • U kunt slechts één boodschap tegelijk kiezen.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Invoeren Gespreksduurcode U kunt inkomende en uitgaande CO-lijngesprekken controleren. Dit is een handige functie voor de boekhouding en om gesprekskosten door te factureren. De gespreksduurcode kunt u aflezen van de SMDR (Station Message Detail Recording). Voor inkomende COlijngesprekken zijn de gespreksduurcodes optioneel.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen In de modus “Opties” • U kunt elke gespreksduurcode ingeven indien noodzakelijk. Het is mogelijk een gespreksduurcode in te voeren ten behoeve van de SMDR binnen 15 seconden na het einde van het gesprek. Algemeen • Het is niet mogelijk een Gespreksduurcode in te voeren tijdens een gesprek of een herkiestoon. • Voor inkomende gesprekken hoeft u geen Gespreksduurcode in te voeren. • Om een verkeerd ingevoerde Gespreksduurcode te wissen drukt u op “ ”.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Keuze Bel/Stem U kunt een interne oproep plaatsen met gebruikvan uw stem of door middel van een belsignaal. In de modus “Stem” kunt u na de bevestigingstoon beginnen te spreken. Oproepen met stem Als het toestel dat u belt is ingesteld op “Belsignaal”, hoort u een terugbelsignaal. 1. Druk binnen de 10 seconden op . • Het gebelde toestel schakelt om naar “Stem”, en u hoort de bevestigingstoon.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Automatisch Terugbellen (Camp-On) Wanneer u een door u gekozen buitenlijn of interne lijn bezet is, toets dan de code voor Automatisch Terugbellen in (Camp-On), en leg vervolgens de hoorn op de haak. U wordt door een belsignaal gewaarschuwd zodra het toestel vrij is. Instellen Het toestel is bezet; 1. Kies 6. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de herkiestoon. 1 2 2. Leg de hoorn op de haak. • Wacht tot u wordt teruggebeld.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen 3. Leg de hoorn op de haak. 3 Voorwaarden • Als u het terugbelsignaal niet binnen 10 seconden (vier maal een belsignaal) beantwoordt, wordt deze functie automatisch opgeheven. • Als u het terugbelsignaal ontvangt, terwijl de tegenpartij weer een gesprek begint, stopt het terugbelsignaal en begint de functie opnieuw zodra het toestel weer vrij is.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Gesprek doorschakelen — SAMENVATTING Met deze functie worden inkomende gesprekken automatisch naar een ander intern toestel of naar een externe buitenlijn doorgeschakeld.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen • Bevestigingstoon 2 (2 pieptonen) wordt uitgezonden wanneer de eerder geprogrammeerde gegevens gelijk zijn aan de nieuwe gegevens. Is dit niet het geval, dan wordt bevestigingstoon 1 (1 pieptoon) uitgezonden. Raadpleeg “Overzicht toonsignalen” in de Appendix (Deel 8).
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Gesprek doorschakelen — bezet U kunt alle inkomende gesprekken doorschakelen wanneer uw toestel bezet is. Instellen 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (710) en 3. 2 3. Kies het intern toestelnummer waarnaar u wilt doorschakelen. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 3 4. Leg de hoorn op de haak.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Programmeerverwijzing • Systeemprogrammering — Installatiehandleiding [202] Gesprekken doorschakelen — tijdlimiet “geen antwoord” Gesprek doorschakelen — bezet/geen antwoord U kunt gesprekken naar een ander intern toestel doorschakelen wanneer uw toestel bezet is of wanneer u niet binnen een bepaalde tijd beantwoordt. Instellen 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (710) en 5. 2 3. Kies het intern toestelnummer waarnaar u wilt doorschakelen.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Gesprek doorschakelen — naar buitenlijn (CO) U kunt een intern gesprek naar een buitenlijn doorschakelen. Het externe telefoonnummer moet hiervoor zijn voorgeprogrammeerd. Instellen 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (710) en 6. 2 3. Kies de toegangscode tot een buitenlijn (0, of tussen 81-88). 3 toegangscode buitenlijn 4 telefoonnummer 5 4. Kies het telefoonnummer waarnaar het gesprek moet worden doorgeschakeld. 5. Kies #.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Gesprek doorschakelen — Follow Me U kunt de functie “Gesprek doorschakelen” ook instellen op het bestemmingstoestel (toestel waarnaar een gesprek moet worden doorgeschakeld). Instellen – op het bestemmingstoestel; 1. Neem de hoorn op. 1 2 2. Kies het functienummer (710) en 7. 3 3. Kies uw eigen intern toestelnummer. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. uw intern nummer 4. Leg de hoorn op de haak.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Gesprek doorschakelen — OPHEFFEN Het doorschakelen van gesprekken kunt u op twee manieren opheffen. Welke manier u moet toepassen, is afhankelijk van de doorschakelfunctie die aan uw toestel is toegewezen. Opheffen gesprek doorschakelen - op uw toestel 1 1. Neem de hoorn op. 2 2. Kies het functienummer (710) en 0. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 3. Leg de hoorn op de haak.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Wachtstand Met deze functie kunt u interne (INTERCOM (ICM)) of externe (CO-lijn) gesprekken in de wachtstand zetten. Gesprek in wachtstand zetten Tijdens een gesprek; 1. Druk op de Recall-toets. 1 R 2. Kies het functienummer (50). • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. • U kunt nu de hoorn op de haak leggen. 2 Terugnemen van een gesprek in wachtstand – op toestel dat de functie aktiveerde; 1. Neem de hoorn op. 1 2.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Overnemen van een gesprek in wachtstand Wanneer een gesprek in de wachtstand is gezet, kunt u dit gesprek ook op een ander toestel overnemen. Overnemen van een buitenlijn (CO) gesprek in wachtstand – op andere toestel; 1. Neem de hoorn op. 1 2 2. Kies het functienummer (53). 3 3. Kies het nummer van de buitenlijn (01-08) of (01-24).
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Gesprek parkeren U kunt een gesprek in wachtstand naar de “parkeerzone” van het systeem sturen. Dit is vooral handig wanneer u andere functies wilt gaan gebruiken. Gesprekken die geparkeerd zijn, kunnen op elk toestel worden teruggenomen. 1 R Tijdens een gesprek; 1 . Druk op de Recall-toets. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 2. Kies het functienummer (52). 2 3 parkeerzone-nummer 3. Kies het parkeerzone-nummer (tussen 0-9).
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen • Wordt het “Terugbelsignaal geparkeerd gesprek” niet binnen de 15 minuten opgenomen, dan wordt de verbinding automatisch verbroken. • Als het geparkeerde gesprek wordt teruggenomen, hoort u de bevestigingstoon. Deze toon kan uitgeschakeld worden door middel van programmering.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Gesprek overnemen, gericht Deze functie biedt de mogelijkheid om een inkomend gesprek op een willekeurig toestel te beantwoorden. 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (41). 2 3. Kies het intern toestelnummer waarop het belsignaal gaat. • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). • U kunt beginnen te spreken.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Gesprek overnemen, groep Deze functie stelt u in staat om een gesprek te beantwoorden op een ander toestel binnen uw groep. 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (40). • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). • U kunt beginnen te spreken. 2 Voorwaarden • U kunt een extern, intern of een deurintercom-gesprek beantwoorden. • Het is niet mogelijk om gesprekken te beantwoorden tijdens de functie - Toonsignaal “Wachtend Gesprek”.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Gesprek overnemen, negeren Met deze functie voorkomt u dat iemand anders de voor u bestemde gesprekken overneemt. Instellen 1 1. Neem de hoorn op. 2 2. Kies het functienummer (720) en daarna 1. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 3. Leg de hoorn op de haak. 3 Opheffen 1 1. Neem de hoorn op. 2 2. Kies het functienummer (720) en daarna 0. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 3. Leg de hoorn op de haak.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Gesprek splitsen Deze functie maakt het mogelijk om, op de zelfde lijn, te zijn verbonden met twee andere lijnen. U kunt daarbij bovendien omschakelen van de ene naar de andere gesprekspartner. Een gesprek voeren tijdens “intern gesprek in tijdelijke wachtstand (Consult-wachtstand*)” 1 R Tijdens een gesprek; 1. Druk op de Recall-toets. • Uw gesprekspartner wordt in de wachtstand geplaatst. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 2 2.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Gesprek doorverbinden — naar intern toestel Deze functie biedt de mogelijkheid om een gesprek, met of zonder aankondiging, naar een intern toestel door te verbinden. Met aankondiging 1 R Tijdens een gesprek; 1. Druk op de Recall-toets. • Het gesprek is nu in wachtstand. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 2 intern toestelnummer 2. Kies het toestelnummer waarnaar het gesprek moet worden doorverbonden. • U hoort een terugbelsignaal. 3 3.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Voorwaarden • Als u het in wachtstand geplaatste gesprek wilt terugnemen, druk dan op de Recall-toets voordat het andere toestel antwoordt. • Als er niet na 12 belsignalen (standaard) wordt opgenomen, treedt “Doorverbinden Terugbellen” in werking. Is het doorverbonden gesprek een extern gesprek, dan kunt u met systeemprogrammering bepalen of het doorverbonden gesprek wordt doorverbonden naar het eerste toestel of naar de telefonist(e).
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Toonsignaal “Wachtend Gesprek” Tijdens een gesprek hoort u een toonsignaal ter indicatie dat er een ander gesprek op u wacht. U kunt het wachtende gesprek beantwoorden door het huidige gesprek te beëindigen, of door het huidige gesprek in de wachtstand te zetten. Instellen 1 1. Neem de hoorn op. 2 2. Kies het functienummer (731) en daarna 1. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 3. Leg de hoorn op de haak. 3 Opheffen 1 1. Neem de hoorn op.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Wachtend gesprek beantwoorden via wachtstand huidig gesprek U hoort het toonsignaal voor “Wachtend Gesprek”; 1. Druk op de Recall-toets. 1 R 2 2. Kies het functienummer (50). • Het huidige gesprek staat nu in de wachtstand. • U hoort de kiestoon. 3 3. Leg de hoorn op de haak. 4 4. Neem de hoorn van de haak. • U kunt nu met de nieuwe partij spreken.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Vermijden Identificatie bij Bestemmeling (CLIR — Calling Line Identification Restriction) U kunt vermijden dat uw nummer op het andere toestel verschijnt als u het opbelt. U kunt instellen dat uw nummer op het display van het andere toestel één enkele keer of verschillende keren verschijnt. Uw nummer niet tonen aan de bestemmeling 1 1. Neem de hoorn op. 2. Kies het functienummer (57) en 2. 2 3. Leg de hoorn op de haak.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen De huidige instelling wijzigen tijdens een gesprek 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (57) en 1. 2 3. Kies de lijntoegangscode (0 of 81-88). 3 4. Kies het telefoonnummer.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Vermijden Identificatie bij Oproeper (COLR — Connected Line Identification Restriction) U kunt vermijden dat uw nummer bij uw correspondent verschijnt als deze u opbelt. U kunt uw toestel zo instellen dat uw nummer niet op zijn display verschijnt. U kunt instellen dat uw nummer niet op het display van het andere toestel verschijnt. Uw nummer niet tonen aan de oproeper 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (58) en 1. 2 3. Leg de hoorn op de haak.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Conferentie Met deze functie kunt u een derde partij aan een gesprek toevoegen: een conferentieschakeling tussen drie personen. U kunt de drie volgende conferentieschakelingen tot stand brengen: drie interne lijnen, een intern lijn en twee buitenlijnen, of twee interne lijnen en een buitenlijn. Conferentieschakeling 1 R U voert een gesprek met iemand; 1. Druk op de Recall-toets. • De huidige partij wordt in de wachtstand gezet. 2.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Voorwaarden • Wanneer u een extern nummer kiest, dient u eerst de toegangscode (0, of 81-88) tot de buitenlijn te kiezen. • Als u met de eerst gebelde partij wilt spreken, nog voordat de derde partij de hoorn opneemt, drukt dan op de Recall-toets. • Er kunnen maximaal zes conferentieschakelingen gelijktijdig plaatsvinden. • Conferentie-functie kan ook begonnen worden met behulp van de functie “Tussenkomen in een gesprek”.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen NAKIEZEN (DISA) DISA (Direct Inward System Access) maakt het mogelijk dat externe toestellen, die niet tot het systeem behoren, informatie krijgen over de interne systeemfuncties (bijv: kiezen van een intern toestelnummer). Deze functie is alleen mogelijk op het toestel dat is aangesloten op de KX-TD1232. Een intern toestel bellen 1. Kies het DISA-telefoonnummer. • U hoort een terugbelsignaal. 1 2. U hoort vervolgens DISA-informatie. DISA-telefoonnr. 2 3.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen In de modus “Beveiliging buitenlijn”; 1. Kies het DISA-telefoonnummer. • U hoort een terugbelsignaal. 1 DISA-telefoonnr. 2. U hoort vervolgens DISA-informatie. 2 3. Kies de toegangscode tot een buitenlijn (0, of 81-88). 3 4. Toets uw DISA-gebruikerscode in. toegangscode buitenlijn 4 5. Kies het externe telefoonnummer.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Voorwaarden Na de DISA-informatie • Als er geen nummer gekozen wordt, start 5 seconden na verzending van de DISA-UGB de functie “Ondervang routering”. De verbinding wordt verbroken als de instelling “Geen Antwoord” wordt overschreden (standaard: 3 belsignalen), of wanneer er geen toestel is toegewezen als “Ondervang Toestel”.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Niet Storen (NS) Gebruik deze functie als u niet telefonisch gestoord wilt worden. U kunt dan echter geen interne of externe gesprekken ontvangen. Instellen 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (710) en 1. 2 3. Kies het toestelnummer of 0 (naar telefonist(e)). • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 3 4. Leg de hoorn op de haak. Opheffen 1. Neem de hoorn op. 1 2 2. Kies het functienummer (710) en 0.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen • Een inkomende oproep wordt doorgeschakeld naar de telefonist(e) als deze de bestemmeling van de functie “Niet Storen” (NS) is, ook al gebruikt de telefonist in dag- en nachtmodus een ander toestel. Werd geen telefonist(e) toegewezen, dan wordt de inkomende oproep doorgeschakeld naar de IRNA.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Niet Storen bij Inkiezen in Gesprekken U kunt de functie “Niet Storen” (NS) instellen bij “Inkiezen in Gesprekken” (DDI - Direct Dial In). DDI-oproepen worden doorgeschakeld naar de telefonist(e). De telefonist(e) kan deze functie niet instellen. Instellen 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (56) en daarna 1. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 2 3. Leg de hoorn op de haak. 3 Annuleren 1. Neem de hoorn op. 1 2.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen • De functies “Doorschakelen” en “Niet Storen” worden geannuleerd als u deze functie instelt. • Als u bij het instellen van deze functie de hoorn afhaakt, zult u een speciale kiestoon horen.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Deurintercom gesprek Deze functie stelt u in staat om te spreken met iemand bij de (ingangs) deur. U kunt de deur vanaf uw toestel openen. Een intern toestel oproepen via deurintercom 1. Druk op de Deurintercom-toets. • U (bezoeker) hoort een pieptoon. • Wacht op antwoord. 1 Gesprek beantwoorden via deurintercom U hoort de deurintercom op uw toestel; 1. Neem de hoorn op. 1 Oproepen via deurintercom 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (68).
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen 3 of 4 3. Kies het Deurintercom-nummer (1) of (1-2). - 1 : als u bent aangesloten op de KX-TD816 - 1-2 : als u bent aangesloten op de KX-TD1232 • U hoort de bevestigingstoon. • De deur blijft 5 seconden lang open. 4. Leg de hoorn op de haak. De deur openen tijdens gesprek vanaf willekeurig toestel 1. Druk op de Recall-toets. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 1 R 2. Kies 5. • U hoort de bevestigingstoon.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Elektronische toestelblokkering Gebruik deze functie als u niet wilt dat anderen uw toestel gebruiken om externe gesprekken te beginnen. Blokkeren 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (77). 2 3. Kies de blokkeercode (tussen 000-999). 3 blokkeercode 4 4. Kies de zelfde blokkeercode nogmaals. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 5. Leg de hoorn op de haak. blokkeercode 5 Deblokkeren 1. Neem de hoorn op. 1 2.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Voorwaarden • Als iemand anders een buitenlijn kiest op een geblokkeerd toestel, hoort deze persoon een herkiestoon. • Het toestel dat is toegewezen als “Telefonist(e)” kan, indien gewenst, deze functie instellen en opheffen (Toestelblokkering op afstand). • Met de functie “Toestelblokkering op afstand” kunt u tussenkomen in deze functie. Als de “Telefonist(e)” een toestel blokkeert dat al eerder geblokkeerd was, dan kunt u dat toestel niet deblokkeren.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Tussenkomen in een gesprek — intern toestel Gebruik deze functie als u wilt deelnemen aan een intern gesprek dat gaande is. U kiest een intern toestel, maar hoort de bezettoon; 1. Kies 3. • U hoort de bevestigingstoon. • Conferentie tussen drie partijen is nu mogelijk. 1 De conferentie verlaten 1. Leg de hoorn op de haak. • De twee andere partijen kunnen de conferentie voortzetten.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Tussenkomen in een gesprek — negeren Gebruik deze functie als u niet wilt dat anderen uw gesprekken onderbreken. Instellen 1 1. Neem de hoorn op. 2 2. Kies het functienummer (733) en daarna 1. • U hoort de bevestigingstoon. 3. Leg de hoorn op de haak. 3 Opheffen 1 1. Neem de hoorn op. 2 2. Kies het functienummer (733) en daarna 0. • U hoort de bevestigingstoon. 3. Leg de hoorn op de haak.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Controle Extern Relais Een vooraf geprogrammeerd toestel kan overschakelen naar het relais dat is verbonden met het systeem. Relais aan 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (67). 2 3 of 3. Kies het relaisnummer (1) of (1-2). - 1 : als u bent aangesloten op de KX-TD816 - 1-2 : als u bent aangesloten op de KX-TD1232 (1 = hoofdtoestel, 2 = neventoestel) 4. Leg de hoorn op de haak.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Extern belsignaal Bij binnenkomende externe of interne oproepen kunt u een extern belsignaal laten klinken. U kunt het belsignaal met elk toestel beantwoorden. Instellen 1. Neem de hoorn op. 1 2. Druk op het functienummer (730). 2 3 of 4 3. Druk op het nummer voor het extern belsignaal (1) of (1-2). - 1 : als u bent aangesloten op de KX-TD816 - 1-2 : als u bent aangesloten op de KX-TD1232 • U hoort de bevestigingstoon. 4. Leg de hoorn op de haak.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Beantwoorden U hoort het externe alarm; 1. Neem de hoorn op. 1 2. Druk op het functienummer (47). 2 3 of 3. Druk op het nummer voor het extern belsignaal (1) of (1-2). - 1 : als u bent aangesloten op de KX-TD816 - 1-2 : als u bent aangesloten op de KX-TD1232 • U hoort de bevestigingstoon. • U wordt verbonden met de buiten- of binnenlijn en u kunt spreken.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Hotelfunctie Toestand Kamer U kunt informatie afdrukken over een hotelkamer (bijvoorbeeld: gepoetst JA/NEEN, het verschuldigde bedrag voor de minibar) als elke kamer voorzien is van een telefoon. Berichten 6-9 kunnen worden afgedrukt. Bericht 7: “Gepoetst” 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (750) en 7. 2 3. Haak de hoorn in. 3 Bericht 8: “Minibar FR %%%.%” 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (750) en 8.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen U krijgt ongeveer de volgende afdruk: Datum Uur Toestel Departement Code Lijn Nummer Duur Bedrag Code CD -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------24.03.95 14:09 221 Gepoetst 24.03.95 10:23 230 Minibar FR 535.5 Voorwaarden • U moet de berichten via systeemprogrammering ingeven. • Deze procedure is dezelfde als die van Afwezigheidsbericht.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Toegang tot externe functies Gebruik deze functie om toegang te krijgen tot speciale functies (bijv. “Wachtend Gesprek” ondersteund door een (hoofd) centrale of een PBX-centrale). Deze functie is alleen effectief tijdens een buitenlijngesprek. Tijdens een buitenlijngesprek; 1. Druk kort op de haak. • Het huidige gesprek wordt in de wachtstand gezet. 1 2. Kies het functienummer (6). 2 3. Toets de benodigde servicecode in.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Intern toestel kiezen Stelt u in staat een intern toestelnummer te kiezen. 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het intern toestelnummer. 2 3. Begin het gesprek. intern toestelnummer 3 4. Leg de hoorn op de haak nadat u het gesprek heeft beëindigd. 4 Voorwaarden • Nadat u een intern toestelnummer heeft gekozen, hoort u één van de volgende tonen: Terugbelsignaal: Geeft aan dat het door u gebelde toestel reeds in gesprek is.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Log-In / Log-Out U kunt de Log-In-modus of de Log-Out-modus toewijzen binnen de UCD-groep of de groep waarnaar de oproepen normaal worden doorgeschakeld. Bevindt u zich in de Log-Out-modus, dan kunt u de groep tijdelijk verlaten. De oproepen die normaal worden doorgeschakeld worden dan niet naar uw toestel gestuurd. Log-In 1 1. Neem de hoorn op. 2 2. Druk op de functietoets (45) en op 1. • U hoort de bevestigingstoon. 3 3. Leg de hoorn op de haak.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Boodschap achterlaten Biedt u de mogelijkheid om een korte boodschap achter te laten op een ander intern toestel. Als het betreffende toestel voorzien is van een Boodschap Wacht-indicator zal deze gaan branden. Indien dat niet het geval is, zal het toestel een speciaal belsignaal en een kiestoon laten horen (kiestoon 4*), ter indicatie dat het een boodschap heeft ontvangen. Instellen 1 1. Neem de hoorn op. 2 2. Kies het Functienummer (70) en 1. 3 3.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen 4. Leg de hoorn op de haak. 4 Boodschap beantwoorden 1 1. Neem de hoorn op en kies zo nodig het functienummer (70) en 2. *1 • Als u meerdere boodschappen moet beantwoorden, kiest uw toestel automatisch de eerste die een bericht achterliet. 2 2. Begin het gesprek. • Na beëindiging van het gesprek wordt de boodschap gewist. Wissen van alle ontvangen boodschappen 1. Neem de hoorn op. • U hoort kiestoon 4.* 2 1 2. Kies het Functienummer (70) en 0. 2 3.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Programmeerverwijzing • Systeemprogrammering — Installatie handleiding [214] Pauze tussen terugbellen wachtend bericht [990] Randinformatie systeem, veld (9), (38) Nacht Service Het systeem ondersteunt zowel de NACHT-stand als de DAG-stand. Er kan verschil zijn in de bediening van de systeemfuncties tijdens de kantooruren (dag) en na de kantooruren (nacht). “Nacht Service” kan alleen ingesteld worden op het toestel dat is toegewezen als “Telefonist(e)”.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Manuele Nacht Service 1 1. Neem de hoorn op. 2. Kies het functienummer (78). 2 3 of 3. Druk 1 of 2. - 1 : Van NACHT-modus naar DAG-modus - 2 : Van DAG-modus naar NACHT-modus • U hoort de bevestigingstoon. 4 4. Leg de hoorn op de haak.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen “Wachtend Gesprek” met stemaankondiging (OHCA) Als een intern toestel in gesprek is, kunt u via de luidspreker van dat toestel aanmelden dat u een gesprek wilt (OHCA, Off Hook Call Announcement). De door u gebelde persoon kan uw gesprek beantwoorden door het huidige gesprek tijdelijk in de wachtstand zetten. Vervolgens kan hij van het ene naar het andere gesprek omschakelen, mits de hoorn wordt gebruikt.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Telefonist(e) oproepen Voer de onderstaande stappen uit als u met de Telefonist(e) wilt telefoneren. Voor de Telefonist(en) kunnen twee toestellen (“Operator 1” en “Operator 2”) worden toegewezen. Als er slechts één telefonist(e) is of als u de telefonist(e) niet specificeert, gebruik dan “Algemeen”. Als u de telefonist(e) wilt specificeren, gebruik dan “Specifiek”. Algemeen 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (9). 2 Specifiek 1 1.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Toegang tot buitenlijn (CO) — SAMENVATTING U kunt op de volgende manieren toegang tot een buitenlijn krijgen: Toegang tot CO-lijn, automatisch Kies het functienummer (0) Toegang tot CO-lijn, binnen CO-groep (Trunk) Kies het functienummer (8) en een CO-groepnummer (1-8) Voorwaarden • Nadat u een functienummer heeft gekozen, hoort u één van de volgende tonen: Kiestoon: Geeft aan dat de CO-lijnverbinding tot stand is gebracht.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Toegang tot CO-lijn, automatisch Stelt u in staat om automatisch een vrije buitenlijn te kiezen. 1 1. Neem de hoorn op. 2 2. Kies het functienummer (0). • U hoort de kiestoon. 3. Kies het telefoonnummer. 3 telefoonnummer 4. Begin het gesprek. 4 5. Leg de hoorn op de haak nadat u het gesprek heeft beëindigd. 5 Toegang tot CO-lijn, binnen CO-groep Stelt u in staat om een vrije CO-lijn te kiezen binnen een groep CO-lijnen.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen 4. Kies het telefoonnummer. 4 telefoonnummer 5. Begin het gesprek. 5 6. Leg de hoorn op de haak nadat u het gesprek heeft beëindigd.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Oproepen — SAMENVATTING Deze functie stelt u in staat om binnen uw bedrijf een persoon, of meerdere, op te roepen. Uw boodschap wordt omgeroepen door de ingebouwde luidsprekers van de Systeemtoestellen of door een extern oproepsysteem (bijv. luidsprekerboxen). De opgeroepen persoon kan u dan terugbellen.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Oproepen — alle toestellen Stelt u in staat om alle interne toestellen op te roepen via de ingebouwde luidsprekers van de systeemtoestellen of via het externe oproepsysteem. 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (63 of 64) en daarna • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). 2 . 3. U kunt beginnen met oproepen. of 4. Wacht tot u teruggebeld wordt en begin het gesprek.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen 4. Wacht tot u teruggebeld wordt en begin het gesprek. 4 Een specifieke zone oproepen — extern 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (64). 2 3. Kies het gewenste externe oproepnummer (1-2) of (1-4). - 1-2 : als u bent aangesloten op de KX-TD816 - 1-4 : als u bent aangesloten op de KX-TD1232 • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). 3 externe oproepnummer 4. U kunt beginnen met oproepen. 4 5.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Oproepen — groep Stelt u in staat om de toestelgebruikers binnen alle interne groepen, of een specifieke groep, op te roepen. U kunt maximaal 8 groepen gelijktijdig oproepen. De aankondiging is alleen via de ingebouwde luidsprekers van de toestellen te horen. Oproepen — alle groepen 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (63) en 0. • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). 2 3. U kunt beginnen met oproepen. 3 4.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen 5. Wacht tot u teruggebeld wordt en begin het gesprek. 5 Voorwaarden • Er zijn maximaal acht groepen. Verschillende groepen kunnen gelijktijdig worden opgeroepen.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Oproepen — BEANTWOORDEN U kunt een oproep via de ingebouwde luidsprekers van de systeemtelefoons of via het externe oproepsysteem beantwoorden op een willekeurig toestel binnen het systeem. Oproep beantwoorden via de ingebouwde luidspreker 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (43). • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). • Beantwoord de oproep. 2 Oproep beantwoorden voor specifieke zone 1. Neem de hoorn op. 1 2.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Oproepen en doorverbinden U kunt een gesprek doorverbinden en daarbij gebruik maken van de oproepfunctie (Oproepen — alle toestellen, Oproepen — extern, of Oproepen — groep). Oproepen — alle toestellen 1 R Tijdens een gesprek; 1. Druk op de Recall-toets. • U hoort de kiestoon. • Het gesprek wordt in de wachtstand gezet. 2 of 2. Kies het functienummer (63 of 64) en . • Dit kan het functienummer voor ofwel een groep of het extern oproepsysteem zijn. 3.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen 3. Na de bevestigingstoon (optioneel) kunt u beginnen met oproepen. 3 4. Wacht op beantwoording. • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). 4 5. Leg de hoorn op de haak. • Het gesprek in wachtstand wordt nu doorverbonden. 5 Een specifieke zone oproepen — extern 1 R Tijdens een gesprek; 1. Druk op de Recall-toets. • U hoort de kiestoon. • Het gesprek wordt in de wachtstand gezet. 2 2. Kies het functienummer (64). 3 externe oproepnummer 3.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Oproepen — alle groepen 1 R Tijdens een gesprek; 1. Druk op de Recall-toets. • U hoort de kiestoon. • Het gesprek wordt in de wachtstand gezet. 2 2. Kies het functienummer (63) en 0. 3 3. Na de bevestigingstoon (optioneel) kunt u beginnen met oproepen. 4 4. Wacht op beantwoording. • U hoort de bevestigingstoon (optioneel). 5 5. Leg de hoorn op de haak. • Het gesprek in wachtstand wordt nu doorverbonden.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen 6. Leg de hoorn op de haak. • Het gesprek in wachtstand wordt nu doorverbonden. 6 Voorwaarden • Voordat u met oproepen begint hoort u een bevestigingstoon. Deze toon kan achterwege gelaten worden middels programmering. Programmeerverwijzing • Systeemprogrammering — Installatiehandleiding [990] Randinformatie systeem, veld (16) Parallelle telefoonaansluiting Een Systeemtoestel (DPT) kan parallel worden aangesloten op de lijn van een enkelvoudig toestel (SLT).
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Automatisch kiezen (Hot Line) De “Hot Line”-functie kiest een voorgeprogrammeerd telefoonnummer als u de hoorn opneemt. Het telefoonnummer programmeren 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (74) en 2. 2 3. Toets het telefoonnummer in en daarna #. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 3 4. Leg de hoorn op de haak. telefoonnr. en # 4 Functie activeren 1 1. Neem de hoorn op. 2 2. Kies het functienummer (74) en 1.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen 2 2. Kies het functienummer (74) en 0. • U hoort de bevestigingstoon en daarna de kiestoon. 3 3. Leg de hoorn op de haak. Kiezen 1. Neem de hoorn op. • Wacht op beantwoording en begin het gesprek. 1 Voorwaarden • Deze functie is niet mogelijk tijdens het beantwoorden van een inkomend gesprek of tijdens het terugnemen van een gesprek in wachtstand.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Opnieuw kiezen laatst gekozen nummer (Redial) U kunt het laatst gekozen externe nummer automatisch opnieuw kiezen (Redial). 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies #. 2 Voorwaarden • Het externe nummer mag uit maximaal 24 cijfers bestaan, de toegangscode van de buitenlijn is hierbij niet inbegrepen. • “ ” en “#”, tellen als 1 cijfer. • Zodra u het eerste cijfer van een nieuw extern nummer kiest, wordt het vorige Redialnummer uit het geheugen gewist.
6.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Snelkiezen via toestelgeheugen U kunt maximaal tien Snelkiesnummers opslaan. Dit zijn dan Snelkiesnummers voor alleen uw toestel. Opslaan van telefoonnummer 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (60). 2 3. Druk op de cijfertoets (0-9) waaronder u het Snelkiesnummer wilt opslaan. 3 cijfertoets 4 4. Toets het gewenste nummer in en daarna #. • U hoort de bevestigingstoon. 5. Leg de hoorn op de haak. gewenste nummer en # 5 Kiezen 1.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Voorwaarden • U kunt opslaan: een intern nummer, een extern nummer of een functienummer van maximaal 16 cijfers. • Om een extern nummer op te slaan, moet u eerst de toegangscode van de buitenlijn (0, of 81-88) intoetsen. • Voor de nummers kunt u gebruiken: de cijfertoetsen 0-9 en “ ”. • “Snelkiezen via toestelgeheugen” kan worden vervolgd door handmatig kiezen (als u bijvoorbeeld een onvolledig nummer heeft opgeslagen).
6.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Wekker herinneringsignaal Biedt u de mogelijkheid om op een vaste tijd, al of niet dagelijks, een herinneringsignaal in te stellen. Neemt u de hoorn op terwijl het alarm afgaat, hoort u de tijdmelding of kiestoon 3. Instellen 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (76) en 1. 2 3. Toets het uur (00-23) in en daarna de minuten (00-59). 3 uur en minuten 4.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Het herinneringsignaal stoppen 1. Neem de hoorn op. 1 Voorwaarden • De systeemklok moet allereerst zijn ingesteld. • Het herinneringsignaal duurt dertig seconden. • Als u tijdens het herinneringsignaal een inkomend gesprek krijgt, gaat het belsignaal over nadat het herinneringsignaal is gestopt. • Als u een gesprek voert, en het tijdstip van het herinneringsignaal nadert, begint het signaal pas na beëindiging van het gesprek.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Negeren Kiesrestrictie door Invoeren Gespreksduurcode U kunt de kiesrestrictie tijdelijk negeren (ook met een oproep vanuit “SSD”) op een begrensd telefoontoestel. Voor deze functie moet u een geschikte gespreksduurcode invoeren voordat u het telefoonnummer vormt. Voor de uitvoering hiervan verwijzen wij naar “Invoeren Gespreksduurcode”. Voorwaarden • Met deze functie wordt de kiesrestrictie ingesteld op klasse 2.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen CO-lijn beantwoorden op willekeurig toestel Een inkomende buitenlijn (CO), die via het externe oproepsysteem wordt aangekondigd, kan op een willekeurig toestel worden beantwoord. Terwijl het oproepsysteem een toon laat horen; 1. Neem de hoorn op. 1 2. Kies het functienummer (44). 2 3 extern oproepnummer 3. Kies het externe oproepnummer (1-2) of (1-4).
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen c) Als het Zwevend Nummer* van een extern oproepsysteem is toegewezen als “Ondervang Toestel”. In dit geval worden inkomende gesprekken gesignaleerd, die teruggeschakeld worden naar het Ondervang Toestel. • Voordat u wordt doorverbonden hoort u de bevestigingstoon. Deze toon kan achterwege gelaten worden middels programmering.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Uniform Call Distribution (UCD) U kunt inkomende oproepen (binnen- of buitenlijn) gelijkmatig verdelen naar een specifieke groep (UCD-groep). Oproepen naar een UCD-groep wachten chronologisch. De eerste oproep in de rij zoekt een vrij toestel. Voorwaarden • U kunt UCD gebruiken in de volgende gevallen: a) Het zwevend nummer* van de UCD is toegewezen als bestemming van DIL 1:1.
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Voice Mail Integratie Biedt u de mogelijkheid om inkomende gesprekken naar de Voice Mail (VM) postbus door te schakelen. Instellen Doorschakelen naar Voice Mail 1. Neem de hoorn op. 1 2 (x: 2-5) 2. Kies het functienummer (710) en daarna het Doorschakelnummer (2-5).
6.2 Functies Enkelvoudige en ISDN-toestellen Voorwaarden • Externe bellers kunnen hun boodschap inspreken en in uw postbus achterlaten. Bij inkomende buitenlijngesprekken beantwoordt de Telefonist(e) het gesprek en schakelt het door naar uw toestel. En... — Als u een Doorschakelfunctie heeft ingesteld met de Voice Mail als bestemming; dan wordt het gesprek automatisch naar de Voice Mail doorgeschakeld.
6.3 Telefoonfuncties voor ISDN Gebruikers van de KX-TD1232 kunnen behalve systeemtelefoons en 2-draadstelefoons ook ISDN-toestellen gebruiken. De functies ervan zijn nagenoeg dezelfde als voor 2draadstoestellen. De hierna opgesomde functies evenwel zijn voor ISDN-toestellen niet beschikbaar. Voor de functies die wel beschikbaar zijn, verwijzen wij naar Deel 6.2 Functies voor 2-draads- en ISDN-toestellen.
Deel 7 Verkorte Opstartgids Inhoud Basisbediening .......................................................................... 7-2 Toestelprogrammering .............................................................. 7-2 Gebruikersprogrammering (Manager-programmering) .......... 7-7 DPT Functies ........................................................................... 7-8 Servicefuncties Telefonist(e) ................................................... 7-20 Speciale Displayfuncties ..........................
7 Verkorte Opstartgids De Korte Opstartgids bestaat uit 7 delen.
7 Verkorte Opstartgids — Wissen gesprekstijdmeter intern toestel • Programmeermodus. • Druk op 9. • Voer geheim codenummer in. • Druk op 1. • Kies toestelnummer. • Druk op CLEAR-toets (S2). • Druk op OPSLAG-toets. • Druk op VORIG-toets of END-toets. • Ga uit programmeermodus. — Referentie gesprekskosten buitenlijn • Programmeermodus. • Druk op 9. • Voer geheim codenummer in. • Druk op 2. • Kies nummer CO-lijn (1-8) of (1-24).
7 Verkorte Opstartgids — Instellen Gespreksduurcode • Programmeermodus. • Druk op 9. • Voer geheim codenummer in. • Druk op 8. • Kies geheugentabelnummer (01-40). • Druk op CLEAR-toets (S2). • Voer nieuwe Gespreksduurcode in. • Druk op OPSLAG-toets. • Druk op VORIG-toets of END-toets. • Ga uit programmeermodus. — Referentie gesprekskosten afdeling • Programmeermodus. • Druk op 9. • Voer geheim codenummer in. • Druk op 9. • Kies afdelingscode. • Druk op SEL-toets (S1). • Druk op VORIG-toets of END-toets.
7 Verkorte Opstartgids — Lus-CO (L-CO)-toets • Programmeermodus. • Druk op gewenste CO-toets. • Kies . • Druk op OPSLAG. • Ga uit programmeermodus. — BOODSCHAP-toets • Programmeermodus. • Druk op gewenste CO- of DSS-toets. • Kies 3. • Druk op OPSLAG. • Ga uit programmeermodus. — ÉÉN-DRUK-toets • Programmeermodus. • Druk op gewenste Flex. toets. • Kies 2 + gewenste nummer. • Druk op OPSLAG. • Ga uit programmeermodus. — SAVE-toets • Programmeermodus. • Druk op gewenste Flex. toets. • Kies 5.
7 Verkorte Opstartgids ❒ Toew. Voorkeur Lijn — Inkomend • Programmeermodus. • Kies 2. • Kies 1, 2 of 3 + CO-lijnnummer. - 1 : Geen voorkeur voor lijn - 2 : Voorkeur voor bellende lijn - 3 + CO-lijnnummer : Voorkeur (Prime)buitenlijn • Druk op OPSLAG. • Ga uit programmeermodus. ❒ Toew. Voorkeur Lijn — Uitgaand • Programmeermodus. • Kies 1. • Kies 1, 2, 3+ CO-lijnnummer, of druk op ICM.
7 Verkorte Opstartgids Combinatie SHIFT & Softtoets Druk op SELECT S1 SHIFT + S1 S2 SHIFT + S2 S3 SHIFT + S3 2 q a d g j m p t w . + % 3 Z B E H K N R U X , & 4 z b e h k n r u x ’ = @ 5 ! C F I L O S V Y : < ( 6 ? c f i l o s v y ; > ) (KEUZE) (X Maal) Toetsen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 # # 1 Q A D G J M P T W / $ Karaktertabel 3 Programmeermodus (telefoon vrij en hoorn op de haak) Druk op : PROGRAM ● 0 Druk op VOLG. Voer uur in. Druk op -->. Voer minuut in.
7 Verkorte Opstartgids ❒ Instellen naam intern toestel 1. 2. 3. 4. 5. 6. Voer 004 in. Druk op VOLG. Voer plugnummer in. Voer naam intern toestel in. Druk op OPSLAG. Druk op VOLG., VORIG, of SELECT en gewenst nummer intern toestel. 7. Herhaal stappen 4-6. 8. Druk op END. 4 DPT Functies ❒ Boodschapfunctie “Afwezig” op display Boodschap 6. “In Bespreking” • Opnemen. • Kies 7506. • Opleggen. Boodschap 7, 8 en 9 (eigen tekst) • Opnemen. • Kies getal tussen 7507-7509.
7 Verkorte Opstartgids — Tijdens of na gesprek; Tijdens gesprek of herkiestoon nadat andere verbinding verbreekt; • Druk op Gespreksduur-toets. • Invoeren Gespreksduurcode + #. OF - Op de KX-T7230 of KX-T7235; • Druk op Gespreksduur-toets (S3). • Invoeren Gespreksduurcode + #. - Op de KX-T7230 of KX-T7235; • Druk op B.TRG (S3)-toets tijdens bezettoon. — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen. Beantwoorden interne Camp-On • Opnemen. Beantwoorden externe Camp-On • Opnemen. • Kies het telefoonnummer..
7 Verkorte Opstartgids — Bezet - Op de KX-T7235; • Opnemen. • Druk op DSN/NS. • Kies 3 + intern nummer. • Opleggen. — Geen antwoord • Opnemen. • Druk op DSN/NS. • Kies 4 + intern nummer. • Opleggen. — Bezet/Geen antwoord • Opnemen. • Druk op DSN/NS. • Kies 5 + intern nummer. • Opleggen. — naar Buitenlijn (CO) • Opnemen. • Druk op DSN/NS. • Kies 6 + toegangscode (0, 81-88) + telefoonnummer + #. • Opleggen. — Follow Me - op bestemmingstoestel; • Opnemen. • Druk op DSN/NS. • Kies 7 + uw intern nummer.
7 Verkorte Opstartgids • Kies uw eigen interne nummer. • Opleggen. Opheffen Wachtend intern gesprek overnemen - op ander toestel; • Opnemen. • Kies 51 + wachtend intern nummer. — Toestel waarop geactiveerd; • Opnemen. • Druk op DSN/NS. • Druk op DSN/NS Opheffen (F1). • Opleggen. — Op bestemmingstoestel — alleen “Follow Me” (alle gesprekken) • Opnemen. • Druk op DSN/NS. • Druk op VOLG (S3). • Druk op DSN-Van Annulrn (F4). • Kies uw eigen interne nummer. • Opleggen.
7 Verkorte Opstartgids ❒ Gesprek parkeren Instellen Tijdens een gesprek; • Druk op DVB (DOORVERBINDEN). — Bevestigingstoon hoorbaar. • Kies 52 + zone-nummer (0-9). — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen of druk op de HANDENVRIJ-toets. OF - Op de KX-T7235 (alleen “Operator”); Tijdens een gesprek; • Druk op Functies (F4). • Druk tweemaal op VOLG (S3) en ga naar de exclusieve lijst. • Druk op Gesprek Parkeren (F1). • Kies het parkeerzone-nummer. Terugnemen • Opnemen. • Kies 52 + parkeerzone-nummer.
7 Verkorte Opstartgids — Zonder aankondiging Tijdens een gesprek; • Druk op DVB. • Kies het interne nummer. • Opleggen. ❒ Toonsignaal “Wachtend Gesprek” Instellen / Opheffen • Opnemen. • Kies 731. • Kies 1 of 0. - 1 : instellen - 2 : opheffen — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen. ❒ Vermijden Identificatie bij bestemmeling (CLIR) Uw nummer niet tonen aan bestemmeling • Opnemen. • Druk op 572. • Opleggen. Uw nummer tonen aan bestemmeling • Opnemen. • Druk op 570. • Opleggen.
7 Verkorte Opstartgids ❒ Tussenkomen in Niet Storen (NS) • Kies 2 tijdens NS-toon. OF - Op de KX-T7230 of KX-T7235; • Druk op Ngrn (S2). ❒ Niet Storen voor inkiezing in gesprekken Instellen / Opheffen • Opnemen. • Druk op 56. • Druk op 1of 0. - 1 : instellen - 0 : opheffen • Opleggen. ❒ Deurintercom gesprek Beantwoorden • Opnemen of op HANDENVRIJ-toets drukken. Opbellen • Opnemen. • Kies 68. • Kies het deurintercom-nummer (1) of (1-2).
7 Verkorte Opstartgids ❒ Controle extern relais Relais aan • Opnemen. • Kies 67. • Kies (1) of (1-2). - 1 : indien aangesloten op de KX-TD816 - 0 : indien aangesloten op de KX-TD1232 • Opleggen. ❒ Extern belsignaal Instellen / Opheffen • Opnemen. • Kies 730. • Kies (1) of (1-2) of (0). - 1 : indien aangesloten op de KX-TD816 - 1-2 : indien aangesloten op de KX-TD1232 - 0 : opheffen — Een bevestigingstoon is hoorbaar. • Opleggen.
7 Verkorte Opstartgids ❒ Boodschap achterlaten Instellen • Opnemen. • Kies 701 + interne nummer. • Opleggen. ❒ Microfoon uit-functie (MUTE) (alleen KX-T7230 en KX-T7235) Instellen / Opheffen Tijdens Handnvrijgesprek; • Druk op AUTO ANSWER-toets. OF - Op de KX-T7235; • Druk op Functies (F4). • Druk op VOLG-toets (S3) voor volgende lijst. • Druk op Boodschap Aan (F2). • Kies het interne nummer. — Bij “Bezet” of “Geen antwoord”; • Druk op BOODSCHAP. — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen.
7 Verkorte Opstartgids ❒ Handenvrij meeluisteren (alleen KXT7230 en KX-T7235) Instellen / Opheffen Tijdens gesprek met hoorn ; • Druk op HANDENVRIJ-toets. ❒ ÉÉN-DRUK-toets nummerkiezen • Opnemen. • Druk op ÉÉN-DRUK-toets. ❒ Telefonist(e) oproepen Algemene oproep • Opnemen. • Kies 9. Specifieke oproep • Opnemen. • Kies 61 of 62. - 61 : Telefonist(e) 1 - 62 : Telefonist(e) 2 ❒ Toegang tot buitenlijn (CO) — Automatische • Opnemen. • Kies 0 + telefoonnummer. — Binnen CO-groep (centrale) • Opnemen.
7 Verkorte Opstartgids Specifieke interne groep • Opnemen. • Kies 63 + interne groepnummer (1-8). — Bevestigingstoon (optioneel). • Kondig aan. OF - Op de KX-T7235; • Druk op Functies (F4). • Druk op Groep Oproep (F2). • Kies het interne groepnummer. ❒ Oproepen — BEANTWOORDEN • Kies 44 + externe oproepnummer, of 43.
7 Verkorte Opstartgids ❒ Voorbereiding kiezen - Op de KX-T7230 of KX-T7235; • Kies telefoonnummer. — Wijzigen huidige invoer; • Druk op en kies opnieuw. • Opleggen. ❒ Opnieuw kiezen (Redial) — Automatisch OF - op de KX-T7235; • Druk op STATION SK (F8). • Druk op gewenste Functietoets (F1-F10). ❒ Snelkiezen via systeemgeheugen • Opnemen. • Druk op AUTO KIEZEN/OPSLAG. • Kies het Snelkiesnummer van het systeem (000-499). • Opnemen met HANDENVRIJ-toets. — Laatst gekozen nummer • Opnemen.
7 Verkorte Opstartgids • Voer de minuten in (00-59). • Kies 0 of 1. - 0 : eenmalig signaal - 1 : dagelijks signaal — Tijdmelding of de bevestigingstoon is hoorbaar. • Opleggen. • Kies het interne Voice Mail-nummer. — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen. Voice Mail boodschap beluisteren • Opnemen. • Druk op BOODSCHAP of kies het interne Voice Mail-nummer. Opheffen • Opnemen. • Kies 760. — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen.
7 Verkorte Opstartgids - toestelnummer : om één toestelnummer te wissen. - : om alle toestelnummer te wissen. • Druk op OPSLAG-toets. • Druk op PROGRAM-toets. ❒ Omschakelen Service Klasse (COS) Primaire omschakeling • Opnemen. • Kies 791 + toestelnummer. • Opleggen. OF - Op de KX-T7235; • Druk op Functie-toets (F4). • Druk tweemaal op VOLG-toets (S3) voor exclusieve lijst. • Druk op Primaire Service Klasse-toets (F4). • Kies toestelnummer. • Opleggen. Secundaire omschakeling • Opnemen.
7 Verkorte Opstartgids — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen. —Ingestelde tijd controleren (alleen KXT7230 en KX-T7235) • Opnemen. • Kies 7 2. • Kies gewenste toestelnummer of DSS-toets. • Opleggen. —Instellen • Druk op Hotel-toets (F10). • Druk op wek-toets (F3). • Kies gewenste toestelnummer of DSS-toets. • Druk op VOLG-toets (S3). • Voer uur en minuten in. • Kies 0 of 1. - 0 : één maal - 1 : dagelijks • Druk op PROG-toets (S3). —Opheffen • Druk op Hotel-toets (F10). • Druk op wek-toets (F3).
7 Verkorte Opstartgids ❒ Gesprekslog ❒ Intern telefoneren 1. Druk op Toestel [F3]. 1. Druk op Gesprekslog [F5]. F1 F2 F3 F4 F5 F6 F7 Toestel STATION SK F8 Functies SYSTEEM SK F9 Gesprekslog F10 CNTR BEL AGM S1 S2 S3 1 Jan 15:00 2. Druk op de gewenste [Fx] toets. Voor 111 drukt u op [F2].
7 Verkorte Opstartgids ❒ Snelkiezen via toestelgeheugen 1. Druk op STATION SK [F8]. 1. Druk op SYSTEEM SK [F9]. F6 F7 Toestel STATION SK F8 Functies SYSTEEM SK F9 Gesprekslog F10 CNTR BEL AGM S1 S2 S3 F1 F2 F3 F4 F5 1 Jan 15:00 2. Druk op de gewenste [Fx] toets. Voor Panasonic drukt u op [F7]. F1 F2 F3 F4 F5 Bob KME-soft Jim Kopp Panasonic Ronald Police Zangril Louisa Nancy Home MENU VOLG S1 S2 S3 F6 F7 F8 F9 F10 Druk op [S3] voor het volgende scherm.
7 Verkorte Opstartgids ❒ Toegangsmenu systeemfuncties 7 Functies DSS-console 1. Druk op Functies [F4]. F1 F2 F3 F4 F5 F6 F7 Toestel STATION SK F8 Functies SYSTEEM SK F9 Gesprekslog F10 CNTR BEL AGM S1 S2 S3 1 Jan 15:00 2. Druk op de gewenste [Fx] toets. Voor Extern toestel oproepen drukt u op [F1] en kiest u het nummer (0-2) of (0-4).
7 Verkorte Opstartgids Corrigeren tijdens programmeren • Druk op WIS (S2) of op DVB (WIS), en herstel de fout. Wissen na programmering • Druk op de te wissen PF-toets. • Druk op 2 + OPSLAG. Kiezen • Opnemen (bij combi-toestel). • Druk op de gewenste DSS-toets op de console. 8 Functies 2-draadstelefoon Als de functie “Automatisch kiezen (Hot Line)” is ingesteld, dient te worden gekozen vóór de Automatisch kiezen Wachttijd (standaard: 1 sec.).
7 Verkorte Opstartgids ❒ Automatisch Terugbellen (Camp-On) — Follow Me Tijdens de bezettoon; • Kies 6. — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen. - op bestemmingstoestel; • Opnemen. • Kies 7107 + eigen interne nummer. • Opleggen. Beantwoorden Camp-On interne lijn Opheffen — Op toestel dat functie activeerde • Opnemen. Beantwoorden Camp-On externe lijn • Opnemen. • Kies het telefoonnummer. ❒ Waarschuwen lijn in gesprek (BBS) Tijdens de bezettoon; • Kies 2. • Wacht op beantwoording. • Opnemen.
7 Verkorte Opstartgids — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen. Terugnemen • Opnemen • Kies 52 + parkeerzone-nummer. ❒ Gesprek overnemen — Buitenlijn (CO) • Opnemen. • Kies 4 . — Gericht • Opnemen. • Kies 41 + interne nummer. — Groep • Opnemen. • Kies 40. ❒ Gesprek overnemen, negeren Instellen / Opheffen • Opnemen. • Kies 720. • Kies 1 of 0. - 1 : instellen - 0 : opheffen — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen. — Zonder aankondiging Tijdens een gesprek; • Druk op Recall-toets.
7 Verkorte Opstartgids ❒ Conferentie Tijdens een gesprek; • Druk op Recall-toets. • Kies nummer van derde partij. • Spreek met de derde partij. • Druk kort op de haak. • Kies 3. ❒ Niet Storen (NS) Instellen / Opheffen • Opnemen. • Kies 710. • Kies 1 + toestelnummer of 0. - 1 + toestelnummer : instellen - 0 : opheffen — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen. ❒ Tussenkomen in Niet Storen (NS) • Kies 2 tijdens het NS-toonsignaal. ❒ Niet Storen voor Inkiezen in Gesprekken Instellen / Opheffen • Opnemen.
7 Verkorte Opstartgids - 1 : instellen - 0 : opheffen — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen. ❒ Controle extern relais Relais aan • Opnemen. • Kies 67. • Kies (1) of (1-2). - 1 : indien aangesloten op de KX-TD816 - 1-2 : indien aangesloten op de KX-TD1232 • Opleggen. ❒ Extern belsignaal Instellen / Opheffen • Opnemen. • Kies 730. • Kies (1) of (1-2) of (0). - 1 : indien aangesloten op de KX-TD816 - 1-2 : indien aangesloten op de KX-TD1232 - 0 : opheffen — Een bevestigingstoon is hoorbaar. • Opleggen.
7 Verkorte Opstartgids - 0 : voor Auto-modus - 1 : voor manuele dag-modus - 2 : voor manuele nacht-modus • Opleggen. ❒ Telefonist(e) oproepen Algemeen • Opnemen. • Kies 9. Specifiek • Opnemen. • Kies 61 of 62. - 61 : telefonist(e) 1 - 62 : telefonist(e) 2 ❒ Toegang tot buitenlijn (CO) — Automatische • Opnemen. • Kies 9 + telefoonnummer. — Binnen CO-groep (centrale) • Opnemen. • Kies 8 + CO-lijn groepnummer (1-8). • Kies het telefoonnummer. ❒ Oproepen — Alle toestellen • Opnemen. • Kies 63 (of 64) + .
7 Verkorte Opstartgids — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen. Kiezen • Opnemen. ❒ Opnieuw kiezen (Redial) — Laatst gekozen nummer • Opnemen. • Kies #. ❒ Wissen toestelprogrammering • Opnemen. • Kies 790. — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen. ❒ Snelkiezen via toestelgeheugen Telefoonnummer opslaan • Opnemen. • Kies 60 + snelkiestoets (0-9) + telefoonnummer + #. — Bevestigingstoon hoorbaar. • Opleggen. Kiezen • Opnemen. • Kies 6 + snelkiestoets. ❒ Snelkiezen via systeemgeheugen • Opnemen.
Deel 8 Appendix Inhoud Voorbeelden display-informatie .............................................. 8-2 Lijst met functienummers ...................................................... 8-14 LED-Indicaties ....................................................................... 8-17 Overzicht toonsignalen .......................................................... 8-18 Probleemoplossing ................................................................
8 Appendix Voorbeelden display-informatie Voorbeelden (1) Datum/Tijd Input • Fabrieksinstelling. — Verschijnt alleen op display van de systeembeheerder. (2) 1 Jan 0:00 • U moet de actuele datum en tijd instellen (standaardinstelling). (3) 1 Jan. 1994 ZAT • U moet de actuele datum en tijd instellen (standaardinstelling). — Als u op “ ” drukt terwijl de hoorn nog op de haak ligt, kunt u wisselen tussen voorbeeld (2) en (3). (4) 1234: • Een intern gesprek voeren og ontvangen.
8 Appendix (14) 1233 & 1235 • Conferentiegesprek met twee interne lijnen. (15) Gn wacht gsprk • Geen wachtend gesprek — Als wachtend gesprek of geparkeerd gesprek wordt teruggenomen. • Geen inkomend gesprek. — Als wordt geprobeerd het gesprek over te nemen. • Onvolledig om “Wachtend bericht” in te stellen. (16) 1234 & CO 01 • Conferentiegesprek met interne lijn en buitenlijn. (17) CO 01 • Vrije CO-lijn beschikbaar. • Gebeld door inkomende CO-lijn zonder naam gesprekspartner.
8 Appendix (25) Wachtstand uit • Opheffen “Wachtend gesprek”. (26) Wachtstand aan • “Wachtend Gesprek” ingesteld. (27) NS telefonist • “Niet Storen” (NS) ingesteld. • Bevestig toetsprogrammering via DSN/NS-toets. • Het bestemmingstoestel voor NS wordt ingesteld door telefonist(e). (28) NS TST 1232 • Het bestemmingstoestel voor NS is ingesteld op gewenste toestel. (29) Tskomen OK • Opheffen “Tussenkomen in gesprek”. (30) Tskomen ngr • “Tussenkomen in gesprek-negeren” ingesteld.
8 Appendix (40) Check Printer • Signaal “Check Printer”. (41) Paging NGR UIT • Opheffen “Oproepen — NEGEREN”. (42) Paging NGR AAN • “Oproepen — NEGEREN” ingesteld. (43) Wacht. opheffen • Eigen “Wachtend Bericht” opheffen. (44) TST-blokk. UIT • Opheffen “Elektronische toestelblokkering”. (45) Extrn. Page 2 • Toegang tot “Extern oproepsysteem” (- naar een bepaald extern oproepsysteem). (46) Extrn. Page All • Toegang tot “Extern oproepsysteem” (- naar alle externe oproepsystemen).
8 Appendix (55) AGM UIT • Stop AGM. (56) AGM AAN • Start AGM. (57) Hoorn:2 • Volumeregeling — hoorn in hoorn-modus. (58) Wacht.op TST1234 • “Wachtend Bericht” ingesteld. (59) In Bespreking • Afwezigheidsbericht 6. (60) OVER UW BUDGET • Gesprekskosten toestel hebben limiet bereikt. (61) Contrast 3 • Contrastinstelling van display. (62) Cont RNGOFF AGM • Belvolume uit. (63) Inkomend Log UIT • Opheffen “Gesprekslog, inkomend”.
8 Appendix (70) Nacht(auto) • Status automatische nachtmodus. — “Nachtmodus”. (71) Restrictie • Uitgaand gesprek is beperkt. (72) CONietToegewezen • Gewenste CO-lijn is beperkt (niet toegewezen). (73) WisTST-programm. • Uitvoeren “Wissen toestelprogrammering”. (74) Parallel UIT • Wissen “Parallelle telefoonaansluiting”. (75) Parallel AAN • “Parallelle telefoonaansluiting” ingesteld. (76) Park op 1 N/A • Niet klaar om “Gesprek parkeren” ingesteld. (77) 1234:Primair • Primaire status.
8 Appendix (85) Terugbellen CO01 • “Camp-on” (terugbellen ingesteld). (86) Terugbellen TRG1 • “Camp-on” (terugbellen ingesteld). (87) DSN(CO)91201431 • “Gesprek doorschakelen, naar CO-lijn” ingesteld. • Bevestig toetsprogrammering via DSN/NS-toets. (88) DSN/NS opheffen • Opheffen “Gesprek doorschakelen” of “Niet Storen” (NS). (89) DSN(B/NA)TST1234 • “Gesprek doorschakelen — Bezet/Geen antwoord” ingesteld. • Bevestig toestelprogrammering via DSN/NS-toets.
8 Appendix (100) System Link Down • Signaal “System Link Down”. * Enkel op KX-TD1232. (101) Dag(Auto) • Status automatische dag-modus. — “Nachtservice”. (102) Dag-modus • Status manuele dag-modus. • Manuele dag-modus ingesteld. — “Nachtservice”. (103) Alarm 10:15 • “Wektijd-signaal” ingesteld (eenmalig). • Bevestig “Wektijd-signaal” programmering. (104) Alarm 10:15* • “Wektijd-signaal” ingesteld (dagelijks). • Bevestig programmering “Wektijd-signaal”.
8 Appendix Voorbeelden — Toestelprogrammering (1) CO-01 • Enkele CO-toets (S-CO) is toegewezen. (2) TRK GRP-3 • Groep CO-toets (G-CO) is toegewezen. (3) CO Nr.? → • Kiezen CO-nummer. (4) CHG Print Alle • Afdrukken gesprekskosten alle toestellen. (5) Total CHG Print • Afdrukken “Totale gesprekskosten”. (6) Lus-CO • Lus-CO-toets is toegewezen. (7) Boodschap Wacht • Wachtend-Bericht-toets (MESSAGE) is toegewezen. (8) Jack02 ↔ TST202 • Bevestigen plugnummer en toestelnummer.
8 Appendix (17) Charge meter • Selecteren gesprekstijdmeter. (18) ID Code? • Invoeren ID-code. (19) Conferentie • Conferentie-toets is toegewezen. (20) Login/Logout • Log-in-/Log-out-toets is toegewezen. (21) Wissen OK? • Wissen toestelprogrammering mogelijk. (22) Niet bewaard • Niet geprogrammeerd. (23) TST* :**** • Alle toestellen zijn gedeblokkeerd. (24) TST-1234 • DSS-toets is toegewezen. (25) TST Nr?→ • Selecteren toestelnummer.
8 Appendix (33) Spraakoproep • Selecteren spraakoproep-modus. (34) Toonoproep • Selecteren toonoproep-modus. (35) Terminate • Terminate-toets is toegewezen. (36) VTR-1234 • Voice Mail (VM) transfer-toets is toegewezen. (37) Pref.In:CO 01 • Selecteren “Voorkeur ‘Prime’-buitenlijn — inkomend”. (38) Pref.In:NO • Selecteren “Geen voorkeur lijn — inkomend”. (39) Pref.In:Ring • Selecteren “Voorkeur Belsignaal-lijn — inkomend”. (40) Pref.
8 Appendix Voorwaarden • Als de tekst meer dan 16 posities inneemt, verschijnt “&” als laatste karakter op het display. • De weergave van de tijdduur verschijnt alleen op het display wanneer u een buitenlijngesprek voert of beantwoordt. De registratie van de gespreksduur kan ook worden geprogrammeerd voor uitgaande gesprekken. • Als u de programmering van een toets bevestigd, zorg dan dat de hoorn op de haak ligt.
8 Appendix Lijst met functienummers De nummers hieronder zijn de fabrieksinstellingen (standaardinstellingen). Er zijn flexibele functienummers en vaste functienummers. Om de flexibele functienummers te wijzigen, dient u de procedure te volgen zoals beschreven in het hoofdstuk “Systeemprogrammering” in de Installatiehandleiding.
8 Appendix Functie Standaard Noodoproep Tussenkomen in gesprek — negeren instellen/opheffen Controle Extern relais ann Extern belsignaal instellen/opheffen Extern belsignaal beantwoorden/CO-lijn beantwoorden op willekeurig toestel Log-In/Log-Out Wachtend bericht instellen/opheffen/beantwoorden 110, 112 Nachtservice manueel/auto Telefonist(e) oproepen — algemeen Telefonist(e) oproepen — specifiek Extern nummer kiezen — Lijntoegang, automatisch Extern nummer kiezen — Lijntoegang, LO-lijn groep Oproepen —
8 Appendix Vaste Functienummers Functie Standaard Terwijl u de bezettoon hoort Automatisch Terugbellen (Camp-On) Waarschuwen lijn in gesprek (BSS) Tussenkomen in gesprek Wachtend gesprek 6 2 3 4 Terwijl u de Niet Storen-toon hoort Tussenkomen in Niet Storen (NS) 2 Tijdens kiezen of gesprek Gespreksduurcode begrenzen Keuze Bel/Stem Conferentie Deur open Omschakelen puls/toon Als de hoorn op de haak ligt Dag/Nacht modus op display Wisselen tijd/datum op display #/99 3 5 # # Voorwaarden • Interne toe
8 Appendix LED-Indicaties De indicatielampjes (LED’s) van de toetsen geven de lijnstatus aan. De LED’s kunnen constant branden, uit zijn, knipperen enz. Hierdoor is het mogelijk om meteen te zien welke lijnen inactief (vrij) of bezet zijn. Soorten knipperpatronen Langzaam knipperend (60 x p/min.) Snel knipperend (120 x p/min.) Zeer snel knipperend (240 x p/min.) ← 1 sec. → LED indicatie op de (ICM) INTERCOM-toets De onderstaande tabel verklaart de combinatie LED/status interne lijn.
8 Appendix Overzicht toonsignalen Bevestigingstoon 1 Bevestigingstoon 2 Bevestigingstoon 3 Bevestigingstoon 4 Kiestoon 1 Kiestoon 2 Kiestoon 3 Kiestoon 4 Bezettoon Herkiestoon Terugbeltoon 1 Terugbeltoon 2 Niet Storen (NS) toon Waarschuwingstoon 8-18 Appendix 1 sec.
8 Appendix 15 sec Toonsignaal 1 wachtend gesprek (extern/intern) Wachtend gesprek 5 sec Toonsignaal 2 wachtend gesprek (extern) Toonsignaal 2 wachtend gesprek (intern) 15 sec Terugbellen wachtstand 1 sec CO gesprekken/ CO wachtstand Terugbellen Interne gesprekken/ Interne wachtstand Terugbellen Deurintercom gesprekken/ Wekker-herinneringsignaal Terugbelsignaal (Terugbellen Camp-on) Appendix 8-19
8 Appendix Probleemoplossing Probleem U hoort niets tijdens de Handenvrij functie. Geen belsignaal Op het display knippert: Datum/Tijd Input 8-20 1 Jan 14:00 1 Jan 1994 Wo Appendix Waarschijnlijke oorzaak “Hoofdtelefoon” is ingesteld. Mogelijke oplossing Als de “Hoofdtelefoon” niet wordt gebruikt, stel dan de “hoorn” in. Zie “Selecteren Hoorn/Hoofdtelefoon” in Toestelprogramering Deel 2) of “Basisinstellingen” (Deel 1.1). • Het belsignaalvolume is uit. • Zet het volume hoger. Raadpleeg par.
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Central P.O.