Operating Instructions

- 50 -
1 Raak het sub-venster aan.
2 Raak de weergavepositie aan die u wilt
veranderen.
Afhankelijk van de weergavepositie van het sub-venster kan
het zijn dat de posities van de iconen die op het scherm
weergegeven worden veranderen.
1 Raak het sub-venster aan.
2 Raak aan.
3 Raak de icoon aan die u wilt instellen of
regelen.
*1 Deze icoon wordt alleen weergegeven in de opnamemodus voor films.
*2 Kan niet ingesteld worden als een externe microfoon aangesloten is.
4 (Als [WB] aangeraakt wordt)
Raak / aan om de witbalansmodus te selecteren.
(Als aangeraakt is)
Raak / aan om de instellingen te regelen.
Veranderen van de weergavepositie van het sub-venster
Instellen en bijstellen van de sub-camera en het sub-venster
[WB] : Stelt de kleurbalans in.
: Stelt de helderheid in.
[FOCUS]
*1
: Regelt de scherpstelling.
*1, 2
: Stelt u in staat de Vertelmodus in te schakelen.
Weigert omgevingsgeluiden zodat uw stem helder opgenomen kan worden.
: Verandert de kleur van het sub-vensterkader
(Afstelling Automatische witbalans)/ (Zonnige modus)/ (Bewolkte modus)/
(Indoor modus 1)/ (Indoor modus 2)
FOCUS
AWB