Operating Instructions

57
VQT1Y40
Opnemen
Opnemen (Basis)
6
AF-volgen
Het is mogelijk de scherpstelling en belichting in te stellen voor het onderwerp dat is opgegeven op het aanraakscherm.
De scherpstelling en belichting blijven het onderwerp volgen wanneer dit beweegt. (Dynamisch volgen)
¬ Verander de functie naar of .
1
Raak aan.
A
Doelkader
wordt op het scherm afgebeeld.
Het gezichtskader met prioriteit (oranje) verandert
naar het doelkader wanneer de intelligente
automatische functie is ingesteld op (
Portret
), en
het gezicht in het kader wordt gevolgd.
Het beschikbare doelvergrendelingsbereik wordt in een
rood kader afgebeeld als de intelligente automatische
functie is ingesteld op iets anders dan (Portret).
2
Raak een onderwerp aan en vergrendel het
doel.
Wanneer u het hoofd van het onderwerp aanraakt, wordt
het doelkader vergrendeld rond het hoofd en begint het
volgen.
Als u het onderwerp wilt veranderen, raakt u het nieuwe
onderwerp aan.
Wanneer de intelligente automatische functie is
ingeschakeld, wordt (Normaal) ingesteld en wordt
het aangeraakte onderwerp gevolgd. De selectie wordt
(Portret) wanneer het doelkader is vergrendeld
rond het hoofd van het onderwerp.
3
Begin met opnemen.
Wanneer u [TERUG] aanraakt, wordt het volgen
geannuleerd.
Over het doelkader
Het kader-uit-symbool
B
wordt afgebeeld wanneer het doel
dicht bij de rand van het kader komt.
Als de doelvergrendeling mislukt, knippert het doelkader rood
en gaat daarna uit. In zo'n geval raakt u het onderwerp
opnieuw aan om het doel te vergrendelen.
Wanneer tot halverwege wordt ingedrukt, wordt
scherpgesteld op het onderwerp dat vergrendeld is. Het
doelkader wordt groen wanneer het onderwerp is
scherpgesteld, waarna het doel niet kan worden veranderd.
U kunt deze functie niet gebruiken tijdens de handmatige
functie.
Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer de
scènefunctie is ingesteld op de vuurwerkfunctie in de foto-
opnamefunctie.
Het is mogelijk dat een ander onderwerp wordt gevolgd of het
doel niet wordt vergrendeld afhankelijk van de
opnameomstandigheden, zoals de volgende:
j
Als het onderwerp te groot of te klein is
j
Als de kleur van het onderwerp lijkt op de achtergrond
j
Als de zoom wordt gebruikt
j
Als de camera beweegt
j
Als meer dan één onderwerp overlapt
j
Als de scène onvoldoende belicht is
j
Als het onderwerp snel beweegt
Wanneer het doel is vergrendeld in de foto-opnamefunctie, kan
het scherm donker worden of kan het AF-hulplicht uitgaan.
Een bericht wordt afgebeeld als een onderwerp halverwege
niet meer kan worden gevolgd. In zo'n geval, raakt u het
onderwerp opnieuw aan.
AF/AE-volgen wordt in de volgende gevallen geannuleerd:
j
Als de functie wordt veranderd
j
Als het toestel wordt uitgeschakeld
j
Als de scènefunctie wordt ingesteld
j
Als de intelligente automatische functie wordt in- of
uitgeschakeld
Nadat [Display] is ingesteld op [UIT] en gedurende 3 seconden
geen bediening is uitgevoerd, gaat het bedieningspictogram
uit. Raak het scherm aan om het pictogram weer af te beelden.
Als AF-volgen wordt gebruikt, wordt het pictogram niet
afgebeeld.
HDCSD200&HS200EG-VQT1Y40_dut.book 57 ページ 2009年1月21日 水曜日 午後5時7分